
Decentralisatie van jeugdzorg is een drama, zowel financieel als kwalitatief. Waarom moet de zorg tussen Apeldoorn of Haarlem verschillen voor iemand met een beperking? Ik hoop dat we op basis van vertrouwen, kwaliteit en nabijheid de zorg voor onze kinderen met een hulpvraag gaan organiseren.
De AWBZ… Kent u die uitdrukking dames en heren? De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten! Het kroonproduct en trots van de Nederlandsche verzorgstaat. Bedoeld voor ziektekosten die onverzekerbaar waren voor de burger. Maar de parel van de polder werd te duur. Jaar na jaar werd er meer aan uitgegeven. Daarom besloot men in 2010 om deze op te knippen. In 2015 zagen daarom de Wet langdurige zorg (WLZ) en de Jeugdwet (JW) het levenslicht. De belangrijkste gedachte achter deze overheveling was dat zorg dicht bij de burger georganiseerd goedkoper en beter zo zijn omdat er maatwerk kon worden toegepast door de gemeente. Achteraf gezien kolder, de gemiddelde autoverkoper of aannemer gaat glunderen als de term ‘maatwerk’ over tafel rolt. Van 31 zorgkantoren met standaardproducten en -tarieven naar 393 gemeentes en 42 jeugdzorgregio’s die maatwerk wilde leveren met eigen producten en tarieven.
Wegbezuinigde brugwachter
Dus wat iedere zorgprofessional en zorgfinancial al zo’n zes jaar weet, is nu bevestigd: de situatie rondom de Jeugdwet is onhoudbaar. Van goede regionaal georganiseerde zorg via de zorgkantoren vanuit de AWBZ naar een totale chaos waar kinderen de dupe van zijn, kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking of met psychische problemen. Hoe is dit toch zo gekomen, en waarom zag niemand dit aankomen? Wel, om met het laatste maar te beginnen, vrijwel iedereen zag het aankomen. Het laat zich lezen als het klassieke bureaucratische verhaal van de brugwachter die wegbezuinigd wordt. Google dat maar eens. Het gevolg is dat er nu onvoldoende geld is om (voldoende) gekwalificeerde zorgprofessionals in te zetten vanuit de Jeugdwet.
Zorg, geen potloden
Waarom is er dan zoveel geldtekort in de jeugdzorg? Stel uw kind heeft…. Iets. Ik ben geen orthopedagoog maar laten we zeggen een licht verstandelijk beperking en autisme. En u heeft hulp nodig in de thuissituatie. Dan gaat u naar de gemeente, die hebben een wijkteam en het wijkteam kijkt of er hulp nodig is. Vanuit financieel oogpunt handelen zij de ‘lichte’ gevallen af en de complexe gevallen gaan door naar een zorginstelling. Maar dat gaat niet zomaar. Nee, deze zorg wordt namelijk ingekocht, bijvoorbeeld via een aanbesteding. Hele boekwerken moeten worden geschreven (en gelezen) met honderden pagina’s vol geweldige voorwaarden. Een van de mooiste knock-out criteria die ik tegenkwam? ‘De ingekochte goederen moeten opgeborgen zijn in een fysiek afgesloten magazijn.’ We hebben het over de inkoop van zorg voor kinderen, geen potloden.
Afrekensystematiek verschilt per gemeente
En wat koop je dan precies in als gemeente? Gemeentes zijn in het beginstadium zelf aan productontwikkeling gaan doen. Zo kwamen we in de beginjaren op meer dan 110.000 gedefinieerde zorgproducten in het sociaal domein. Dus als begeleider lever je op een 20 vierkante kilometer misschien wel 6 verschillende zorgproducten voor kinderen met exact dezelfde hulpvraag. Per gemeente verschilt de afrekensystematiek, per product, per minuut, per keer, noem maar op. Omdat de fraudebestrijding ook bij de lokale overheid ingebakken zit, zijn er ook handhavers opgeleid om dit allemaal te controleren drijvend op paarse krokodillen. Denk dan even aan die inkoopboeken en beleidsregels met honderden regels leesvoer die ‘nageleefd’ moeten worden. En waar al deze taken, als inkoop, administratie en controle eerst door 31 zorgkantoren werden gedaan met uniforme regels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waren er nu 393 gemeentes die zich elk met deze inkoop, administratie en controle gaan bezighouden.
Tegen adviezen zorgaanbieders
Maar waarom gingen al die gemeentes dan zelf zorgproducten maken? Toevallig zat ik daarvoor 6 jaar geleden meermaals zelf aan tafel namens de zorgaanbieders in een hotel in Houten. De eerste reden die werd aangedragen was dat gemeentes meer met minder moesten doen. Dat klopt en is spijtig, ze krijgen het immers ook maar over de schutting vanuit de politiek. De tweede reden was omdat ze zo superinnovatief zijn natuurlijk. Dus tegen de adviezen van zorgaanbieders in, zoals: hanteer een uniforme productenlijst, doe onderzoek naar passende tarieven, hou het administratieve proces eenvoudig, sluit de werkwijze en regels zoveel mogelijk aan bij die van Zorgkantoren, steun op de accountantscontrole van de aanbieder, et cetera, hielden ze vast aan hun eigen ideeën. Want waarom zou je professionals met tientallen jaren ervaring en wetenschappelijk onderzoek in de rugzak hierin betrekken. Als enthousiaste wethouder weet je immers precies wat een kind met een ontwikkelstoornis nodig heeft! Jij gaat alles anders doen (innoveren) want het huidige is niet goed genoeg.
Uit dezelfde pot
Waarom de zorg voor iemand met een beperking moet verschillen tussen Apeldoorn of Haarlem heeft niemand mij toen kunnen vertellen. Op mijn vraag of de gemeente dan ook innovatieve lantaarnpalen zelf ontwikkelt of deze bij een gerenommeerde leverancier bestelt, kreeg ik enkel een vileine glimlach. De enorme administratieve last die met het Jeudgwet-circus gepaard gaat (uitvoeringskosten) bij alle gemeentes en jeugdzorgregio’s moeten betaald worden uit dezelfde pot. De enorme administratieve last gaat aan de andere kant ook weer af van de marge van zorgaanbieders. Een marge die over het algemeen minimaal is of zelfs negatief.
Want zorgaanbieders mogen geen winst maken van de gemeentes. U weet als controller dat er een groot verschil is tussen een resultaat hebben en winst uitkeren. Ook een stichting heeft resultaat nodig om te kunnen investeren of om tegenvallers op te vangen.
Terug naar de tekentafel
Natuurlijk zijn er ook heel veel mensen die met ziel en zaligheid werken bij gemeentes en ook het beste willen voor alle kinderen. En er zijn ook gemeentes die zich tot het uiterste inspannen om de administratieve lasten te beperken en de professional zoveel mogelijk ruimte te geven. Driewerf hoera en hulde. Een van de problemen is echter dan niemand echt de baas is over alle gemeentes in het kader van de Jeugdwet en WMO. Gemeentes hebben vrijwel volledige beleidsvrijheid en de meeste staan daar ook op.
De hele decentralisatie is een drama. Zowel financieel als kwalitatief. Ik hoop dat we op basis van vertrouwen, kwaliteit en nabijheid de zorg voor onze kinderen met een hulpvraag gaan organiseren. Ik heb mijn potloden alvast geslepen voor de tekentafel. Mijn motto: doe het ZEM! Zo Eenvoudig Mogelijk.
Wekelijks kijkt een professional uit ons cm: nieuwspanel terug op het nieuws. Deze week: Voorzitter Jorrit Wigchert van Fizi, de netwerkorganisatie van zorgfinancials.