
In januari leverde de commissie Borstlap na ruim een jaar van onderzoek en werk hun rapport op. De conclusie? Vast moet minder vast worden en flex moet minder flex worden. Door de coronacrisis kon het kabinet niet reageren op dit rapport. Nu, 10 maanden later, ligt er eindelijk een reactie.
In een brief van 25 pagina’s gaat het kabinet stap voor stap in op de conclusies en aanbevelingen van de commissie Borstlap. De reactie is belangrijk, omdat de problemen met de arbeidsmarkt dringender zijn geworden door de coronacrisis.
Lees ook: Rapport commissie Borstlap: vast minder vast, flex minder flex
Wat adviseerde de commissie Borstlap?
De aanbevelingen van de commissie Borstlap zijn samen te vatten in 5 hoofdlijnen:
- Bevorder interne wendbaarheid, rem externe flexibiliteit af
- Creëer een overzichtelijker stelsel van contractvormen
- Stel alle werkenden in staat zich te ontwikkelen en te (blijven) leren
- Zorg voor een fiscaal gelijke behandeling van en basisinkomenszekerheid voor alle werkenden
- Kom tot een activerend en inclusief arbeidsmarktbeleid
De belangrijkste conclusie was dat het huidige arbeidsrecht onvoldoende is toegesneden op toekomstige behoeften en omstandigheden rond werk. Er zijn dus aanpassingen van wet- en regelgeving nodig zijn om op langere termijn economische en sociale vooruitgang te waarborgen.
Lees ook: Marjol Nikkels zet wijzigingen in sociale zekerheid voor 2021 op een rij (update)
Geen actie meer in deze kabinetsperiode
Het kabinet deelt grotendeels de conclusies uit de rapporten. Ze zien er ook een bevestiging in dat zij de laatste jaren in de goede richting hebben bewogen, bijvoorbeeld door de verschillen tussen vaste en flexibele contractvormen te verkleinen. De coronacrisis heeft bovendien duidelijk gemaakt dat de verwachtingen en analyses van de commissie Borstlap juist waren.
Op de Nederlandse arbeidsmarkt is sprake van een tweedeling. Wanneer het economisch tegenzit, verliezen werkenden met flexibel werk vaak als eerste hun inkomen. Met name laagopgeleiden en jongeren hebben niet de zekerheden die verbonden zijn aan een vast contract. Maar de crisis laat ook zien dat het voor werkgevers juist noodzakelijk is om zich aan te kunnen passen aan veranderingen in hun omgeving. Maar de commissie Borstlap zegt in het rapport ook dat er meerdere regeerperiodes nodig zullen zijn voor de implementatie van de adviezen uit het rapport.
Kortom: het wordt een kwestie van jaren waarin de verschillen tussen contractvormen (vast, flex en zzp), voor effectieve dienstverlening en investeringen in menselijk kapitaal, en voor de beweging richting regels die nog beter aansluiten bij de behoeften van werkenden, ongeacht hun contractvorm, en werkgevers. Het huidige kabinet zal de komende maanden alleen nog voorbereidingen treffen die het volgende kabinet in staat stelt om de aanbevelingen uit de rapporten verder uit te werken.
Zekerheid voor flex
De commissie Borstlap constateert dat nieuwe banen die de laatste jaren zijn gecreëerd vooral flexibele banen waren, die gepaard gaan met grote nadelen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over zelfstandigen zonder personeel, die vaak geen arbeidsongeschiktheidsverzekering hebben. De commissie wil dat oneerlijke concurrentie tussen werkenden met verschillende contractvormen wordt voorkomen. Zo moet er een sociaal stelsel van contractneutrale basisverzekeringen en voorzieningen voor alle burgers komen en moeten mensen met een uitkering en weinig kans op de arbeidsmarkt een basisbaan krijgen.
Ook is er te veel aandacht geweest voor de hoeveelheid werk in plaats van de kwaliteit van dat werk. Hierdoor zijn er meer mensen ontevreden en zijn er meer burn-outs geweest. De nieuwe Arbovisie 2040 zal zich ook richten op het aspect ‘Grip op werk’ en onder meer oog hebben voor de gevolgen van technologisering van werk, de flexibilisering van werk en de intensivering van werk. De positie van werkenden zal ook onderdeel zijn van deze Arbovisie.

Geef een reactie