
Van oudsher heeft Nederland een decentraal besturingsmodel en dat biedt een aantal duidelijke voordelen wat betreft ondernemerschap. Maar er zitten ook nadelen aan deze hoge mate van vrijheid.
Eind augustus was ik een weekeinde in Rome. Dat was een bizarre ervaring. Het was bij de meeste bezienswaardigheden erg stil. Op het plein van de Sint-Pieter waren hoogstens tien toeristen en vijf verkopers van souvenirs. Het viel mij op dat de discipline van de Italianen om de regels na te leven veel groter is dan in ons land. Iedereen droeg mondkapjes en de 1,5-meterregel werd veel beter nageleefd dan bij ons. Kennelijk zijn de Italianen bereid om te luisteren naar het centrale gezag.
Decentraal besturingsmodel
Dat is in ons land wel anders. Ik observeer zelf in het openbaar vervoer en in de supermarkt dat de naleving matig is. Om nog maar te zwijgen van de illegale feesten en de trouwerij van nota bene de minister van Justitie. Ik denk dat dit iets te maken heeft met de manier waarop onze samenleving is georganiseerd. Van oudsher kent ons land – en dat geldt voor meer landen in het noorden van Europa – een decentraal besturingsmodel. De lokale autoriteiten hebben relatief veel bevoegdheden, terwijl de centrale overheid op hooflijnen stuurt. Dat zien we ook bij bedrijven. Het lokale management heeft veel ruimte voor eigen beleid.
Dit decentrale model heeft een aantal duidelijke voordelen. Het laat ruimte voor ondernemerschap en innovatie. Er is een hoge mate van vrijheid en dat is iets waar mensen goed bij gedijen. Niet voor niets zijn de landen in Noord-Europa de gelukkigste ter wereld. Maar aan deze wijze van ‘managen’ van een samenleving zitten ook nadelen. Vergeleken met andere landen is in ons land de bereidheid om naar instructies van hogerhand te luisteren gering. Iedereen wil overal over meepraten en uiteindelijk zelf kunnen besluiten wat men met richtlijnen/opdrachten doet. Ik heb daar geen hard bewijs voor, maar het is wel een waarneming die ik heel vaak doe. Regels gelden vooral voor anderen.
Lees ook: Blog Jaap Koelewijn: ‘Post-corona: doe iets aan de tweedeling’
Hoe komen we uit deze impasse?
Ik heb mij – met veel anderen uiteraard – afgevraagd waarom ons land het juist nu zo dramatisch slecht doet met het tegengaan van de verspreiding van corona. Als ik terugkijk op de afgelopen maanden dan concludeer ik dat na de eerste harde lockdown – die succesvol was – er geen eenduidig beleid is gevoerd. Men probeerde het met lokale maatregelen en adviezen. Dat werkte dus niet. Het voedde onze ‘ja-maar-ik-weet-het-betercultuur’.
Hoe nu uit deze impasse te komen? De stappen die men nu zet om wel duidelijk te zijn – geen advies maar verplichtingen – zullen helpen. Maar of het werkt, hangt uiteindelijk af van de bereidheid van de burgers om de regels na te leven. Ik denk dat de vermindering van de verwarring en het stoppen met zwalken zullen helpen. Maar toch, het gaat alleen maar werken als iedereen doet wat van hem of haar gevraagd wordt. Ik hoop dat we erin zullen slagen om over onze eigen schaduw heen te stappen en te doen wat van ons gevraagd wordt.
Auteur: Jaap Koelewijn, directeur van adviesbureau Financieel Denkwerk.
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 9.
Lees hier meer blogs uit de rubriek Economische outlook.
Geef een reactie