
De tegemoetkoming vaste lasten (TVL) voor het eerste kwartaal van 2021 is vanaf vandaag ook beschikbaar voor niet-mkb’s. Grote bedrijven ontvangen een voorschot van 80 procent van de subsidie, die 85 procent van de vaste lasten bedraagt. Cm: legt de voorwaarden uit en laat zien hoe u de steun aanvraagt.
Vanaf 10 mei om 12.00 opent het TVL-loket bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor grote bedrijven. Het loket is geopend tot en met 10 juni 2021 17.00 uur. De subsidie is er nu ook voor grote ondernemingen om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten in de januari, februari en maart 2021. Als grote bedrijven deel uitmaken van een groep verbonden ondernemingen zoals een concern, worden deze binnen de staatsteunregels gezien als één partij. Een groep kan daarom maximaal één TVL-aanvraag doen, waarbij de maximale staatssteungrens geldt voor gehele groep.
>> Lees hier het aanvraagproces voor het mkb
Voorwaarden TVL
De subsidie is beschikbaar als:
- het omzetverlies ten minste 30 procent bedraagt;
- de onderneming op 15 maart 2020 stond ingeschreven bij de KvK;
- de hoofdactiviteit in handelsregister onder de SBI-code 64.2, 64.30.3 of 70.10 van de Standaard Bedrijfsindeling en met een nevenactiviteit die in de bijlage is opgenomen;
U controleert of u een grote onderneming bent met de mkb-toets. Een grote onderneming of groep verbonden ondernemingen voldoet daarbij aan de volgende criteria:
- meer dan 250 fte in dienst (meerdere medewerkers kunnen 1 fte vervullen) of;
- een netto omzet van meer dan 50 miljoen euro en een balanstotaal van meer dan 43 miljoen euro.
Ook kijkt RVO naar alle partner- en verbonden ondernemingen bij elkaar. Doe de mkb-toets om er zeker van te zijn dat uw organisatie voldoet aan deze zaken. De subsidie is maximaal 600.000 euro en wordt als volgt berekend door A, B, C en D te vermenigvuldigen:
A: de omzet in de referentieperiode, uitgedrukt in Euro’s;
B: het omzetverlies, uitgedrukt in procenten;
C: de ratio tussen de vaste kosten en de omzet van een gemiddeld bedrijf uitgedrukt in procenten;
D: het subsidiepercentage, dat 85 procent bedraagt.
De subsidie voor de vaste lasten in de maanden januari, februari en maart 2021 wordt voor bepaalde ondernemingen verhoogd met een opslag:
- voor een onderneming in de detailhandel bedraagt de opslag ten hoogste 300.000 euro en wordt berekend op de volgende wijze: A x B x 21% x D;
- voor een onderneming in de reisbranche bedraagt de opslag ten hoogste 130.000 euro en wordt berekend op de volgende wijze: A x B x 3,4% x D;
- de subsidie voor een onderneming in de land- en tuinbouw wordt verhoogd met een opslag die wordt berekend op de volgende wijze: A x B x 21% x D.
Aanvragen voor de subsidie vaste lasten grote ondernemingen kunnen van 10 mei 2021 (12.00 uur) tot en met 10 juni 2021 (17.00 uur) worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.
>> Lees meer over het werk achter de schermen: Analytics geeft RVO kans om TVL efficiënter uit te voeren
TVL aanvragen
Voor uw aanvraag is het noodzakelijk dat u controleert of u het maximale bedrag aan subsidie volgens de staatssteunregels niet overschrijdt: maximale bedragen gelden namelijk voor de onderneming of groep als geheel en niet per rechtspersoon of KVK-inschrijving. Een grote onderneming wordt volgens de staatssteunregels gezien als één onderneming, maar in praktijk bestaat het vaak uit meerdere afzonderlijke rechtspersonen.
Vereiste documentatie
Welke bewijsstukken u nodig heeft, hangt af van de hoeveelheid subsidie die u ontvangt. Gebruik de Adviestool van RVO voor een schatting van uw subsidie TVL Q1 2021. Bij elke subsidie-aanvraag levert u in ieder geval de volgende stukken aan:
- Bijlage ‘Verklaring (niet) in financiële moeilijkheden’: de subsidieaanvrager vult een verklaring in dat de grote onderneming of de groep verbonden ondernemingen op 31 december 2019 niet in financiële problemen zat.
- Bijlage ‘Lijst met samenstelling van groep verbonden ondernemingen op het moment van aanvraag’ met de KVK-nummers van alle verbonden ondernemingen.
- Bijlage ‘Lijst met samenstelling van groep verbonden ondernemingen in de referentieperiode (Q1 2019)’ met de KVK-nummers van alle verbonden ondernemingen.
- Bijlage ‘Lijst met de samenstelling van de groep verbonden ondernemingen in de subsidieperiode (Q1 2021) met de KVK-nummers van alle verbonden ondernemingen.
Extra bewijsstuk bij uw aanvraag van 125.000 euro of meer
Komt u in aanmerking voor een subsidie van 125.000 euro of meer? Dan gelden aanvullende voorwaarden en in dat geval heeft u een accountantsproduct bij de aanvraag en vaststelling. Welk accountantsproduct u nodig heeft, hangt af van of uw bedrijf op grond van het jaarrekeningrecht controleplichtig is of niet:
- Als uw bedrijf controleplichtig is, heeft u een ‘rapport van feitelijke bevindingen’ nodig.
- Als uw bedrijf niet controleplichtig is, heeft u een ‘samenstellingsverklaring’ nodig.
Beide accountantsproducten hebben dezelfde inhoud. In het accountantsproduct is opgenomen:
- dat de onderneming een grote onderneming is en of sprake is van een groep verbonden ondernemingen;- de samenstelling van uw groep op het moment van aanvraag TVL Q1 2021. Met samenstelling bedoelen we alle met de onderneming verbonden ondernemingen en de bijbehorende KVK-nummers;
- de samenstelling van uw groep in de referentieperiode (het 1e kwartaal van 2019).
- de samenstelling van uw groep in de subsidieperiode (het 1e kwartaal van 2021);
- het totaal ontvangen bedrag aan verleende staatssteun aan de subsidieaanvrager en/of verbonden ondernemingen voor het bepalen van de hoogte van het subsidieplafond;
- bevestiging van gescheiden boekhouding in het geval dat een onderneming uit de landbouw- en visserijsector onderdeel is van uw groep, terwijl de groep waar deze onderdeel van uitmaakt een andere hoofdactiviteit heeft dan deze onderneming.
Kunt u het accountantsproduct niet voor de sluiting van TVL Q1 ontvangen van de accountant? Dan is er een mogelijkheid om het accountantsproduct later aan te leveren. RVO wijst er wel op dat uw aanvraag pas in behandeling kan worden genomen wanneer het accountantsproduct is ontvangen. De behandeltermijn van 13 weken gaat van start wanneer wij uw accountantsproduct hebben ontvangen.
Na uw aanvraag
Voor uw aanvraag van TVL Q1 2021 Grote ondernemingen geldt een verwerkingstijd van 13 weken. RVO neemt alleen aanvragen in behandeling die wij tussen 7 mei 9:00 en 10 juni, 17:00 uur ontvangen. Binnen 13 weken hoort u of de aanvraag is goedgekeurd. U ontvangt deze beslissing per e-mail. Bij goedkeuring staat het voorschot meestal binnen 5 werkdagen op uw rekening.
Definitieve TVL
Na afloop van de subsidieperiode vraagt RVO u (per e-mail) naar uw werkelijke omzet. Dit is de vaststelling. U meldt vóór 1 oktober 2021 de omzet in de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2021. Bij voorkeur met btw-aangiftes van het 1e kwartaal van 2021.
Vaak heeft de Rijksdienst het formulier al voor u ingevuld. U hoeft dan alleen nog akkoord te geven op het vaststellingsverzoek. Soms moet u de werkelijke omzetgegevens nog invullen of wordt om aanvullende informatie gevraagd. Zijn de gegevens juist en volledig ontvangen? Dan beslist en betaalt RVO in 90 procent van de gevallen binnen 3 weken.
Hoogte van de definitieve TVL
Is het omzetverlies gelijk aan uw opgegeven schatting? Dan ontvangt u de laatste 20 procent. Is het omzetverlies hoger, dan ontvangt u alsnog een hogere subsidie. Bij een lager omzetverlies ontvangt u minder dan 20 procent of u betaalt (een deel van) van het voorschot terug. Zorg dat u bewijsstukken indient, anders moet u het ontvangen voorschot terugbetalen.
>> Lees alles over de voorwaarden van NOW in Loket vijfde periode van NOW 6 mei open: zo werkt het en over de gevolgen voor de tegemoetkoming vaste lasten in TVL aanvragen: dit moet u weten
Ook NOW aangevraagd?
Heeft u als bedrijf ook NOW (de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) aangevraagd? Dan kan de verruiming van de TVL ertoe leiden dat u geen toegang meer heeft tot de NOW. De TVL telt namelijk, net als diverse andere tegemoetkomingen, mee als omzet voor de NOW. Het gaat vooral om bedrijven in een sector met een hoog vaste lasten percentage (34 procent of meer) én een omzetverlies dat relatief dicht bij de omzetverliesdrempel van 30 procent in de TVL ligt. Zij lopen risico de loonkostensubsidie van de NOW gedeeltelijk of geheel te moeten terugbetalen. U kunt er dan voor kiezen om bij de vaststelling van TVL Q1 of de vaststelling van TVL Q2 een lager omzetverlies op te geven. Bespreek deze mogelijkheden met uw boekhouder of accountant.
