
Btw-ondernemers hebben lang moeten wachten op zekerheid omtrent nieuwe afspraken voor btw in verband met brexit. Er is een einde gekomen aan deze onzekerheid. Het Verenigd Koninkrijk wordt sinds 1 januari 2021 beschouwd als een derde-land. Diensten verricht door btw-ondernemers en goederen geleverd door btw-ondernemers zullen voortaan anders behandeld worden voor de btw. De wijze waarop sinds 1 januari 2021 btw wordt berekend bij het handelen van Nederlandse btw-ondernemers met het Verenigd Koninkrijk en verschillende punten die van belang zijn voor btw-ondernemers die handelen met het Verenigd Koninkrijk worden uiteengezet in dit artikel.
Ten eerste Noord-Ierland en de btw-gevolgen sinds 1 januari 2021. Uit de tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk gemaakte afspraken blijkt dat Noord-Ierland onderdeel blijft van het douanegebied van de Europese Unie. Hierdoor zijn er ook na 31 december 2020 geen douaneverplichtingen ontstaan bij het vervoer van goederen tussen Noord-Ierland en de Europese Unie.
Een aandachtspunt is dat, wanneer het vervoer via Engeland, Schotland of Wales gaat, dit onder de regeling douanevervoer moet plaatsvinden. Op goederenleveringen aan btw-ondernemers in Noord-Ierland blijft het stelsel van intracommunautaire leveringen van toepassing.
Leveringen van goederen, evenals de overdracht van goederen onder de ‘call-off stock’-regeling, aan btw-ondernemers in Noord-Ierland worden vermeld in de opgaaf ICP. De goederen die een btw-ondernemer verwerft uit Noord-Ierland worden nog steeds aangegeven in de btw-aangifte bij rubriek 4b ‘Leveringen/diensten uit landen binnen de EU’. De btw die wordt betaald over goederen uit Noord-Ierland kan teruggevraagd worden via VAT-refund.
Noord-Ierland zal met betrekking tot verrichte diensten aan btw-ondernemers in Noord-Ierland of diensten verricht door btw-ondernemers uit Noord-Ierland wel worden beschouwd als een derde-land.
Business to business: verrichten van diensten
Nederland-Verenigd Koninkrijk
De dienst, verricht aan een btw-ondernemer in het Verenigd Koninkrijk, is volgens de hoofdregel na de brexit belast in het land van de afnemer: het Verenigd Koninkrijk. De btw-ondernemer vermeldt daarom geen btw op de factuur, maar de woorden: ‘VAT out of scope.’
Verenigd Koninkrijk-Nederland
Door de Nederlandse btw-ondernemer van een btw-ondernemer in het Verenigd Koninkrijk afgenomen diensten zijn na de brexit, volgens de hoofdregel, belast in Nederland en aan te geven bij vraag 4b en/of 5b van de btw-aangifte, tenzij het gaat om een dienst waarvoor een uitzondering geldt.
Business to business: levering van goederen
Nederland-Verenigd Koninkrijk (export)
Een levering van goederen aan een afnemer in het Verenigd Koninkrijk wordt sinds de brexit als export beschouwd en wordt met 0 procent btw belast. Er moet bij de Nederlandse douane een aangifte ten uitvoer worden gedaan (in rubriek 3a), door middel van twee onafhankelijk van elkaar opgestelde documenten die de levering onderbouwen. Daarnaast moeten btw-ondernemers in het Verenigd Koninkrijk een aangifte van invoer doen met betrekking tot de geleverde goederen.
Indien een Nederlandse btw-ondernemer zijn afnemers in het Verenigd Koninkrijk daar niet mee wil belasten, kan de Nederlandse btw-ondernemer een btw-nummer in het Verenigd Koninkrijk aanvragen en de btw bij invoer zelf afdragen aan de Belastingdienst in het Verenigd Koninkrijk.
Sinds 1 januari 2021 hoeft de invoer-btw niet langer direct bij invoer aangegeven te worden in de btw-aangifte in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast worden alle goederen die worden geleverd aan het Verenigd Koninkrijk pas vanaf 1 juli 2021 fysiek gecontroleerd.
Verenigd Koninkrijk-Nederland (import)
Een Nederlandse btw-ondernemer die goederen in het Verenigde Koninkrijk koopt en importeert, moet na de brexit bij de Nederlandse douane een aangifte ten invoer indienen (in rubriek 4a en/of 5b), invoerrechten betalen en invoer-btw bij de douane betalen, tenzij hij of zij over een artikel 23-vergunning beschikt.
Indien een btw-ondernemer, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, goederen vanuit het Verenigd Koninkrijk importeert naar Nederland en vervolgens levert aan een Nederlandse btw-ondernemer, wordt de btw verlegd naar de Nederlandse btw-ondernemer. Dit geldt ook indien de btw-ondernemer in het Verenigd Koninkrijk een fiscaal vertegenwoordiger in Nederland heeft.
Business to business: vereenvoudigde ABC-levering
Sinds 1 januari 2021 is de mogelijkheid tot toepassing van de vereenvoudigde ABC-levering komen te vervallen. Hierdoor moet bij een levering van goederen waarbij A aan B levert en B vervolgens aan C, en de goederen rechtstreeks van A naar C gaan, B voor de btw registreren in het land van C, als het internationale vervoer toerekenbaar is aan de schakel A-B.
Bij toepassing van de vereenvoudigde ABC-levering hoeft B niet in het EU-land van C voor de btw te registreren. Maar dit geldt enkel als goederen worden vervoerd naar het Verenigd Koninkrijk.
Call-off stock
Sinds 1 januari 2021 geldt de vereenvoudiging voor ‘call-off stock’ niet meer. Voortaan moet een Nederlandse btw-ondernemer zich registreren in het Verenigd Koninkrijk indien hij goederen overbrengt naar het Verenigd Koninkrijk, waarvan hij eigenaar blijft, ten behoeve van een afnemer in het Verenigd Koninkrijk.
Business to consumers: verrichten van diensten
De dienst verricht aan een consument in het Verenigd Koninkrijk door een btw-ondernemer in Nederland is, volgens de hoofdregel, belast in Nederland. De Nederlandse btw-ondernemer moet sinds de brexit 21 procent of 9 procent btw in rekening brengen en dit aangeven in zijn btw aangifte bij rubriek 1a of 1b. Voor een aantal diensten (zoals diensten met betrekking tot onroerende zaken en restaurant- en cateringdiensten) gelden andere regels om de verschuldigde btw vast te stellen.
Elektronische diensten verricht aan consumenten in het Verenigd Koninkrijk zijn belast in het Verenigd Koninkrijk, waardoor een Nederlandse btw-ondernemer zich moet registreren in het Verenigd Koninkrijk.
Business to consumers: levering van goederen
Bij verkoop van goederen aan consumenten gevestigd in het Verenigd Koninkrijk is sprake van export en is 0 procent btw in Nederland verschuldigd door de btw-ondernemer. De Nederlandse btw-ondernemer geeft deze export aan in rubriek 3a van de btw-aangifte.
Voor pakketten afkomstig uit landen in de Europese Unie met een waarde tot 135 pond ofwel 150 euro komt volgens de Britse overheid een online portaal beschikbaar waarin de in het Verenigd Koninkrijk verschuldigde btw-bedrag kan worden aangegeven en betaald. Bij pakketjes met een waarde van 135 pond of meer wordt de btw van de ontvangers in het Verenigd Koninkrijk geheven.
Webshops dienen een btw-identificatienummer aan te vragen voor de verkoop en verzending van pakketten met een waarde tot en met 135 pond aan consumenten gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, zodat zij de btw in het Verenigd Koninkrijk kunnen aangeven. De vrijstelling voor het betalen van invoerrechten en btw voor zendingen met een waarde lager dan 22 euro van buiten de Europese Unie, vervalt per 1 juli 2021.
De regeling voor afstandsverkopen geldt sinds 1 januari 2021 niet meer voor goederenleveringen aan consumenten in het Verenigd Koninkrijk. Vóór 1 januari 2021 bracht een btw-ondernemer uit Nederland, Nederlandse btw in rekening indien hij niet meer dan 70.000 pond omzet per jaar behaalde in het Verenigd Koninkrijk. Sinds 1 januari 2021 is bij de verkoop van goederen aan consumenten gevestigd in het Verenigd Koninkrijk sprake van export en is dit belast met 0 procent btw.
Douanecontroles
Wat betreft douanecontroles heeft het Verenigd Koninkrijk exporteurs iets meer lucht gegeven. Er komt een soort ingroeimodel, waarbij pas vanaf 1 juli 2021 de volledige grensprocedures voor import gaan gelden en alle goederen naar het Verenigd Koninkrijk gecontroleerd worden.
Zo vinden controles tot 1 juli 2021 alleen plaats op producten met een hoog risico (zoals alcohol en tabak en producten van dierlijke- en plantaardige oorsprong). Deze producten moeten vooraf met de juiste gezondheidscertificaten worden aangemeld
Actiepunten
Btw-teruggave bij btw betaald in Verenigd Koninkrijk
Een Nederlandse btw-ondernemer moet vóór 1 april 2021 de in 2020 in het Verenigd Koninkrijk betaalde btw via de portal van de Nederlandse Belastingdienst terugvragen.
Vanwege de brexit kan geen in het Verenigd Koninkrijk betaalde btw teruggevraagd worden via de portal bij de Nederlandse Belastingdienst op facturen gedateerd na 1 januari 2021.
Btw-aftrek bij btw betaald met betrekking tot financiële diensten
De btw die een Nederlandse btw-ondernemer betaalt met betrekking tot btw-vrijgestelde financiële diensten, verricht aan afnemers in het Verenigd Koninkrijk, kan de Nederlandse btw-ondernemer sinds 1 januari 2021 aftrekken. Vóór 1 januari 2021 was dit niet mogelijk, omdat het Verenigd Koninkrijk deel uitmaakte van de Europese Unie.
Artikel 23-vergunning bij inkoop goederen Verenigd Koninkrijk
Indien een btw-ondernemer een artikel 23-vergunning aanvraagt, mag hij de btw bij invoer van goederen aangeven in de btw-aangifte (bij vraag 4a), in plaats van dat de btw direct bij invoer verschuldigd is, zodat dit de btw-ondernemer een liquiditeitsvoordeel oplevert.
De aanvraag kan ingediend worden bij het belastingkantoor dat toebehoort aan de btw-ondernemer. De artikel 23-vergunning kan worden aangevraagd als aan de volgende eisen wordt voldaan:
- de btw-ondernemer woont in Nederland of is daar gevestigd;
- de btw-ondernemer importeert regelmatig goederen uit niet-EU-landen;
- de btw-ondernemer voert een aparte administratie waaruit blijkt hoeveel btw bij import verschuldigd is;
- de btw-ondernemer doet per maand of per kwartaal btw-aangifte.
Voor de manier waarop de aanvraag ingediend moet worden, zie deze pagina van de Belastingdienst.
EORI-nummer
Een Nederlandse btw-ondernemer heeft sinds 1 januari 2021 een EORI-nummer nodig om zaken te doen met btw-ondernemers in het Verenigd Koninkrijk. Indien een btw-ondernemer nog geen EORI-nummer heeft, kan dit aangevraagd worden bij de Nederlandse douane.
Daarnaast doet een btw-ondernemer er verstandig aan om na te gaan of de aangiftesoftware die hij gebruikt moet worden aangepast, zodat douaneaangiften (voor zowel invoer als uitvoer) kunnen worden gedaan. Een btw-ondernemer kan ook contact opnemen met een softwareleverancier die dergelijke speciale douanesoftware kan leveren.
AEO-vergunning
De douane stelt zich doorgaans soepeler op ten opzichte van btw-ondernemers met een AEO-certificering. Zo worden minder fysieke en documentcontroles uitgevoerd. En door buitenlandse handelspartners wordt steeds vaker gevraagd of de btw-ondernemer met wie men zaken doet over een AEO-certificering beschikt, zodat de beschikking over een AEO-certificering de aantrekkelijkheid als internationale handelspartner vergroot.
Ingroeimodel
Wat betreft de douanecontroles heeft het Verenigd Koninkrijk exporteurs iets meer lucht gegeven. Er komt een soort ingroeimodel, waarbij pas later de volledige grensprocedures voor import gaan gelden en alle goederen naar het Verenigd Koninkrijk gecontroleerd worden. Zo vinden, zoals gezegd, nu alleen plaats op producten met een hoog risico (zoals alcohol en tabak en producten van dierlijke- en plantaardige oorsprong). Deze producten moeten vooraf met de juiste gezondheidscertificaten worden aangemeld.
Nederlandse btw-ondernemers moeten zich vergewissen van de wijzigingen die zich voordoen met betrekking tot de btw en handel met het Verenigd Koninkrijk sinds 1 januari 2021. Het is van belang om te bekijken of de actiepunten genoemd in dit artikel wellicht behulpzaam zijn ter voorkoming van belemmeringen in de handel met btw-ondernemers in het Verenigd Koninkrijk.
Auteur: Mr. C.W. (Carola) van Vilsteren
Dit artikel is verschenen in F&A Actueel 2021, afl. 4