
Ondernemers kunnen sinds 7 oktober een aanvraag indienen voor een definitieve berekening van de eerste periode NOW. Daarbij vergelijkt het UWV de daadwerkelijk behaalde resultaten met de schattingen bij de aanvraag en vaststelling van de hoogte. Cm: legt uit hoe dat in zijn werk gaat.
Ondernemers kunnen een definitieve berekening aanvragen van de NOW-tegemoetkoming. Het UWV heeft op basis van de ingediende aanvraag bedrijven een voorschot verstrekt van 80 procent van de tegemoetkoming van maximaal 90 procent van de loonsom, afhankelijk van het omzetverlies. Aan de hand van de UWV-simulatietool die de verwachte resultaten vergelijkt met de daadwerkelijk behaalde resultaten, krijgt u een beeld van hoe de definitieve berekening voor u uitvalt.
Lees ook: Zo berekent u de tegemoetkoming loonkosten onder NOW 2.0
Verwachting vergeleken met realiteit
De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90 procent van de loonsom. Hoe groter de terugval in omzet, hoe hoger de tegemoetkoming. Bijvoorbeeld:
- 100 procent omzetverlies leidt tot een tegemoetkoming van 90 procent van de loonsom;
- 50 procent omzetverlies leidt tot een tegemoetkoming van 45 procent van de loonsom;
- 25 procent omzetverlies leidt tot een tegemoetkoming van 22,5 procent van de loonsom.
Het UWV heeft voor de toekenning van het voorschot uw totale loonsom van maart 2020 aan de hand van de loonaangifte die op 15 mei bekend was. Er geldt per werknemer een maximum van 9.538 euro per maand. De totale loonsom wordt met 40 procent verhoogd om zo kosten als werkgeverspremies, werknemersbijdragen aan pensioen, de opbouw van vakantiegeld en andere kosten dan loonkosten te compenseren. Vervolgens wordt x afgehaald van de loonsom, waarbij x het percentage verwachte omzetverlies is. De tegemoetkoming is 90 procent van dat eindbedrag.
De subsidie wordt als volgt berekend: percentage omzetverlies x loonsom maart x 4 maanden x 1,4 (opslag werkgeverslasten) x 0,9 (vergoeding van 90 procent) = subsidiebedrag. Daarvan wordt 80 procent uitbetaald als voorschot. Ondernemers zijn verplicht om de loonsom voor de periode waar de tegemoetkoming voor geldt zoveel mogelijk gelijk te houden, maar dat lukt niet altijd. Als er bijvoorbeeld bepaalde contracten niet zijn verlengd, personeel met pensioen is gegaan of uit dienst zijn getreden, kan de loonsom lager uitvallen.
De definitieve berekening gaat uit van het daadwerkelijke omzetverlies en de daadwerkelijke loonsom (enkel het SV-loon), dus de hoogte van de subsidie kan uiteindelijk lager uitvallen. Bij de tegemoetkoming voor NOW 2.0 is in principe uitgegaan van de loonsom uit maart 2020. Als er mensen uit dienst zijn gegaan in de periode juni t/m september, waardoor de loonsom lager uitvalt, wordt 90 procent van dat bedrag in mindering gebracht op de berekende loonsom.
Als het bedrag onder de 500 euro valt, hoeft u niet terug te betalen. Dat heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eind oktober besloten om het UWV te ontlasten. Bij een invordering die lager dan 500 euro uitvalt, ontvangt u wel een terugvorderingsbeschikking, maar wordt er niet overgegaan op invordering.
Lees ook: Zo berekent u verschillende omzetscenario’s in de NOW-regeling
Wat u nodig heeft
Als dan blijkt dat het voorschot hoger is uitgevallen dan de definitieve subsidie op basis van de veranderde loonsom en het daadwerkelijke omzetverlies, dient u dat verschil van het te veel betaalde voorschot terug te betalen. Als u andersom te weinig heeft ontvangen, krijgt u juist een nabetaling.
Voor het aanvragen van een definitieve berekening heeft u de volgende gegevens nodig:
- Uw bedrijfsgegevens: naam, adres, telefoonnummer (bij voorkeur een mobiel telefoonnummer), e-mail, KVK-nummer, gegevens contactpersoon.
- Het loonheffingennummer waarvoor u NOW heeft ontvangen. Voor ieder loonheffingennummer moet u een aparte aanvraag indienen.
- Het werkelijke percentage omzetverlies in de periode die u heeft opgegeven bij uw NOW-aanvraag.
- Het rekeningnummer en de tenaamstelling. Dit rekeningnummer gebruikt het UWV als u nog een bedrag ontvangt. Het rekeningnummer moet afkomstig zijn uit een van de SEPA-landen. Dat zijn alle landen van de Europese Unie, plus Andorra, IJsland, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Marino, Vaticaanstad, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.
- Een kopie van uw bankafschrift (scan of schermafbeelding). Rekeningnummer en naam rekeninghouder moeten goed zichtbaar zijn.
- De brief met de beslissing over uw NOW-aanvraag.
- Afhankelijk van de hoogte van het voorschot en de definitieve tegemoetkoming: de accountantsverklaring of derdenverklaring.
- Als u onderdeel bent van een concern en een aanvraag doet op werkmaatschappij-niveau: de accountantsverklaring (ongeacht de hoogte van het voorschot of de tegemoetkoming).

Dit artikel werd gepubliceerd op 10 september en is geactualiseerd op 27 oktober.
Geef een reactie