
Het UWV maakt zich zorgen dat het merendeel van de bedrijven die loonsteun NOW-1 ontvingen nog altijd geen aanvraag heeft ingediend voor de eindafrekening. Als die niet wordt ingediend op uiterlijk 31 oktober, moet de hele loonsteun worden terugbetaald. 1 op de 3 ondernemers weet niet dat ze de aanvraag zelf moeten indienen.
Het loket voor het aanvragen van de eindafrekening voor de eerste periode is al langer open dan gepland. Er ontstond drukte met onder meer derdeverklaringen en er waren lange tijd nog onduidelijkheden over de eindafrekening. Daarom besloot het ministerie de sluitingsdatum te verleggen van 23 maart naar 31 oktober 2021. Ook het loket voor het aanvragen van de definitieve berekening voor de tweede periode van NOW (juni – september 2020) is reeds geopend.
>> Lees ook: Zo vraagt u de definitieve vaststelling NOW-2 aan
Loketverwarring
Ook werden sluitingsdata van alle loketten eerder dit jaar gelijkgetrokken om verwarring te voorkomen. Eerst was het zo dat de loketten voor ondernemers die geen verklaring nodig hadden eerder sloten dan bijvoorbeeld bedrijven die een accountantsverklaring nodig hadden. Dat gaat onder meer om bedrijven die een voorschot ontvingen van 100.000 euro of meer.
Geen besef aanvragen berekening
In de meeste gevallen draait het bij het uitblijven van een aanvraag om werkgevers die nog documenten afwachten of bijvoorbeeld nog een accountantsverklaring nodig hebben, zo meldt de uitkeringsinstantie. Een klein deel wacht bewust nog even, maar zo’n 37 procent heeft geen actie ondernomen omdat er geen besef is dat ze zelf de definitieve berekening moeten aanvragen.
>> Lees ook: 3 praktijkvoorbeelden van bezwaar tegen vaststelling NOW-1
Sluitingsdata
Om dat besef te vergroten, start de uitkeringsinstantie met een campagne om ondernemers te wijzen op de noodzaak voor de aanvraag tot definitieve vaststelling. Dat kan in het geval van de eerste NOW nog tot en met 31 oktober. Voor de tweede periode die al is geopend, kunnen aanvragen tot en met 26 juni 2022 worden ingediend. Het is wel zaak dat ondernemers die een accountantsverklaring nodig hebben tijdig beginnen met deze procedure, waarschuwt het UWV.
Berekening definitieve vaststelling
Het UWV heeft voor de toekenning van het voorschot de totale loonsom gebruikt van maart 2020. Er geldt per werknemer een maximum van 9.538 euro per maand. De totale loonsom wordt met 40 procent verhoogd om zo kosten als werkgeverspremies, werknemersbijdragen aan pensioen, de opbouw van vakantiegeld en andere kosten dan loonkosten te compenseren. Vervolgens wordt x afgehaald van de loonsom, waarbij x het percentage verwachte omzetverlies is. De tegemoetkoming is 90 procent van dat eindbedrag.
Als het loon in de maanden dat de subsidie werd uitgekeerd lager was dan 4 keer de loonsom van maart, dan wordt de tegemoetkoming lager. UWV gaat daarbij uit van het verschil tussen de totale loonsom van de maanden van de tweede steunperiode en 4 keer de loonsom van maart. Als het omzetverlies lager was dan aanvankelijk begroot, moet het bedrijf het teveel aan voorschot terugbetalen. Andersom, als het omzetverlies hoger was heeft de onderneming te weinig ontvangen en volgt er een nabetaling, tenzij de loonsom lager is geworden of er een aanvraag voor bedrijfseconomisch ontslag isgedaan.