
Na diverse wetsvoorstellen lijkt de langgekoesterde wens van de wetgever om wetgeving met betrekking tot de franchisebranche te introduceren in vervulling te gaan. Op 30 juni heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aangenomen waarin de bescherming van de franchisenemer centraal staat. In de Wet franchise zal de franchiseovereenkomst expliciet worden benoemd. Diverse vereisten zullen gelden voor nieuwe maar ook voor bestaande franchiserelaties.
De afgelopen jaren zijn diverse franchiseformules in het nieuws geweest waarbij een moeizame relatie tussen de franchisegever en de franchisenemer centraal stond. Een voorbeeld hiervan is de pizzaketen Papa John’s, waarbij een groep (ex-)franchisenemers naar de rechter is gestapt. Zij stelden onder andere dat het onder de toepasselijke franchisevoorwaarden niet mogelijk is om hun onderneming succesvol te drijven, en dat er te weinig informatie werd gegeven door de franchisegever.
De positie van de franchisenemer
Volgens de wetgever is bij de franchiserelatie sprake van enige mate van ongelijkheid. Franchisenemers zijn in principe zelfstandige ondernemers maar zijn in de praktijk afhankelijk van de franchisegever. De franchisegever is namelijk de rechthebbende van de franchiseformule en de franchisegever zet in principe de koers van de betreffende franchiseformule uiteen. Veel gehoorde voorbeelden van deze ongelijkwaardige relatie zijn bijvoorbeeld het gebrek aan transparantie over informatie die een franchisenemer nodig heeft om zijn onderneming succesvol te exploiteren, en de veel voorkomende mogelijkheid van de franchisegever om eenzijdig voorwaarden van de franchiseovereenkomst te wijzigen. Beide voorbeelden kunnen de relatie tussen de franchisegever en franchisenemer verstoren.
Een goed franchisegever en -nemer
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet is dat wettelijk wordt verankerd dat een franchisegever en een franchisenemer zich dienen te gedragen als een goed franchisegever, respectievelijk goed franchisenemer. Dit gedragsvoorschrift houdt in dat de franchisegever rekening dient te houden met belang van de gehele franchiseketen en ook met de belangen van de individuele franchisenemers. Dit geldt ook bij de werving van nieuwe franchisenemers. Daarnaast zal de franchisegever de franchiseformule moeten doorontwikkelen en innoveren. De verplichtingen op grond van dit gedragsvoorschrift rusten met name op de franchisegever en niet op de franchisenemer. De franchisenemer zal zich constructief moeten opstellen bij een eventueel conflict, medewerking verlenen aan de franchiseformule en de franchiseformule moeten ondersteunen.
Lees ook: Wetsvoorstel wettelijke bedenktijd beursvennootschappen: het langetermijndenken
Informatieplicht
Voor het aangaan van een franchiseovereenkomst is het van belang dat zowel de franchisegever als de beoogd franchisenemer een inschatting kunnen maken van de mogelijke risico’s van de franchiseovereenkomst. In de Wet franchise is daarom opgenomen dat de franchisegever en franchisenemer een informatieplicht hebben. Ook hier ligt de nadruk op de informatieverplichtingen voor de franchisegever. Zo zal de franchisegever bijvoorbeeld informatie moeten meedelen over zijn financiële positie. Daarnaast is als een soort ‘vangnet’ opgenomen dat de franchisegever informatie moet delen op alle punten waarvan hij vermoedt dat deze van belang zijn voor de franchisenemer voor het aangaan van de franchiseovereenkomst. Van belang is wel om op te merken dat een franchisegever niet verplicht is om een prognose over de omzet te verschaffen aan de franchisenemer. De franchisenemer blijft in dit opzicht een zelfstandig ondernemer.
Tijdigheid
De franchisenemer dient natuurlijk wel de informatie op tijd te ontvangen. De Wet franchise bevat daarom het vereiste dat alle informatie die de franchisegever dient mee te delen uiterlijk 14 dagen voor het aangaan van de franchiseovereenkomst wordt meegedeeld. Zo heeft de franchisenemer voldoende tijd om de informatie te bestuderen en om een analyse te maken van de potentiële risico’s van het aangaan van een franchiseovereenkomst.
Veranderingen tijdens de samenwerking
Ook tijdens de franchiserelatie heeft de franchisegever een informatieplicht, onder andere over voorgenomen contractswijzigingen. Daarnaast bevat de Wet franchise een aantal andere nieuwe verplichtingen voor de franchisegever. Zo worden franchisegevers verplicht om technische en commerciële ondersteuning te leveren aan de franchisenemer en dienen franchisegevers in principe toestemming te krijgen van de meerderheid van de franchisenemers voor een wijziging van de franchiseformule wanneer die wijziging financiële gevolgen met zich mee kan brengen. Dit toestemmingsvereiste kan wel enigszins worden beperkt in de overeenkomst. Ook bepaalt de nieuwe wet dat de franchisegever en franchisenemer tenminste ééns per jaar met elkaar dienen te overleggen.
Het einde van de samenwerking
De Wet franchise biedt ook bescherming aan de franchisenemer bij het einde van de franchiserelatie. De nieuwe wet bepaalt dat bij een beëindiging van de franchiserelatie in principe goodwill dient te worden vergoed aan de franchisenemer. De franchiseovereenkomst dient dan ook te bepalen hoe wordt vastgesteld of sprake is van goodwill, wat de omvang daarvan is en in welke mate de goodwill is toe te rekenen aan de franchisenemer. Ook bevat de nieuwe wet een beperking van het concurrentiebeding. De duur van een dergelijk beding wordt bijvoorbeeld gemaximeerd tot één jaar na het einde van de overeenkomst.
Lees ook: Aansprakelijkheidsverzekering en Imtech
De impact op bestaande franchiserelaties
Tot op heden wordt de franchiserelatie niet expliciet benoemd in de wet. De nieuwe Wet franchise brengt daar verandering in en voor een franchiseovereenkomst zullen diverse nieuwe vereisten gaan gelden. Een groot aantal van de bepalingen zal vanaf de inwerkingtreding – naar verwachting 1 januari 2021 – van kracht zijn. Bestaande franchiseovereenkomsten zullen daarom in lijn moeten worden gebracht met de nieuwe vereisten van de Wet franchise. Het verdient dus aanbeveling dat franchisegevers en-nemers met elkaar in gesprek gaan om ervoor te zorgen dat de desbetreffende overeenkomst aan de nieuwe vereisten van de Wet franchise zal voldoen.
Auteurs: Caspar van der Winden en Arnout Rodewijk, beiden advocaat bij HVG Law LPP
Dit artikel is verschenen in cm: 2020, afl. 8.
Lees hier meer artikelen uit de rubriek Ondernemingsrecht
Geef een reactie