
Overnames leveren gemiddeld genomen echt geld op, vooral bij het ‘doelwit’ maar ook bij de ‘jager’. Alhoewel die laatste regelmatig zijn geld beter anders had kunnen investeren. En dat laatste zit niet lekker. Mogelijk is de betaalde premie, dat is het verschil tussen de overnameprijs en de zelfstandige waarde van het doelwit, helaas wat te hoog geweest. Of ook kunnen verwachte synergie-effecten, in termen van voordelen van samenvoeging, in de praktijk niet gerealiseerd worden. Of heel misschien is er verkeerd gerekend. Daarover gaat dit artikel. We bekijken typen fouten die voor komen en hoe die zijn te voorkomen.
Haast altijd fouten
Een zeer ervaren investeringsbankier vertrouwde mij eens toe dat hij in waarderingen van anderen haast altijd fouten vond. Nu moet direct gezegd worden dat dit ook wel enigszins ‘sectoreigen’ kon zijn, maar ervaringen van anderen en mijzelf bevestigen dit beeld. Een ‘mooi’ voorbeeld was een rekenmodel bij een bedrijf waar een hogere kostprijs tot meer winst leidde, maar er zijn ook subtielere fouten te maken. Zelfs al maak je gebruik van een standaardformat. Het model krijgt dan al gauw de schuld, maar het gaat dan eigenlijk om de toepassing ervan. Laten we eens kijken naar twee soorten oorzaken van rekenfouten.
Het verhaal klopt niet
Veel van ons kennen wel het hockeystickeffect. Helaas is het waarderingsobject wel wat achteruit gehobbeld, maar er zijn hoopvolle signalen voor de toekomst die meer dan volop in de prognoses tot uiting komen. Maar zijn er ook echt orders genoteerd en zijn die nieuw of gewoon vernieuwd? Is de regelgeving ten goede veranderd of hoopt men alleen daarop? Door dit soort wankele zaken kan dan wel heen worden geprikt , maar het is moeilijker om te bestrijden dat slechte productie echt wordt aangepast of afgestoten… Of dat de bank het rentetarief met een volle procent punt gaat verlagen… Of dat de concurrentie blijft slapen…
Het telwerk is fout
Wie niet alleen rechtstreeks vanuit kengetallen naar waarde toerekent maar ook balansen, resultatenrekeningen, kasstroomoverzichten en vermogensoverzichten maakt, vindt al gauw uit dat bepaalde dingen niet kunnen kloppen. Zo lukt flink groeien zonder extra geld erbij vaak niet. Modellen zetten echter zelf niet altijd waarschuwingslampjes aan, terwijl er toch echt verkeerd wordt geteld. Wel investeren maar niet afschrijven (of omgekeerd) lukt eigenlijk niet, maar in modellen helaas wel. En een lening is in Spanje meestal duurder dan in Nederland, maar een model protesteert niet wanneer dat niet wordt meegenomen.
Hoe moet het wel?
Er zijn geen pasklare manieren om beter met modellen aan overnames te rekenen, maar misschien helpt het volgende rijtje:
- ‘Beluister het verhaal’ achter de sommen en spreek er met anderen over;
- Wees niet beschaamd om (aanvankelijk) vuistregels te gebruiken;
- Werk vanuit hoofdlijnen naar details en af en toe ook weer terug;
- Neem de tijd om het rekenwerk te volmaken, vooral bij weinig ervaring;
- Bewaar oude versies en controleer regelmatig elkaars werk. Schrijver dezes kan niet zeggen dat hij zichzelf altijd aan deze ‘Top 5’ houdt, maar wel dat hij geprobeerd heeft om dit stukje ook in deze trant op te schrijven.
Dr. W. (Wim) Westerman is universitair docent bij de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij werkt bij de sectie Financiering van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
Lees ook
Kilian Wawoe: Overnames zijn als Russische roulette
Wetsvoorstel naar Tweede Kamer voor 250 dagen bedenktijd bij vijandige overname