
De werkkapitaalmatrix is een statische analysemethode van het werkkapitaal die normwaarden biedt om de basisposities van het werkkapitaal te optimaliseren. Cm: legt uit hoe deze eruit ziet en hoe hij werkt.
Voor het statische beheer van het netto werkkapitaal wordt hier uitgegaan van de werkkapitaalmatrix (het model in figuur 1). In deze matrix worden de mogelijke posities van het netto werkkapitaal (NWK: horizontale as) vergeleken met de posities van het inherent netto werkkapitaal (i-NWK: verticale as). De posities van het NWK en het inherent NWK kunnen zowel positief als negatief uitvallen. Theoretisch kunnen deze posities ook nog gelijk zijn aan nul; in de praktijk zal dit echter zelden of nooit het geval zijn. Binnen elk van de vier kwadranten van het model wordt voorts aangegeven wat de mogelijke positie van het autonoom netto werkkapitaal is.

In deze uiterste positie, het kwadrant linksboven in de matrix, is het netto werkkapitaal positief. Dit betekent dat de vlottende activa groter zijn dan de vlottende passiva. Een positieve omvang van het netto werkkapitaal is favorabel vanuit liquiditeitsoogpunt. Daarnaast is het inherent NWK negatief. Dit wil zeggen dat de som van de voorraden en de korte termijn (KT-)vorderingen wordt gefinancierd door de inherente schulden. De inherente schulden zijn de KT-schulden die voortkomen uit de primaire activiteiten (handel, productie, dienstverlening) en de secundaire activiteiten (ondersteunende activiteiten) die een bedrijf ontplooit. Deze primaire en secundaire activiteiten zijn de drivers van de zogenoemde inherente posities. Vandaar dat in de Angelsaksische wereld het inherent NWK wordt aangeduid als ‘induced net working capital’, het netto werkkapitaal dat voorkomt uit de activiteiten van de organisatie. De ideale omvang van het inherent NWK is negatief. In deze situatie vindt er immers een relatief goedkope vorm van voorfinanciering plaats. De som van de balansposten Crediteuren, Te betalen belastingen, Vooruit ontvangen van afnemers en de Overige/overlopende passiva dragen dan zorg voor de inherente voorfinanciering van de som van de voorraden en vorderingen. Een negatief i-NWK in combinatie met een positief netto werkkapitaal, wordt gezien als een teken van kracht.
Serie werkkapitaalanalyse en beheer
Expert in financiële analyses Jean Gieskens schreef voor cm: ControllersMagazine een serie artikelen over werkkapitaalanalyse en beheer. In deze serie is verschenen:
Artikel 1: De gouden balansregel en diens ratio’s
Artikel 2: Werkkapitaal en werkkapitaalposities
Artikel 3: De werkkapitaalmatrix
Artikel 4: Cash Conversion Cycle: Procesmatige benadering van werkkapitaalbeheer
Artikel 5: Risk return trade-off for working capital: conservatief, actief en agressief werkkapitaalbeheer
Artikel 6: Cashflows: BHK-kasstroom
Artikel 7: Cashflowbegrippen: wat is free cashflow?
Artikel 8: Werkkapitaal versus werkzaam vermogen
Artikel 9: Cash cushion: stootkussen voor financieel onzekere tijden
Artikel 10: Balanslezen door de bril van een bankier
In deze constellatie kan het autonoom NWK enkel positief zijn. Dit wil zeggen dat de som van de debetposten Effecten en Liquide middelen groter is dan de som van de autonome Kortlopende schulden. Het symbool in de matrix dat gevormd wordt door de drie puntjes (.·.) staat voor: ‘daaruit volgt noodzakelijkerwijs dat …’. Een positief NWK in combinatie met een negatief i-NWK leidt noodzakelijkerwijs tot een positief A-NWK. In deze situatie kent de financiële analyse twee positieve ‘notches’ (plus-tekens) toe aan de werkkapitaalposities.
Uiterst negatieve positie: NWK < 0 en i-NWK > 0
In deze uiterste positie, het kwadrant rechtsonder in de matrix, is het netto werkkapitaal negatief. Dit betekent dat de vlottende activa kleiner zijn dan de vlottende passiva. Daarnaast is het inherent NWK positief. Dit wil zeggen dat de som van de voorraden en de KT-vorderingen groter is dan de inherente KT-schulden. Een negatief NWK in combinatie met een positief i-NWK leidt noodzakelijkerwijs tot een negatief A-NWK. Dit wil zeggen dat de som van de debetposten Effecten en Liquide middelen kleiner is dan de som van de autonome Kortlopende schulden. In deze situatie is de onderneming illiquide en kent de financiële analyse twee negatieve ‘notches’ (min-tekens) toe aan de werkkapitaalposities.
Mix positie: NWK > 0 en i-NWK > 0
In deze mixpositie, het kwadrant linksonder in de matrix, is het netto werkkapitaal positief. Dit betekent dat de vlottende activa groter zijn dan de vlottende passiva. Daarnaast is het inherent NWK echter ook positief. Dit wil zeggen dat de som van de voorraden en de KT-vorderingen groter is dan de KT-inherente-schulden. In deze constellatie kan het autonoom NWK zowel positief als negatief zijn. Om illiquiditeit te voorkomen is het noodzakelijk om de som van de debet posten Effecten en Liquide middelen groter te laten zijn dan de som van de autonome credit posten uit de Kortlopende schulden. Bij een positief A-NWK kent de financiële analyse één positieve notch aan de werkkapitaalposities toe. Bij een negatief A-NWK daarentegen, kent de financiële analyse één negatieve notch aan de werkkapitaalposities toe.
Mix positie: NWK < 0 en i-NWK < 0
In deze mixpositie, het kwadrant rechtsboven in de matrix, is het netto werkkapitaal negatief. Dit betekent dat de vlottende activa kleiner zijn dan de vlottende passiva. Daarnaast is ook het inherent NWK negatief. Dit wil zeggen dat de som van de voorraden en de KT-vorderingen kleiner is dan de inherente KT-schulden. Ook in deze constellatie kan het autonoom NWK positief of negatief zijn. Om illiquiditeit te voorkomen is het noodzakelijk om de som van de debet posten Effecten en Liquide middelen groter te laten zijn dan de som van de autonome creditposten uit de Kortlopende schulden. Bij een positief A-NWK kent de financiële analyse één positieve notch aan de werkkapitaalposities toe. Bij een negatief A-NWK daarentegen, kent de financiële analyse één negatieve notch aan de werkkapitaalposities toe.
Voorkeur
De favorabele richting van het werkkapitaalbeheer die voortkomt uit de toepassing van het model laat zich eenvoudig uitleggen langs de twee assen van de matrix. Ten eerste dient de organisatie te streven naar een positief NWK. Daarnaast dient het inherent NWK negatief te zijn. Mocht aan één van beide voorwaarden niet worden voldaan dan dient de organisatie additioneel te streven naar een positief autonoom NWK.
Beperkingen werkkapitaalmatrix
Ondanks het gesofisticeerd ogende model is de invulling van het werkkapitaalbeheer conform dit model enigszins beperkt. Het model geeft immers enkel de richting van het werkkapitaalbeheer aan en niet de wijze waarop dit dient te geschieden. Het resultaat van het hiervoor omschreven werkkapitaalbeheer mondt uit in balansposities en laat zich uitdrukken in termen van liquiditeit. Enkele andere bezwaren van dit model zijn de volgende.
-
Statische liquiditeit
Het streven van het model bestaat uit de optimalisatie van de statische liquiditeit. Het gaat hier om liquiditeit die gemeten wordt via de balans. Dit is slechts een momentopname van voorraadgrootheden. Indien het model consequent wordt toegepast zou dit niet enkel op jaarbasis maar op maandelijkse basis dienen te leiden tot de drie gewenste posities.
-
Kosten
Het geschetste model geeft géén inzicht in de kosten van het aanhouden van een positief NWK, een positief autonoom NWK en een negatief inherent NWK. Hiermee ontbreekt tevens een indicatie voor de mate waarin de opbrengsten van liquiditeit opwegen tegen de kosten van deze posities.
-
Absolute getallen
Het model voorziet in absolute getallen en géén ratio`s. Er wordt bovendien geen uitspraak gedaan omtrent de relatieve omvang van deze absolute getallen. Het is dan ook raadzaam om de posities uit het model altijd te bezien in relatie tot ratio`s. Het autonoom NWK dient zodoende te worden vergeleken met de liquiditeitsratio`s. Het NWK dient te worden vergeleken met de werkkapitaalratio’s. En het inherent NWK tenslotte, dient te worden vergeleken met de activiteitenratio`s (= omlooptijden van het werkkapitaal).
-
Kernvoorraden
Het gepresenteerde model houdt expliciet géén rekening met kernposities in de voorraden, debiteuren en crediteuren. Deze posten maken allemaal deel uit van het inherent NWK. De kernposities kunnen tot de duurzaam aan het bedrijf verbonden activa respectievelijk passiva worden gerekend. Daarmee worden deze posities langlopend! Op voorhand is niet aan te geven welke impact deze correcties op het inherent NWK hebben omdat de kernvoorraden onder meer afhankelijk zijn van de branche en de omvang van de business. Impliciet wordt er echter wel degelijk rekening gehouden met de kernposities. Het eerste principe van het model luidt immers dat het NWK groter dan nul dient te zijn. Hiermee wordt gezegd dat de vlottende activa groter dienen te zijn dan de vlottende passiva. Een deel van de vlottende activa wordt hierdoor noodzakelijkerwijs gefinancierd door de langlopende schulden.
-
Kwaliteit van de onderliggende cijfers
De cijfers zoals die in de balans worden gepresenteerd voor de posten debiteuren en voorraden geven geen inzicht in de (toekomstige) kwaliteit van deze posten. Uit de balansposten is immers niet af te leiden wat de omlooptijd van de debiteuren en de voorraden voor de nabije toekomst is. Daarnaast is er veelal geen vroegtijdig inzicht in wanbetaling respectievelijk bederf en winkeldochters.
-
Good night’s rest
Er is een kleine groep ondernemers die het credo ‘les bons comptes font les bons amis’ aanhangt. Dit wil zoveel zeggen als: betaalde rekeningen maken goede vrienden. In dit geval is de vriendschap echter geheel in het eigenbelang van de ondernemer. Een snelle betaling van facturen leidt doorgaans immers tot een goede naam bij handelspartners (én handelsinformatiebureaus) en hiermee tot een snellere levering van goederen. Het logistieke eigenbelang prevaleert hier boven de financiële structuur. Een strikte toepassing van dit principe kan immers leiden tot (tijdelijke) negatieve rekening courant posities bij de bank en hiermee gepaard gaande rentekosten. De bankrekening wordt in deze ondernemersvisie gezien als het smeermiddel van de business. In de Angelsaksische landen kent men dit principe als ‘a good night’s rest’ waarmee wordt gedoeld op het voorkomen van ‘barbarians at the gate’. De ondernemer zal in deze situatie immers nooit worden aangemaand.
De hier omschreven betalingsmoraal (vroegtijdige betaling van handelsschulden) doet weliswaar niets af aan het eerste principe van het model (NWK > 0) maar druist in tegen het derde en tweede principe. Vroegtijdige betalingen leiden immers via de afname van de liquide middelen tot een lagere positie van het autonoom NWK (derde principe). Daarenboven leiden de betalingen via de afname van de crediteuren tot een hogere positie van het inherent NWK (tweede principe).
Auteur: drs. Jean Gieskens AC RCM QT is hoofddocent Accountancy, Finance en Management van ICT aan diverse hogescholen en universiteiten in Nederland en Vlaanderen (training@gieskens-eva.nl).
Dit artikel is verschenen in cm: 2021, afl. 6.