
‘De EU eist dat Verenigd Koninkrijk wetsvoorstel Brexit intrekt,’ ‘Johnson wekt woede met het schenden van Brexit-deal’ en ‘VNO-NCW: Dreiging no deal-Brexit groter dan ooit’ zijn nieuwskoppen die we de laatste weken voortdurend voorbij zien komen. De onderhandelingen over de Brexit lijken moeilijk te verlopen, waardoor de kans op een harde Brexit – het uittreden van het Verenigd Koninkrijk zonder handelsakkoorden – steeds reëler lijkt te worden. Wat betekent een harde Brexit voor btw-ondernemers en op welke manier kunnen zij zich hierop voorbereiden?
B2B – Verrichten van diensten
Nederland – Verenigd Koninkrijk
De dienst, verricht aan een btw-ondernemer in het Verenigd Koninkrijk, is volgens de hoofdregel belast in het land van de afnemer, het Verenigd Koninkrijk. De btw-ondernemer vermeldt geen btw op de factuur maar de woorden ‘VAT Out of Scope’.
Verenigd Koninkrijk – Nederland
Door de Nederlandse btw-ondernemer van een btw-ondernemer in het Verenigd Koninkrijk afgenomen diensten zijn na de Brexit belast in Nederland en aan te geven bij vraag 4a van de btw-aangifte, tenzij het gaat om een dienst waarvoor een uitzondering geldt, zoals een dienst met betrekking tot onroerende zaken.
B2B – Levering van goederen
Nederland – Verenigd Koninkrijk
Een levering van goederen aan een afnemer in het Verenigd Koninkrijk is na de Brexit als export en met 0 procent btw belast. Er hoeft geen opgaaf ICP te worden gedaan, maar er moet wel een aangifte ten uitvoer worden gedaan bij de Nederlandse Douane. Afhankelijk van de overeengekomen leveringsconditie moet de afnemer of de Nederlands leverancier de goederen invoeren in het Verenigd Koninkrijk en moet daarvoor het Verenigd Koninkrijk invoerrechten betalen en in het Verenigd Koninkrijk moet btw worden aangegeven en betaald.
Verenigd Koninkrijk – Nederland
Koopt een Nederlandse btw-ondernemer goederen van een leverancier in het Verenigd Koninkrijk en worden de goederen in het kader van de levering naar Nederland vervoerd, dan is sprake van import. Er moet bij de Nederlandse Douane een aangifte ten invoer worden ingediend, waarbij de EU-invoerrechten moeten worden betaald. Daarnaast moet de Nederlandse afnemer ook de invoer btw bij de Douane aangeven en betalen, tenzij hij over een artikel 23-vergunning beschikt.
B2C – Verrichten van diensten
Een dienst verricht aan een consument is volgens de hoofdregel, belast in Nederland. De Nederlandse btw-ondernemer moet 21 procent btw in rekening brengen. Voor een aantal diensten, zoals diensten met betrekking tot onroerende zaken, gelden andere regels om vast te stellen waar de btw verschuldigd is. De verkoop van elektronische diensten aan consumenten in het Verenigd Koninkrijk is belast in het Verenigd Koninkrijk. De Nederlandse btw-ondernemer die elektronische diensten levert aan consumenten in het Verenigd Koninkrijk moet zich in het Verenigd Koninkrijk registreren.
B2C – Levering van goederen
Bij verkoop van goederen aan consumenten is sprake van export en is 0 procent btw in Nederland verschuldigd. Voor pakketjes die vanuit de EU naar het Verenigd Koninkrijk gaan met een waarde tot GBP 135 komt volgens de Britse overheid een onlineportaal beschikbaar waarin het in het Verenigd Koninkrijk verschuldigde btw-bedrag kan worden aangegeven en betaald. Bij pakketjes met een waarde van GBP 135 of meer wordt de btw van de ontvangers in het Verenigd Koninkrijk geheven.
Lees ook: Vraag in Europa betaalde btw tijdig terug
Voorbereiding op een harde Brexit
Btw-teruggave
Nederlandse btw-ondernemers die recht hebben op btw-teruggave van de in 2020 in het Verenigd Koninkrijk betaalde btw, kunnen dit op de gebruikelijke manier via de portal van de Nederlandse Belastingdienst doen. Het is van belang dat de in 2020 in het Verenigd Koninkrijk betaalde btw vóór 1 januari 2021 teruggevraagd wordt.
EORI-nummer
Een Nederlandse btw-ondernemer heeft een EORI-nummer nodig om zaken te doen met btw-ondernemers buiten de EU. Indien zich een harde Brexit voordoet zal het Verenigd Koninkrijk beschouwd worden als een derde-land waarbij een EORI-nummer benodigd is. Een btw-ondernemer die alvast nagaat wat zijn EORI-nummer is of, indien nodig, aanvraagt loopt niet tegen handelsproblemen aan met het Verenigd Koninkrijk na 1 januari 2021.
Artikel 23-vergunning
Een btw-ondernemer die deze vergunning aanvraagt mag de btw bij invoer van goederen aangeven in de btw-aangifte bij vraag 4a, in plaats van dat de btw direct bij invoer verschuldigd is. De artikel 23-vergunning kan worden aangevraagd als aan de eisen daarvoor wordt voldaan:
- de btw-ondernemer woont in Nederland of is daar gevestigd;
- de btw-ondernemer importeert regelmatig goederen uit niet-EU-landen;
- de btw-ondernemer voert een aparte administratie waaruit blijkt hoeveel btw bij import verschuldigd is;
- de btw-ondernemer doet per maand of per kwartaal btw-aangifte.
Begin op tijd
De Brexit is en blijft een onzekere aangelegenheid, maar een tijdige voorbereiding is van belang.
Auteur: Carola van Vilsteren
Lees hier meer artikelen uit de rubriek btw
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 9.
Geef een reactie