
Naast NOW, Tozo en TVL heeft het kabinet ook maatregelen bekendgemaakt voor sectoren die het moeilijk hebben, zoals de culturele sector, de publieke omroep, dierentuinen, de evenementenbranche en de reisbranche. Aan de uitwerking wordt op dit moment nog hard gewerkt.
Maatregelen voor de culturele sector
De culturele en creatieve sector is belangrijk voor de Nederlandse samenleving, vanwege haar artistieke, sociale én economische waarde. Cultuur en creativiteit zijn onmisbaar, juist in deze tijd. Maar deze sector wordt bovengemiddeld geraakt door de coronacrisis. Het CBS heeft becijferd dat de productie in de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige diensten in het tweede kwartaal van 2020 met 37,4 procent is gedaald. Een deel van de sector – waaronder, theatergezelschappen, orkesten, musea, (pop)podia en bioscopen – functioneert weer in beperkte mate en met een beperkt publiek; sommige activiteiten, waaronder vele festivals, operavoorstellingen en kooruitvoeringen, vinden nog steeds geen doorgang.
Door de beperkende maatregelen blijven de inkomsten laag of ontbreken volledig, terwijl de kosten van vele instellingen, kunstenaars en creatieve professionals doorlopen of zelfs stijgen.
Het kabinet heeft daarom besloten tot een steunpakket voor de culturele sector. Dit steunpakket is aanvullend op de generieke maatregelen, het eerdere aanvullende cultuurpakket van 300 miljoen euro en de 60 miljoen euro voor de schade van gemeenten in verband met de lokale culturele infrastructuur. Het kabinet stelt nu 264 miljoen euro extra beschikbaar voor onder meer de verlenging van het aanvullende cultuurpakket in de eerste helft van 2021, waarmee ook wordt ingezet op innovatie en nieuwe vormen van publieksbereik. Daarnaast komt er 150 miljoen euro beschikbaar voor de lokale culturele infrastructuur en nog eens 68 miljoen euro voor de schade van gemeenten en provincies.
De culturele sector maakt ook aanspraak op generieke maatregelen uit het steunen herstelpakket, waarmee de totale extra bijdrage aan cultuur kan oplopen tot meer dan 700 miljoen euro.
Lees ook: Steun- en herstelpakket: NOW, TOZO en TVL met 9 maanden verlengd
Programmakosten landelijke publieke omroep
Onafhankelijke, betrouwbare en toegankelijke informatie cruciaal. De landelijke publieke omroep speelt hierin een essentiële rol. Tegelijkertijd hebben de maatregelen ter bestrijding van de crisis voor de publieke omroep veel impact gehad en dit heeft tot onvermijdelijke extra kosten geleid. Een deel hiervan vangt de publieke omroep zelf op door onder meer een beroep te
doen op haar reserves.
In aanvulling hierop heeft het kabinet besloten in 2020 eenmalig 19 miljoen euro extra ter beschikking te stellen aan de NPO ter dekking van de gestegen kosten ten behoeve van de uitvoering van haar publieke taak. Dit stelt de publieke omroep in staat om ook in de komende periode die belangrijke rol te spelen.
Tegemoetkoming dierentuinen
Dierentuinen zijn zwaar geraakt door de coronacrisis en lijden als gevolg daarvan grote verliezen. Naar verwachting loopt het omzetverlies in 2020 op tot 132 miljoen euro, terwijl de vaste hoge kosten voor specialistische zorg, huisvesting voor de dieren en noodzakelijk onderhoud doorlopen. Faillissement dreigt daardoor voor veel dierentuinen. Dit kan leiden tot dierenleed en euthanasie van gezonde dieren. Dierentuindieren kunnen namelijk niet zomaar herplaatst worden en blijven ook na een faillissement specialistische zorg nodig hebben. Om het dierenwelzijn van dierentuindieren te waarborgen, is extra steun voor dierentuinen noodzakelijk.
Hierom stelt het kabinet in totaal maximaal 39 miljoen euro beschikbaar om dierentuinen die faillissement moeten aanvragen financieel te ondersteunen. Alleen instellingen die in het bezit zijn van een dierentuinvergunning, bij de Kamer van Koophandel ingeschreven staan onder SBI-code 91041, en die financieel gezond waren voor de crisis, kunnen aansprak maken op de tegemoetkoming. De precieze invulling van de regeling wordt momenteel uitgewerkt.
Evenementenbranche
In de evenementenbranche wordt gesproken over nieuwe verzekeringsinstrumenten, waarmee activiteiten mogelijk weer hervat kunnen worden. Mocht blijken dat een rol voor de overheid hierin aantoonbaar doelmatig en wenselijk is, dan zal het kabinet zich daarop beraden.
Reisbranche
Op 29 mei 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het kabinetsbesluit om de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) een lening te verstrekken van 150 miljoen euro.
Door deze lening kan SGR consumenten schadeloos blijven stellen bij een faillissement van aangesloten reisorganisaties. Tevens kan door deze steun het vouchersysteem in stand blijven, wat de druk op de liquiditeitspositie van de reisaanbieders verkleint. Naast SGR bestaan echter nog enkele andere kleine garantiefondsen/regelingen, die zich ten tijde van het uitwerken van de steun aan SGR nog niet bij het Rijk voor steun hadden gemeld. Een drietal fondsen heeft inmiddels aangegeven van eenzelfde soort faciliteit tegen dezelfde voorwaarden gebruik te willen maken, namelijk VZR Garant, het Garantiefonds voor Gespecialiseerde Touroperators (GGTO) en de Stichting Garantie– en Waarborgfonds Zeilreizen. Daarover vindt op dit moment nog nader overleg plaats. De gesprekken met VZR Garant bevinden zich op dit moment reeds in de afrondende fase, deze leningsfaciliteit zal naar verwachting 2,5 miljoen euro bedragen. Vooralsnog wordt voor leningen aan de kleine garantiefondsen/regelingen 10 miljoen euro aan de EZK-begroting in 2021 toegevoegd.
Het kabinet onderzoekt verder samen met de reisbranche de haalbaarheid en wenselijkheid van een kredietfaciliteit gekoppeld aan bestaande vouchers. Mocht blijken dat een rol voor de overheid hierin aantoonbaar doelmatig en wenselijk is, dan zal het kabinet zich daarop beraden.