
Wie zich verveelt, kan ik een 68 pagina’s lang document van de Europese Unie aanbevelen. Hierin staan de conclusies van de EU-top die van 17 tot 22 in juli in Brussel is gehouden. Al lezend worstel je met een brij van woorden, waar echter voor elk wat wils uit te halen valt. Zo krijgen Malta en Cyprus als bijzondere eilandstaten enige hulp. Maar het echte thema is natuurlijk de Coronacrisis en de afgesproken hulp aan vooral de meest getroffen landen.
Nederland als Obersparkommissar
Onze premier Mark Rutte heeft aan de Top titels als ‘Dutch guy’ en ‘Obersparkommissar’ over gehouden. Over het algemeen zijn we met zijn allen daar in Nederland best blij mee, want er wordt mee aangegeven dat we standvastig, rechtschapen en spaarzaam zijn. En met de uitkomst van de Top mogen we ons ook tevreden stellen, lijkt het. Er wordt minder weggegeven voor Coronahulp dan gepland en de leenvoorwaarden voor de rest zijn strikt. Zo mag het lenen niet langer doorgaan dan tot in 2026 en in 2058 moet alles afgelost zijn.
Dus toch Coronabonds
Nederland heeft zich altijd verzet tegen dergelijke leningen, die eerst Eurobonds en daarna Coronabonds heetten en die Europese Raad nu simpelweg als leningen aanduidt. De EU zal die Coronaleningen aangaan op de Europese kapitaalmarkt, voor eigen rekening. Omdat de EU echter geen soeverein lichaam is, wordt hierdoor de Nederlandse staatsschuld verhoogd. Over de duim komt het Nederlandse deel van leningen op ongeveer 25 miljard euro, wat onze staatsschuld in feite met een ruwe 5 procent doet stijgen, wel iets om rekening mee te houden.
Hoe lang is tijdelijk?
En dan is er nog wat. Nederland geeft weer (op papier tijdelijk) een stuk soevereiniteit op. Financieel gezien begon dat natuurlijk al toen de Europese Centrale Bank leningen op ging kopen, wat een financieel best aantrekkelijke en niet zo langdurige – maar wel risicovolle – bedoening is. Maar met de geplande Coronaleningen gaat de tijdsdimensie nu toch wat anders worden. Om een idee te geven: bij een rentefactor van 2 procent zoals gehanteerd door de EU, is de huidige waarde van 1 euro, terug te ontvangen in 2058, ongeveer 47 cent.
Is weggeven beter?
Maar eigenlijk is er nog iets ergers aan de hand. De verwevenheid van Nederland met andere landen in Europa heeft ontegenzeglijk goede kanten, maar vanuit de financiering van Nederlandse bedrijven gezien worden de nadelen steeds duidelijker. Onze rentevoet (nu nog onbeduidend, maar mogelijk later veel hoger), gaat zich meer naar die van minder kredietwaardige landen toe bewegen. Er komt een stukje politiek risico bij in. Dat is iets om als controller rekening wel mee te houden. Hadden we die 25 miljard euro maar weggegeven!
Geen eiland
Of misschien toch maar niet. Linksom of rechtsom moeten we in Europa verder met elkaar. Tegenspartelen bij de onvermijdelijke komst van een monetaire unie, met ook een eigen en/of gezamenlijke belastingpolitiek, helpt wel degelijk om piketpalen daarvoor te stellen. Verwacht er niet te veel van, maar het alternatief is niet meer dat de geldunie afgestopt wordt, nu Duitsland is bijgedraaid. En uit de euro stappen is ook geen optie, om over een ‘Nexit’ maar te zwijgen. Anders dan Groot-Brittannië, ligt Nederland niet op een eiland.
Dr. W. (Wim) Westerman is universitair docent bij de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij werkt bij de sectie Financiering van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde.