
Een liquidatie zonder publicatie, deponeringen en vereffening – ook wel turboliquidatie genoemd – wordt veelvuldig gebruikt om ‘lege’ rechtspersonen snel en eenvoudig op te kunnen ruimen. De laatste tijd echter is de turboliquidatie negatief in het nieuws geweest. De methode schijnt misbruikt te worden, waarbij schuldeisers het nakijken hebben.
Als gevolg van de negatieve berichtgeving heeft de Tweede Kamer de minister voor Rechtsbescherming verzocht de wenselijkheid van de turboliquidatie te onderzoeken. In een brief aan de Tweede Kamer heeft de minister inmiddels aangegeven een wetsvoorstel in voorbereiding te hebben om schuldeisers beter in staat te stellen om te beoordelen of er sprake is van benadeling en of zij stappen kunnen ondernemen.
Hoe wordt een rechtspersoon opgeheven?
Wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders (nv of een bv) of het bestuur (stichting) een besluit tot ontbinding van de rechtspersoon neemt, zal er in beginsel een vereffeningsprocedure moeten worden gestart. Er moet een vereffenaar worden benoemd die de lopende verplichtingen van de rechtspersoon afwikkelt. Een publicatie in een landelijk dagblad en deponering van een rekening en verantwoording maken deel uit van de procedure. Zodra deze vereffeningsperiode is afgerond houdt de rechtspersoon op te bestaan. Naast deze ontbinding met formele vereffeningsprocedure biedt de wet de mogelijkheid tot een ontbinding van een rechtspersoon zonder formele vereffeningsprocedure. De rechtspersoon houdt in dat geval op te bestaan op het moment dat het besluit tot ontbinding wordt genomen. Deze manier van ontbinding wordt de turboliquidatie genoemd en is op basis van de wet alleen mogelijk indien de rechtspersoon op het moment van ontbinding geen baten heeft.
De derde mogelijkheid om een rechtspersoon op te heffen is het aanvragen van het faillissement. Een rechtspersoon is in beginsel verplicht zijn faillissement aan te vragen op het moment dat de schulden de baten overtreffen. Hiervoor moet een verzoek worden ingediend bij de rechtbank. In beginsel zal de rechtbank het faillissement uitspreken en een curator benoemen. Er zijn echter diverse uitspraken gewezen waaruit kan worden afgeleid dat het aanvragen van een faillissement door een rechtspersoon met geen of nauwelijks baten misbruik van bevoegdheid zou opleveren. Volgens diverse rechtbanken is de turboliquidatie de aangewezen weg voor het opruimen van een rechtspersoon met geen of nauwelijks baten, hetgeen het aantal turboliquidaties verder opdrijft. De gedachte hierachter is dat een faillissementsaanvraag van een praktisch lege vennootschap hoge – maatschappelijke – kosten met zich meebrengt.
Lees ook: Nog snel even turboliquideren?
Hoe werkt een turboliquidatie?
Bij een turboliquidatie moet het bestuur van de ontbonden rechtspersoon bij de Kamer van Koophandel opgave doen van het feit dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan en een verzoek indienen om de rechtspersoon uit te schrijven uit het handelsregister. In principe zijn geen aanvullende documenten of publicaties vereist. De vennootschap houdt direct op te bestaan. Hierdoor komen schuldeisers er vaak pas later achter dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan.
Uit onderzoek is gebleken dat in het overgrote deel van de ontbindingen van rechtspersonen in Nederland gebruik is gemaakt van de turboliquidatie (van de ongeveer 37.000 geregistreerde ontbindingsbesluiten in 2018 in Nederland ging het in bijna 33.000 gevallen om turboliquidaties).
Wat zijn de risico’s van een turboliquidatie?
Het belangrijkste risico voor een schuldeiser is benadeling doordat er nog baten waren of verhaal alsnog mogelijk was. Zo kunnen baten worden verzwegen, activa voorafgaand aan de turboliquidatie om niet door de rechtspersoon zijn overgedragen of schulden van de rechtspersoon selectief zijn betaald. Indien een schuldeiser twijfelt over de gang van zaken bij de ontbinding, kan deze de rechter verzoeken over te gaan tot toetsing van het oordeel van het bestuur dat er ten tijde van de ontbinding van de rechtspersoon geen baten meer waren. Tevens kan de schuldeiser een onrechtmatige daadsactie tegen de bestuurders instellen. Het is in dergelijke procedures echter aan de schuldeiser om aan te tonen dat zij zijn benadeeld. Gelet op het feit dat de ontbonden rechtspersoon niet verplicht is verantwoording af te leggen is deze bewijspositie voor schuldeisers erg lastig.
Naast de ‘gewone’ schuldeisers vist de overheid ook steeds vaker achter het net. Zo heeft de arbeidsinspectie, naast de Belastingdienst, in het rapport ‘Staat van eerlijk werk 2019’ onlangs aangegeven dat rechtspersonen door de arbeidsinspectie opgelegde boetes ontlopen door gebruik te maken van een turboliquidatie.
Hoe zien de plannen eruit?
De turboliquidatie is in 1994 ingevoerd om het misbruik van een inactieve rechtspersoon te voorkomen en deze reden voor invoering van de turboliquidatie is nog steeds actueel. De minister wil de mogelijkheid tot een turboliquidatie dan ook behouden. Wel moeten schuldeisers beter in staat worden gesteld om te beoordelen of er sprake is van benadeling en of zij stappen kunnen ondernemen.
De Kamer heeft vragen gesteld over een mogelijke aanpassing van de wet waardoor turboliquidatie alleen nog maar kan worden toegepast als de betreffende rechtspersoon geen schulden en geen baten meer heeft. Dit voorstel voorkomt volgens de minister het misbruik niet en zou bovendien niet handhaafbaar zijn. Hij stelt in plaats daarvan voor om de verantwoordingsplicht van het bestuur van de rechtspersoon nader aan te scherpen zodat de informatiepositie van de schuldeisers wordt verbeterd. Concreet gaat het om de volgende voorstellen:
- een verplichting tot het opstellen en deponeren van een slotbalans (met eventueel een slotuitdelingslijst) met een bestuursverklaring waarom baten ontbreken,
- een algemene bekendmaking van de turboliquidatie, waarbij vermeld wordt dat de slotbalans met jaarrekening ter inzage ligt bij het handelsregister en
- voorafgaand aan de doorhaling van de inschrijving van de rechtspersoon bij het handelsregister moeten de jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren openbaar gemaakt zijn.
Consultatie
Met deze verbetering van de informatiepositie van de schuldeiser zullen schuldeisers volgens de minister beter in staat zijn verzet aan te tekenen tegen de turboliquidatie dan wel het bestuur van de ontbonden rechtspersoon aansprakelijk te stellen. De minister heeft aangegeven dat hij wil overleggen met belanghebbende partijen om een invulling te geven aan de door hem geopperde verbeteringen van de wettelijke regeling van turboliquidaties. Het voorontwerp voor de wetswijziging zal in de loop van 2020 ter consultatie worden aangeboden.
Auteurs: Caspar van der Winden en Arnout Rodewijk zijn advocaat bij HVG Law LLP.
Dit artikel is verschenen in cm: 2019, afl. 10.