
In het slepende conflict tussen vakbond FNV en maaltijdbezorger Deliveroo heeft een beroepshof nu ook beslist dat bezorgers onder de Nederlandse wet geen zelfstandige ondernemers zijn. Ze hebben daarom recht op een arbeidsovereenkomst.
Het Hof keek daarbij naar de praktijk en werkomstandigheden, zoals de manier van loonbetaling en het uitgeoefende gezag. Bovendien achtte de rechtbank het waarschijnlijk dat deze bezorgers, met de lage loonuitkeringen, meer behoefte hebben aan voorzieningen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid, wat nu niet geboden wordt. Ook dat werd meegenomen in de beoordeling.
Lees ook: Zzp’er of schijnzelfstandige?
Geen contract meer
Enkele jaren geleden besloot Deliveroo contracten van bezorgers niet meer te verlengen en ze als zelfstandig ondernemer te laten rijden. Vakbond FNV spande daarop een rechtszaak aan, waarop een rechtbank in Amsterdam oordeelde dat bezorgers recht hadden op een arbeidscontract. De bezorgdienst ging daarop in hoger beroep. De zaak wordt met grote interesse gevolgd door de technologiesector, daar de uitspraak gevolgen heeft voor de zogenoemde platformeconomie. Het aansturen van zelfstandige bezorgers via een techplatform komt overgewaaid uit de techsector in de VS, waar bedrijven als Postmates en Uber iedereen laten werken via apps voor gebruikers en gekoppelde apps voor zelfstandige ondernemers.
Lees ook: Arbeidsrecht en platformeconomie botsen in Deliveroo-casus
Schade samenleving
Bij dit model worden er geen sociale premies afgedragen en dat levert wat Deliveroo betreft de Nederlandse samenleving 32 miljoen euro per jaar aan schade op, terwijl het bedrijf tegelijkertijd 54 miljoen euro per jaar bespaart aan arbeidskosten, zo berekent het FNV. Door deze uitspraak kunnen Deliveroo-bezorgers nu een arbeidsovereenkomst eisen. ‘Maaltijdbezorgers kunnen zich bij ons melden,’ zegt FNV-bestuurder Zakaria Boufangacha. ‘Met een arbeidsovereenkomst hebben de maaltijdbezorgers recht op het cao-loon, doorbetaling bij ziekte en wordt ook de tijd dat ze bij een restaurant moeten wachten doorbetaald.’