
Schending van een auteursrecht is iets wat veel bedrijven uiteraard zoveel mogelijk willen voorkomen. In ieder geval zal de beschuldiging ervan rauw op het dak kunnen vallen, zeker als werknemers of ingehuurde zelfstandigen dit zonder medeweten van werkgever of opdrachtgever hebben gedaan. Niet alleen opleidingsinstituten en uitgeverijen kunnen hiermee geconfronteerd worden, maar zeker ook andere bedrijven, zoals blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag.
In de betreffende uitspraak ging het om een bedrijf dat zich bezighoudt met de advisering op het gebied van (grond-) en waterbeheer. Het bedrijf heeft ongeveer dertig overwegend hooggeschoolde medewerkers in dienst en werkt voor overheden en bedrijven. Een fysisch geograaf is in dienst getreden als senior onderzoeker. Voor die tijd was deze medewerker in dienst bij een onderzoekinstituut van een universiteit. Op enig moment stuurt de medewerker, tot dat moment beschouwd als een gewaardeerde kracht, het bericht op zoek te willen gaan naar een andere baan met (kort gezegd) meer inhoudelijke uitdaging. Bij zijn werkgever zou de inhoud van het werk niet leidend genoeg zijn. De kwaliteit van het werk en een behoefte aan onafhankelijk kunnen werken zouden het noodzakelijk maken om verder te gaan kijken. De werkgever wil daarop in overleg met de werknemer, omdat het bericht nogal als verrassing komt. De werknemer geeft aan dat hij er nog niet aan toe is om de condities rond zijn vertrek te bespreken. Er wordt ondertussen ook gevraagd naar de stand van zaken over bepaalde projecten waar de werknemer mee bezig is. De werknemer reageert daar echter niet op.
Onrust
Bij andere medewerkers ontstaat onrust door berichten van de werknemer dat er spanningen zijn tussen hem en de werkgever. Na de vraag van werkgever wat de interne mededeling moet zijn over het aanstaande vertrek, geeft de medewerker aan dit nog niet te kunnen of willen aangeven, omdat hij daarover eerst juridisch advies wil inwinnen.
Vervolgens meldt de medewerker zich ziek. Gevraagd naar door de medewerker over te dragen projecten, constateert de werkgever dat wezenlijke projectinformatie ontbreekt. Er wordt opheldering gevraagd en na aandringen komt de spreekwoordelijke aap uit de mouw: de werknemer blijkt zijn werk te hebben gedaan met data, modellen en tools van zijn vorige werkgever. De werkgever moet daar alsnog een licentie voor zien te krijgen. De werkgever gaat daarover in gesprek met het onderzoeksinstituut van de universiteit, maar vindt het handelen van de werknemer in ieder geval onaanvaardbaar.
Beëindiging dienstverband
De werkgever ziet door deze ontwikkelingen geen toekomst meer voor de werknemer bij het bedrijf en geeft daarop dan ook aan het dienstverband te willen beëindigen. Er wordt een lijst met ontbrekende projectgegevens verstrekt, met de opdracht die op te leveren. Dat gebeurt niet en uiteindelijk meldt de werknemer dat de werkgever het auteursrecht niet heeft van de van hem verlangde gegevens. De werkgever meldt dit, als auteursrechten zijn overtreden, een buitengewoon ernstige zaak te vinden, maar dat de overtreding feitelijk al heeft plaatsgevonden. Er is dan ook, volgens de werkgever, geen reden om die gegevens aan de werkgever te onthouden. De werkgever schat in dat er twee manjaren nodig zullen zijn om het ontbrekende werk alsnog te verzamelen. Er is sprake van wanprestatie en de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Voor zover dat anders zou zijn, is er in ieder geval sprake van ernstig verwijtbaar handelen en/of ernstige verstoring van de arbeidsverhouding.
Zaak
De werknemer wil dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt afgewezen. Als dit toch wordt toegewezen, wil hij toekenning van een transitievergoeding en bovendien een forse billijke vergoeding. Hij heeft daarnaast nog een aantal klachten over de werkgever. Hij heeft niet structureel aan een project kunnen werken en is alleen daarover geconsulteerd. Er wordt geen goede kwaliteit geleverd en er worden systeemfouten gemaakt dan wel toegedekt. Hij vindt dat hij geen werk moet afgeven waarop auteursrechten van derden rusten. Hij vindt dat hij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De verstoring van de arbeidsverhouding komt volgens hem doordat hij heeft aangegeven zich niet te kunnen verenigen met de manier waarop werkgever omgaat met de belangen van opdrachtgevers en andere stakeholders.

Uitspraak
De kantonrechter vindt dat de schending van het auteursrecht vaststaat. Volgens de kantonrechter staat echter, op grond van een productiestaat die de werkgever zelf in het geding heeft gebracht, ook vast dat het volgens het onderzoeksinstituut waar de werknemer voorheen werkte ondoenlijk is om met de werkgever alsnog licenties af te spreken. Het onderzoeksinstituut gaat ervan uit dat de werkgever te goeder trouw heeft gehandeld en wil de zaak daarom verder laten rusten. Voor de kantonrechter is duidelijk dat het op de weg van de werknemer lag om mee te delen dat hij gebruikgemaakt had van gegevens en modellen waarop auteursrecht van derden rustte. De werknemer is in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst te kort geschoten. De werknemer schoot ook te kort door het niet-afgeven van alle gegevens aan zijn werkgever. Het is aan de werkgever om al dan niet van die gegevens gebruik te maken en/of hiervoor alsnog toestemming te geven. De werknemer wordt dan ook veroordeeld de gegevens alsnog af te geven. De kantonrechter vindt alle tekortkomingen van werknemer echter niet ernstig genoeg om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen. Werknemer functioneerde tot dat moment naar behoren en de vorige werkgever bleek geen onoverkomelijke bezwaren tegen het gebruik te hebben. Het probleem voor de werkgever is dus opgelost.
Aannemelijk is ook dat de werknemer wel bereid was geweest tot overhandiging van de gegevens, als niet alleen gesommeerd was tot afgifte, maar eerder de welwillende reactie van de vroegere werkgever gedeeld was met de werknemer. Ook de kantonrechter is dus in eerste instantie soepel voor de werknemer. Wel is volgens de kantonrechter aannemelijk dat de arbeidsverhouding verstoord is. Op die grond ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst, met toekenning van de reguliere transitievergoeding. De vraag om de extra billijke vergoeding wijst de kantonrechter af, nu volgens hem niet blijkt van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Nu er geen sprake is van ernstig handelen van de werkgever, blijft ook het concurrentie- en/of relatiebeding in stand, waarvan de werknemer had gevraagd om dit te laten vervallen. Er blijkt ook niet dat het de werknemer daadwerkelijk in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van werkgever werkzaam te zijn.
Commentaar
Het beeld ontstaat dat de werknemer in deze specifieke zaak lange tijd onnodig buitengewoon nerveus is geweest om het auteursrecht van vorige oude werkgever. Universiteiten zijn er soms zelfs trots op dat hun onderzoek goed gebruikt wordt in de praktijk, maar willen daar wel de credits voor krijgen, zodat ze dit ook weer kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld promotiedoeleinden van de opleiding. De soepele opstelling van zijn voormalige werkgever levert hem uiteindelijk nog wel een transitievergoeding op.
In veel andere situaties kan de schade voor een nieuwe werkgever uiteraard heel groot zijn, als bij het bedrijf buiten diens medeweten een medewerker auteursrechten van derden overtreedt. Zonder soepele auteursrechteigenaar is de kans ook groot dat er aan de overtredende werknemer geen transitievergoeding zal worden toegekend.
De werkgever kan het risico van auteursrechtschendingen en de kans om toch een transitievergoeding verschuldigd te zijn wellicht wel mitigeren. Arbeidscontracten kunnen nadrukkelijke waarschuwingen bevatten; ook kunnen de targetstellingen nog eens bekeken worden, waarbij de druk om direct te ‘leveren’ voor een nieuw aangetrokken werknemer feitelijk te groot kan zijn. Juist als er al direct gewerkt moet worden met gecompliceerde modellen, wat eigenlijk te snel is ten opzichte van een nog kort dienstverband, zou dit een signaal voor de werkgever kunnen (of moeten) zijn dat er mogelijk auteursrechten overtreden worden.
Tot besluit
Juist als een werknemer voor specifieke, elders opgedane kennis wordt aangenomen, kan het koordje waarop gebalanceerd moet worden om een auteursrecht niet te overtreden natuurlijk dun zijn. Bij het aannemen van een medewerker met zulke specifieke kennis, zeker als hij eerst bij een universiteit werkte, zou al direct het auteursrecht hoog op de agenda moeten staan in de planning van werkzaamheden. Bij een match tussen projecten in de nieuwe baan en de door werknemer in de vorige dienstbetrekking verrichte activiteiten en de bij die werknemer aanwezige kennis en vaardigheden, zal ook de bron van de data, modellen en tools die werknemer hanteert bij zijn werk direct duidelijk moeten zijn. Dit vraagt bijvoorbeeld ook om overzicht hiervan bij de nieuwe werkgever.
Auteur: mr. M. Rijsdijk
Zaak: Rechtbank Den Haag, 8 mei 2019 (gepubliceerd 10 oktober 2019), zaaknummer 6667941 EJ18-81262
Dit artikel is eerder verschenen in F&A Actueel 2019, afl. 12.