
Btw-ondernemers die kosten doorbelasten verrichten niet in alle gevallen een prestatie die is belast met btw. Over het algemeen wordt de btw-heffing van het doorbelasten van kosten als een moeilijk onderwerp beschouwd door btw-ondernemers. Gedurende lange tijd werd gedacht dat het doorbelasten van kosten aan een derde altijd een voor de btw belaste prestatie opleverde. Maar er zijn uitzonderingen. Cm: legt uit hoe het zit.
De Hoge Raad heeft in haar uitspraak van 29 september 2017 de gedachte, waarin het doorbelasten van kosten altijd een btw belaste prestatie is, doorbroken. Het enkele doorbelasten van kosten is niet zonder meer een prestatie voor de btw, zo oordeelde de Hoge Raad. Uit het oordeel van de Hoge Raad volgt dat het doorbelasten van kosten pas een belaste prestatie voor de btw is indien de btw-ondernemer die de kosten doorbelast, iets moet doen of moet nalaten in relatie tot de partij aan wie de kosten worden doorbelast.
Wanneer een holding enkel kosten doorbelast, bijvoorbeeld de voor de directeur-grootaandeelhouder betaalde onkosten, zonder dat daarbij verdere afspraken zijn gemaakt, dan is geen sprake van een btw-belaste prestatie. De holding zal hierdoor geen recht op btw-aftrek hebben, tenzij de holding nog andere activiteiten verricht die wel met btw belast zijn.
Pas als de holding onkosten doorbelast aan een vennootschap voor wie zij administratieve werkzaamheden verricht, en deze onkosten in verband met de overeengekomen administratieve werkzaamheden zijn gemaakt, dan is het doorbelasten van de kosten belast met btw.
De redenering van de Hoge Raad ziet op de vraag of er een prestatie van de btw-ondernemer jegens de derde wordt verricht. Het doen van de administratie van een werkmaatschappij, als bijkomende verplichting voor de holding, wordt beschouwd als een prestatie die de holding verricht aan de werkmaatschappij.
Het slechts doorbelasten van kosten is in beginsel niet belast met btw maar indien er afspraken worden gemaakt waaruit verplichtingen voortvloeien is de prestatie volgens de Hoge Raad wel belast met btw.
Wanneer een btw-belaste prestatie gewenst is, bereken dan een vergoeding of een opslag bij het doorberekenen van kosten, omdat de betaling van een vergoeding op opslag impliceert dat de btw-ondernemer die de kosten doorbelast niet enkel de kosten doorbelast, maar daarbij extra werkzaamheden of service verleent.
Waarom is een btw-belaste prestatie gewenst?
Een btw-ondernemer heeft recht op btw-aftrek op zijn inkopen voor zover de btw-ondernemer btw-belaste prestaties verricht. De btw die de btw-ondernemer betaalt bij de inkoop van middelen die het bedrijf dienen kan de btw-ondernemer terugvragen aan de Belastingdienst.
Het doorbelasten van kosten zonder dat daarbij sprake is van een verplichting tot een doen of nalaten is niet met btw belast en leidt dus niet tot btw-aftrek. Dit kan een nadeel zijn voor de btw-ondernemer die de kosten doorbelast, omdat deze btw-ondernemer de btw op inkopen niet in aftrek kan brengen. Voor de btw-ondernemer die de kosten doorbelast krijgt kan dit juist een voordeel zijn, namelijk in de situatie waarin de btw-ondernemer aan wie de kosten worden doorbelast geen recht op btw-aftrek heeft.
Btw en doorlopende posten
Het doorbelasten van kosten moet onderscheiden worden van doorlopende posten. Worden er kosten gemaakt op naam en voor rekening van een ander, en worden deze kosten aan hem doorberekend, dan is sprake van een doorlopende post. Een voorbeeld zijn leges voor een omgevingsvergunning die een aannemer voor zijn opdrachtgever betaalt.
Bekijk uw overeenkomsten
Een btw-ondernemer die zijn kosten doorbelast aan een derde moet aandacht besteden aan de vraag of het doorbelasten van de kosten gemoeid gaat met een extra verplichting. Vloeien er via afspraken met de btw-ondernemer aan wie de kosten worden doorbelast verplichtingen, dan is het doorbelasten van kosten een prestatie belast met btw. Het is over het algemeen wenselijk voor de btw-ondernemer die de kosten doorbelast om een belaste prestatie te leveren aangezien hij zo de btw die is gemoeid met de kosten terug kan vragen.
Een btw-ondernemer die zeker wil zijn van een recht op teruggave van btw bij het doorbelasten van kosten moet bekijken in hoeverre een overeenkomst voldoet aan de eisen die de Hoge Raad heeft gesteld. Veel btw-ondernemers hebben hun overeenkomsten naar aanleiding van dit Hoge Raad arrest inmiddels aangepast.
Auteur: mr. Carola van Vilsteren
Lees hier meer artikelen uit de rubriek btw
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 6