
Al vaker heb ik een blog geschreven over administratieve lastenverlichting. Onlangs heb ik namens Fizi deelgenomen aan de ronde tafel bijeenkomst van VWS met NBA/Coziek. Het thema Administratieve lasten blijkt een veelkoppig monster dat via allerlei perspectieven steeds weer de kop opsteekt. Soms begrijpelijk maar niet altijd helpend. Zie bijvoorbeeld de NBA-alert ‘Impact coronavirus op de accountantswerkzaamheden’. Het zijn logische gevolgen in een systeem waar elke partij haar eigen rol te spelen heeft.
Een andere keten is die van de zorginkoop Wet langdurige zorg (WLZ). De rol die de zorgkantoren toebedeeld krijgen, is het verdelen van de WLZ-middelen. Omdat in het definiëren van deze rol naast effectieve inkoop ook ‘Kwaliteit van zorg’ is opgenomen, krijgen we een bijzondere situatie. Naast de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), die toezicht houdt op de kwaliteit van zorg, is dus ook het Zorgkantoor op zoek naar eigen mogelijkheden om kwaliteit en middelenverdeling te koppelen. Op zich niet helemaal vreemd omdat een inkoper opzoek is naar de juiste verhouding van het in te kopen product en de kwaliteit die je er voor krijgt.
Kostenonderzoek
Echter in het WLZ-systeem heeft NZa in 2019 de tarieven bepaald op basis van een kostenonderzoek. Deze tarieven zijn bepaald als maximumtarieven wat niet rijmt met een kostenonderzoek. Toezicht houden op kwaliteit van de zorg is het werk van de IGJ. Het Zorgkantoor is de volgende partij in deze keten en na een succesvolle periode van uniformering en vereenvoudiging van het inkoopbeleid is vernieuwing van het inkoopbeleid aangekondigd.
Uit de eerste berichten over het nieuwe inkoopbeleid WLZ 2021-2023 blijkt dat wordt overwogen om opnieuw een ‘opslagsysteem’ in te voeren. Dit betekent dat instellingen punten moeten scoren om van een basistarief op het huidige ‘gemiddelde’ tarief (ongeveer 97 procent van het maximumtarief) uit te komen. Deze insteek kan je op verschillende manieren interpreteren en roept de volgende vragen op: vinden VWS en de NZa dat de zorgkantoren hun rol als beheerder van het regiobudget en bewaker van de kwaliteit onvoldoende vervullen? Of is er een gebrek aan vertrouwen in de aanbieders?
‘Door hoepeltjes springen’
Iedereen is het er over eens dat de administratieve lasten moeten dalen. Onze ervaring is dat niet alleen de uitvoerende medewerkers in onze branche daar vreselijk onder lijden, maar ook de backoffices, die onder de almaar toenemende verplichtingendruk ten koste van de handen aan het bed uitdijen. De invoering van een ‘opslagsysteem’ zou betekenen dat we weer een nieuwe module ‘door hoepeltjes springen’ aan het contracteerbeleid van zorgkantoren toevoegen. En die waren de laatste jaren juist zo goed bezig! Gemeenten kunnen er een voorbeeld aan nemen. Hierdoor ontstaat een spagaat: de ene overheid wordt gemaand om de (jeugd)zorg te bevrijden van de administratieve druk door eenvormigheid te betrachten, terwijl de andere overheid het voornemen heeft om partijen die succesvol administratieve lasten hebben teruggebracht met nieuwe systemen te belasten.
Mijn oproep hierin zou zijn om het belang van de zorg voorop te stellen. De belangen van alle partijen in de keten moeten hier congruent aan zijn.
cm: nieuwspanel: iedere week blikt iemand uit ons cm: nieuwspanel terug op het belangrijkste nieuws voor de controller. Deze week: Martin Lijssen, voorzitter sectorbestuur gehandicaptenzorg voor Fizi, Netwerk van zorgfinancials.