
De International Accounting Standards Board (IASB) heeft in december het voorstel om een einde te maken aan de wildgroei van winstbegrippen bekendgemaakt. Ook de Europese effectenmarkttoezichthouder Esma wil zo snel mogelijk dat beursgenoteerde bedrijven vaste winstbegrippen gaan gebruiken.
Bij de IASB bracht voorzitter Hans Hoogervorst het voorstel naar buiten door drie nieuwe, vaste definities uit te vaardigen. Dat moet een einde maken aan winstbegrippen zoals ebit, ebita, ebitda en winst voor of na bijzondere posten. Door deze verschillende termen, die ondernemingen veel gebruiken, is het bijna ondoenlijk voor investeerders om de winst van bedrijven te vergelijken.
Onderzoek ESMA
Slechts een op de zeven bedrijven houdt zich aan de regels voor het gebruik van andere winstbegrippen dan nettowinst, blijkt uit een onderzoek van ESMA. Van de 123 onderzochte bedrijven, waar Esma geen namen van bekendmaakt, voldeden slechts zestien partijen. In alle andere gevallen gaven bedrijven niet bij alle alternatieve winstcijfers de verplichte toelichting of waren ze te karig met uitleg. De Europese toezichthouder vindt dat er te veel manieren zijn waarop bedrijven hun resultaten publiceren en vindt dat beursgenoteerde bedrijven daarom nog eens goed moeten kijken naar ‘de bruikbaarheid van alle alternatieve prestatiemaatstaven die ze gebruiken’, schrijft de toezichthoudersclub in zijn rapport.
Drie vaste winstbegrippen
De IASB stelt nu drie vaste winstbegrippen voor, naast de klassieke nettowinst. De belangrijkste is het operationeel resultaat. Daarnaast gaat het om het bedrijfsresultaat inclusief baten en lasten uit volledige deelnemingen en joint ventures en om winst vóór financiering en inkomstenbelasting.
Verder krijgen bijzondere posten een vaste definitie. Het gaat om alle officiële documenten met winstcijfers, zoals (half)jaarcijferberichten, jaarverslagen en verplichte documentatie, bijvoorbeeld bij uitgiftes van bijvoorbeeld aandelen.
Bekijk hier de samenvatting van het voorstel
Het voorstel van de IASB staat nu open voor commentaar. Na deze consultatie volgt een definitief voorstel en moeten bedrijven de nieuwe standaarden naar verwachting begin 2021 gebruiken.
Verschillende manier eigen invulling
Hoogervorst gaf een paar jaar geleden al aan moeite te hebben met het gebruik van verschillende winstbegrippen. ‘Het probleem is dat ebitda niet is gedefinieerd in IFRS. Bedrijven geven daardoor op verschillende manieren een eigen invulling aan dit begrip waardoor cijfers niet meer vergelijkbaar zijn. De ene onderneming neemt bijvoorbeeld de rente niet mee in de vaste lasten terwijl een andere onderneming deze wel meeneemt. Verder sluit ebitda kosten uit die belangrijk zijn om te kunnen vaststellen of een onderneming gezond is. Door bijvoorbeeld de post afschrijvingen uit te sluiten kunnen bedrijven die veel gebouwen en machines in bezit hebben de resultaten er mogelijk gezonder laten uitzien dan ze in werkelijkheid zijn.’
Lees ook: IASB gaat meer winstbegrippen definiëren
Geen standaardzetter voor niet-financiële informatie
Daarnaast was Hoogervorst tijdens een symposium van Eumedion, belangenbehartiger van institutionele beleggers, niet te porren voor een standaardzetter voor niet-financiële informatie. Dat had Eumedion wel aan hem gevraagd. ‘Ik ga daar niet op in. Dit is een vraag aan de trustees van de IFRS Foundation. Tegelijkertijd maak ik duidelijk dat het denken bij ons niet stil staat. We kijken verder dan de jaarrekening alleen. Ik breng de green paper dan ook graag onder de aandacht bij de trustees.’ Hoogervorst constateerde ook dat niet-financiële verslaggeving een wel erg breed begrip is. ‘Van impact op het milieu, diversiteit tot aan ESG-standaarden. Die aspecten krijgen ook financieel gezien uiteindelijk wel hun weerslag in de klassieke jaarrekening. Maar het is nu al onmogelijk om alle financiële informatie op te nemen. Om voor niet-financiële informatie guidance voor te geven, hebben we een niet-bindende handleiding gemaakt voor het bestuursverslag. Die hebben we onlangs herzien. Het bestuursverslag is wat ons betreft het beste platform voor informatie over immateriële activa.’
Lees ook: