
Wat zijn de ervaringen van controllers met de Coronacrisis? Wat kunnen ze vanuit huis doen? En wat komt er op hun af? Vijf verhalen uit de frontlinie.
‘Mijn werkdagen zijn op dit moment bizar druk’

Maarten Sielcken, cfo bij Domus Magnus.
‘Ik ben twee dagen in de week op kantoor. De rest van de tijd werk ik vanuit huis’, aldus Maarten Sielcken, cfo bij Domus Magnus, een particuliere woonzorgorganisatie met zestien verpleeghuizen. ‘Sinds 12 maart zijn de verpleeghuizen gesloten. Alleen de medewerkers zelf – de kok, de verpleging – mogen naar binnen. In vier huizen hebben er Coronabesmettingen plaatsgevonden. Daar worden de besmette patiënten in hun appartement geïsoleerd en vindt cohortverpleging plaats. De impact die het heeft op de bewoners en medewerkers is groot. Van de bewoners heeft het merendeel dementie in verschillende stadia en begrijpt niet waarom er geen bezoek meer is. We hebben al vrij snel een crisisbeleidsteam geformeerd. Daar zit ik niet in. Het team is vooral gericht op de medische aspecten en de communicatie die daaruit voortvloeit. Daar zit niet mijn expertise.
Geen tijd om te lunchen
‘Mijn werkdagen zijn op dit moment bizar druk. Ik smeer ‘s ochtends al mijn boterhammen omdat ik anders geen tijd heb om te lunchen. Dat ik het extra druk hebt komt vooral doordat ik nu meer zaken in mijn portefeuille heb. En er is meer overleg met vestigingen. Dat doen we via Microsoft Teams. Wat hebben ze nodig? Mijn grootste zorg naast de gezondheid van bewoners en medewerkers is op dit moment de continuïteit. Wat is de bedrijfseconomische impact van de Coronacrisis? Je krijgt wellicht te maken met cliënten die de woonservicekosten niet meer kunnen opbrengen. In het meest grimmige scenario duurt deze situatie zes maanden en krijgen we te maken met leegstand. Zorgverzekeraars compenseren de extra kosten die zorgorganisaties maken door de Coronacrisis maar niet al onze kosten zijn daarmee afgedekt. In reguliere ouderenzorg zit wonen en zorg aan elkaar vast. Bij ons zijn die twee gescheiden. Dat zorgt voor een ondernemersrisico.’
Lees ook: Half miljard om gemeente en provincie coronacrisis door te helpen
‘Het voelt alsof ik weer op mijn studentenkamer zit’

Alexander Kousbroek, finance director Port of Amsterdam.
‘Op ons eerste kwartaal heeft de Coronacrisis nog weinig impact gehad’, aldus Alexander Kousbroek, finance director Port of Amsterdam. ‘Sinds 17 maart mogen er geen cruiseschepen meer aanleggen. We zullen waarschijnlijk een van onze deelnemingen moeten compenseren voor de te verwachten verliezen. Een andere zorg is de impact die de Coronacrisis heeft op onze overslag. Daarvoor maken we op dit moment scenario’s. Als de economie voor een langere tijd krimpt kunnen sommige bedrijven wellicht de erfpacht of huur niet betalen. In een normale situatie hanteer je in je debiteurenbeheer strikte regels waar je alleen in uitzonderlijke gevallen van afwijkt. Dat is altijd een spanningsveld tussen finance en commercie. Die vraagt soms of het niet wat soepeler kan. Van die formele opstelling is nu geen sprake. We rekenen geen rente en geven onze klanten meer tijd om hun nota’s te betalen. We willen ze niet in de problemen brengen. Tegelijkertijd moeten we ook onze eigen liquiditeit in de gaten houden. Dat is wel een balanceeract.’
Helft organisatie werkt thuis
‘Ongeveer de helft van organisatie werkt op dit moment vanuit huis. De rest zorgt voor de nautische ondersteuning zoals het bedienen van de sluizen. Dat kun je niet vanuit huis doen. Zelf valt het thuiswerken mij niet mee. Ik heb veel meetings via Microsoft Teams. Dat is vermoeiender dan een normale vergadering merk ik. Het vergt meer van je zintuigen. Ik ben ook minder productief omdat ik de tijd moet verdelen tussen werk en de zorg voor onze twee kinderen. Die zijn twee en vijf jaar. Samen met mijn vrouw heb ik een schema waardoor we tijdens de dag om en om kunnen werken. Het is leuk om je kinderen zoveel te zien maar ik ben geen onderwijzer. En het valt niet mee om continu op dezelfde plek te zitten. Mijn bureau staat op zolder. Het voelt alsof ik weer op mijn studentenkamer zit. Alleen dan zonder de ontspanning.’
Lees ook: Vooral meer bedrijfsmatige huurachterstanden tijdens de coronacrisis
‘Als controller ben ik in deze tijd heel erg op mijn hoede’

Annemarie Derwort, controller bij tomatenkwekerij Fanqie Molenaar.
‘Mijn grootste zorg is of we genoeg uitzendkrachten vinden als straks het oogstseizoen losbarst,’ aldus Annemarie Derwort, controller bij tomatenkwekerij Fanqie Molenaar. ‘Op dit moment hebben we er vijftig maar over drie weken moeten we er dertig bijhebben. Dat gaat via de normale weg niet lukken. Onze uitzendkrachten komen uit Moldavië, Polen en Roemenië. Eind februari begonnen we ons zorgen te maken. Op dat moment hadden we eigenlijk meer uitzendkrachten dan we nodig hadden. Voor de zekerheid hebben we ze in dienst gehouden. Daardoor kunnen we het werk nu redelijk goed aan. Daarnaast onderzoeken we of we scholieren en studenten als uitzendkracht kunnen inzetten.’
‘Ik houd netjes afstand’
‘Ik ga nog steeds naar kantoor. We houden wel netjes afstand en blijven uit de kassen. De hygiëne maatregelen waren eind november al aangescherpt vanwege een tomatenvirus dat vorig jaar opdook in Nederlandse tuinbouwkassen. Als controller ben ik in deze tijd heel erg op mijn hoede. Ik kijk vaak op de zakelijke rekening. We kregen nog geld terug van een elektriciteitsleverancier. Die heb ik zitten stalken tot het geld op de rekening stond. Voor onze tomaten hebben we een vaste afnemer. De tomatenprijs is goed maar gaat die ons betalen? De afgelopen weken hebben we gezien hoe snel zaken veranderen. Mijn man is een internet ondernemer. Hij heeft een app voor luchtvaartpersoneel en zit vol in de hoek waar de klappen vallen. De gebruikers doen niets meer met de app. Zijn omzet is gehalveerd en hij moet veel medewerkers ontslaan. Dat zet het wel in perspectief. Als het op de kwekerij blijft lopen en we kunnen de tomaten kwijt kan het nog best een goed jaar worden.’
Lees ook: Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting
‘We zijn gewend snel te schakelen’

Arthur Cox, controller en manager bij drie McDonald’s.
‘Als dit niet langer dan twee maanden duurt, kunnen we het verlies hebben’, schat Arthur Cox, controller en manager bij drie McDonald’s restaurants in Nieuwegein en IJsselstein. ‘Dat we dicht moesten, kwam niet helemaal als een verrassing. Begin maart kregen we vanuit McDonald’s Nederland al bericht dat we rekening moesten houden met een mogelijke sluiting. Maar de snelheid waarmee de maatregelen werden uitgerold was wel een verrassing. Na de persconferentie op 15 maart moesten we binnen twintig minuten sluiten. Er vormden zich al snel lange rijen voor de McDrive. Gelukkig zijn de restaurants maar even dicht geweest. De volgende dag om half vier hoorden we dat de McDrive open mocht. Dat was een grote opluchting want de omzet komt voor vijftig procent uit de drive. Het vergt operationeel wel wat aanpassingen. Om in de keuken anderhalve meter afstand te kunnen houden werken we met minder mensen. Het assortiment is ook beperkter. De aanvoer van producten is gelukkig geen probleem. We zijn gewend snel te schakelen.’
Drukker met operationele zaken
‘Ik heb het nu drukker met operationele taken dan met mijn werk als controller. Normaal kan ik heel strak plannen op omzet en personeelskosten. Die ramingen en planningen kunnen nu het raam uit. Door alle maatregelen die we hebben moeten nemen, zitten we op zeventig procent van onze normale omzet. Op dit moment onderzoeken we of we gebruik gaan maken van de noodmaatregel om een deel van de loonkosten terug te krijgen. In principe komen we er voor in aanmerking maar wij worden op dit moment niet het hardst getroffen door de crisis. Moet je wel gebruik maken van die pot als je genoeg vlees op de botten hebt? Het probleem is dat niemand weet hoelang dit nog gaat duren.’
Lees ook: Jaap Koelewijn: Een andere wereld na Corona?
‘Het is complex’

Jolanda van Tongeren, gemeente Almere.
Door de hele coronasituatie is Jolanda van Tongeren, gemeente Almere, heel sterk met verantwoording bezig. ‘Sommige zorgverleners leveren geen productie, maar het rijk geeft op dit moment aan ‘betaal wel door’. Wat houdt dat dan in, dat rechtmatig doorbetalen? Hoe organiseer je dat? Daar ben ik bij de gemeente Almere in een werkgroep mee bezig,’ vertelt Jolanda van Tongeren, strategisch adviseur business accounting binnen het team Audit bij de gemeente Almere. ‘Maar ook gecombineerd met een werkgroep vanuit de VNG en een werkgroep vanuit de NBA. Om te kijken hoe de controles voor 2020 er straks uit gaan zien en hoe we het moeten organiseren om vast te stellen dat het doorbetalen van zorgcontinuïteit, maar ook het betalen van meerkosten die op dit moment gemaakt worden rechtmatig worden betaald.’
Samen een balans vinden
Als er liquiditeitsproblemen zijn kunnen zorgverleners nu ook voorschotten bij de gemeente aanvragen. Van Tongeren: ‘In principe blijven ze de productie die ze maken gewoon declareren. Maar daar waar ze geen productie maken, bijvoorbeeld omdat ze niet bij een cliënt terecht kunnen, of omdat de dagbesteding gesloten is, heeft de zorgaanbieder in principe omzetderving. Daarom zegt het rijk dat gemeenten dat we zoveel mogelijk moeten doorbetalen. Maar wat is dan de schade van dat doorbetalen? Hoe verhoudt zich dat dan tot je contracten en regelgeving? En wat ga je dan echt afrekenen? Hoe weet je dat ook de zorgverlener niet op andere voorzieningen een beroep heeft gedaan en opeens dubbele inkomsten heeft? Daar moet je met elkaar een balans in vinden. En daar moet je in de verantwoording weer wat voor vinden. Hoe kom je dan tot zo’n schadebedrag. Daar ben ik nu ook druk mee bezig. In mijn eigen gemeente, maar ook in overleg met landelijke partijen. Het is complex. Maar ik probeer in de complexiteit te kijken naar de ‘makkelijke’ lijnen, waar gaat het uiteindelijk over en hoe kunnen we verder?’
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 5.