
De Belastingdienst kan bestuurders van een vennootschap in privé (!) aansprakelijk stellen voor de voldoening van de loonheffingen en omzetbelasting. Voorwaarde is dat de vennootschap deze heffingen niet kan betalen en deze betalingsonmacht bovendien een gevolg is van onbehoorlijk bestuur. Daarvan is (onder andere) sprake als de bestuurder de betalingsonmacht niet (tijdig) heeft gemeld bij de Belastingdienst.
Verwacht een ondernemer dus dat de vennootschap de verschuldigde loonheffingen en/of omzetbelasting definitief niet kan betalen, dan is het ter voorkoming van de bestuurdersaansprakelijkheid nodig een ‘melding betalingsonmacht’ te doen. Deze melding moet gedaan worden binnen 2 weken (!) nadat de vennootschap de loonheffingen en/of omzetbelasting uiterlijk had moeten voldoen. Hoewel de melding vormvrij is, kan desgewenst gebruik gemaakt worden van een digitaal formulier.
Aparte melding betalingsonmacht niet meer nodig
Het Ministerie van Financiën heeft op 7 april 2020 goedgekeurd dat een aparte melding betalingsonmacht niet meer nodig is als de vennootschap (of een andere vpb-plichtige rechtspersoon) om uitstel van betaling in verband met de coronacrisis gaat vragen voor loonheffingen en/of omzetbelasting. Dit geldt voor zowel de al verstreken tijdvakken als voor de toekomst.
Voorbeeld van BV
De BV draagt haar loonheffing over de maand februari 2020 in verband met de coronacrisis niet af. Op 24 april 2020 volgt de naheffingsaanslag. Hiervoor doet de BV een verzoek om uitstel in verband met de coronacrisis. Deze wordt als melding betalingsonmacht aangemerkt niet alleen voor de komende tijdvakken. Ook voor de maand februari is de melding tijdig. Dat betekent dat de BV dus niet een aparte melding en een verzoek om uitstel hoeft te doen.
Auteur: Mr. Geert de Jong
Bureau Vaktechniek Fiscaal van Grant Thornton Accountants en Adviseurs (BVTFiscaal@nl.gt.com).
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 4.