
Ondernemers die moeite hebben om de transitievergoeding voor ontslagen personeel op te brengen, hoeven voor dat probleem niet op hulp te rekenen van de overheid. Steunmaatregelen zijn volgens de minister van Sociale Zaken juist bedoeld om werkgelegenheid te behouden, niet om ontslag te faciliteren.
Bedrijven die worstelen door de coronacrisis, houden werknemers toch in dienst, omdat ze de wettelijk verplichte transitievergoeding niet kunnen opbrengen. Dat leidt tot een hogere financiële druk bij bijvoorbeeld horecaondernemingen en Ondernemend Nederland heeft daarom gevraagd of de overheid transitievergoedingen kan voorfinancieren. ‘Ik zou in deze lastige situatie zeggen: kijk toch nog eens goed of je het kunt voorfinancieren. We hebben er met zijn allen echt baat bij dat bedrijven gezond worden. Anders hebben we straks zombiebedrijven en daar hebben we niets aan,’ aldus ONL-voorzitter Hans Biesheuvel eerder deze maand tegenover BNR.
Werkgelegenheid juist behouden
Daar voelt het ministerie van Sociale Zaken weinig voor: ‘Tegemoetkoming in de kosten van de transitievergoeding door de overheid, al dan niet door voorfinanciering, leidt er praktisch toe dat ontslag gefaciliteerd wordt.’ Het hoofddoel van het steunpakket is om werkgelegenheid te behouden en een dergelijke maatregel zou daarom averechts werken, betoogt minister Koolmees in antwoord op Kamervragen hierover.
Er zijn geen cijfers bekend over hoeveel bedrijven in de problemen raken met de transitievergoeding voor ontslagen werknemers. Het ministerie kijkt bijvoorbeeld naar cijfers van het UWV en de uitkeringsinstantie beslist niets over transitievergoedingen. Zo is er vorig jaar 2.184 keer toestemming verleend voor ontslag, maar uit die cijfers valt niets op te maken over transitievergoedingen. Deze worden in de meeste gevallen bepaald in een vaststellingsovereenkomst en dat gaat buiten het UWV om.
Flexibele inzet transitievergoeding
ONL opperde om transitievergoedingen pas uit te keren op het moment dat het economisch beter gaat, zodat bedrijven daar flexibeler mee om kunnen springen. Maar volgens Koolmees biedt de wet al mogelijkheden voor bedrijven die in zwaar weer verkeren om flexibel om te gaan met de transitievergoeding door de uitbetaling te spreiden over zes maanden.
Verder wijst de minister naar de mogelijkheden om afspraken te maken over bijvoorbeeld een lagere vergoeding of uitstel daarvan via de VSO die werkgever en ex-werknemer overeenkomen. ‘Gezien het feit dat het overgrote deel van de arbeidsovereenkomsten met wederzijds goedvinden wordt beëindigd, staat het partijen (rekening houdend met de omstandigheden bij de werkgever) vrij om andere afspraken te maken over een vergoeding. Dat kan dus ook een lagere of andersoortige vergoeding zijn.’
Geef een reactie