
De Nederlandse markt van producenten van kantoormeubelen laat een verschuiving zien van een lineair naar een circulair businessmodel. Waar staan we in deze ontwikkelingen in de kantoormeubelensector en wat zijn de knelpunten die daarmee gepaard gaan? En niet onbelangrijk: wat zijn de gevolgen van de transitie voor de financiering en de financiële rapportage?
De impact van een circulaire economie op onze samenleving wordt steeds belangrijker. Het toenemende tekort aan grondstoffen, de vereiste klimaatdoelen en de aandacht voor sociale verantwoordelijkheid dragen hieraan bij. De verwachting is dat de transitie van een lineaire naar een circulaire economie impact heeft op de economie, de samenleving en het milieu.
Circulair businessmodel
Een circulair businessmodel richt zich op waardecreatie door het sluiten van de keten om zo het gebruik van hulpbronnen en afval te verminderen en de levensduur van een product te verlengen. Kenmerkend voor het circulaire businessmodel is dat de samenwerking tussen meerdere partijen nodig is om de keten te sluiten. Dit geldt zowel voor de orders, en de productie als voor de financiering van de activiteiten. Een ander kenmerk van het circulaire businessmodel is dat er activiteiten worden uitgevoerd om de levensduur van de producten zo lang mogelijk te maken om zo de waarde ervan op een zo hoog mogelijk niveau te houden. Er is dus veel aandacht voor onderhoud en reparatie.
Value hill
Bij een circulaire economie heeft het behoud van waarde van producten en materialen de hoogste prioriteit. Dit komt terug in de Value-hill-theorie (figuur 1). Bedrijven richten zich op het zo lang mogelijk vasthouden van waarde van producten op het hoogste niveau.

Veel bedrijven willen meegaan in deze circulaire beweging, maar weten niet goed hoe dat kan worden gedaan. Ze lopen tegen diverse vragen aan, zoals: hoe kun je waarde creëren, materialen opnieuw gebruiken en welk businessmodel is van toepassing op mijn organisatie? Onderzoek naar de circulaire activiteiten binnen een bedrijf kan worden gedaan aan de hand van de 10 R’s-theorie van Kirchherr (kader). Dit is een overzicht van diverse strategieën waarbij recover de onderste trede op de circulariteitsladder is en refuse de bovenste trede. Bij recover gaat het om het nuttig toepassen van materialen die anders gestort zouden worden, terwijl het bij refuse gaat om het verminderen van de productie en de consumptie.
Businesscase
Nieuwe businessmodellen vereisen een gezamenlijke benadering van elk onderdeel in een businesscase. De kantoormeubelensector gebruikt de value hill als een circulaire businessstrategiemethode voor de ontwikkeling van een circulaire strategie. Deze strategie richt zich op het verlengen van de levensduur van de aangeboden producten en het hebben van controle over de terug te halen producten, zodat deze hersteld kunnen worden en vervolgens weer in de markt kunnen worden aangeboden. Hiervoor kan zelfs een apart bedrijf gestart worden, bijvoorbeeld voor hergebruik van artikelen. Het doel is impact te maken op het terrein van verduurzaming. De waardecreatie of waardeverlenging die hier wordt gecreëerd vloeit voort uit het beter gebruikmaken van materialen en het verlengen van de levensduur met gebruikmaking van onderhoud en reparatie.
Product as a service
Om ‘in control’ te zijn over de levensduur van de producten, onderhoud en reparatie wordt gewerkt met het businessconcept product as a service” (PaaS). In deze sector is dit concept toepasselijk omgedoopt tot furniture as a service” (FaaS). Bij FaaS blijft de fabrikant de eigenaar van zijn kantoormeubelen. Zijn klanten maken gebruik van de kantoormeubelen en betalen voor dit gebruik en de ontvangen services, zoals onderhoud en reparatie. De producten worden na afloop van de contractperiode door de producent teruggenomen en opgeknapt en daarna opnieuw in de markt gezet.
Financiële gevolgen
Traditioneel gaan bedrijven bij een nieuw project voor een lening naar de bank. De bank verstrekt de lening op basis van criteria zoals de te verwachte kasstromen, het onderpand, het risico en de eigendomscriteria. Bij overgang naar het circulaire businessmodel PaaS (FaaS) wordt de levensduur van het product langer en veranderen de risico’s en de eigendomsstructuren. Dit heeft effect op de bereidheid van banken om tot financiering over te gaan. Bij duurzame financiering gaat het in het algemeen om het verschaffen van financiering voor investeringsprojecten in bedrijven met een duurzaam karakter en een duurzaam businessmodel zoals aandacht voor sociale en milieuproblematiek.
Verdienmodel
In een praktijkonderzoek naar circulaire verdienmodellen door KPMG, Copper en Kennedy en Van der Laan worden vier circulaire verdienmodellen besproken: pay-per-use, verhuur, koop-terugkoop en lease. Het hangt van het businessmodel af welk verdienmodel het meest geschikt is.
De praktijk laat zien dat voor het businessmodel FaaS het pay-per-use verdienmodel het meest geschikt is: het product (hier het kantoormeubel) wordt dan aangeboden als dienst, waarbij de gebruiker betaalt voor het gebruik ervan. De producent zelf blijft eigenaar van het product. Hierdoor is hij er zeker van dat het product uiteindelijk terugkomt in de onderneming. Dit betekent echter ook dat de producent het financiële risico over het product loopt.
Lees ook: De prijs in het circulaire businessmodel: Externe kosten worden interne kosten
Bank denkt nog niet circulair
De verlenging van de looptijd en de verzwaring van het financiële risico maakt het voor banken ingewikkelder om FaaS-projecten te financieren. Daar komt bij dat financiële adviseurs en banken bij het verstrekken van financiering en het adviseren nog steeds met modellen werken die gebaseerd zijn op de lineaire economie. Ook de bedrijven zelf zijn nog niet actief bezig met het bepalen van de restwaarde bij het terugkrijgen van het product na gebruik.
Rapportage-eisen nog lineair
Ook de bedrijfsrapportage door de circulaire ondernemingen en hun accountantskantoren wordt nog steeds gedaan op basis van lineaire principes. Deze werkwijze is grotendeels gebaseerd op eisen van de toezichthouder en bestaande regelgeving. Dit is een probleem waar bedrijven en hun financiers, adviseurs en accountantskantoren mee worstelen wanneer zij beginnen aan een transitie naar een circulair businessmodel. Het belemmert de financieringsmogelijkheden van FaaS-projecten en de rapportage geeft nog onvoldoende het unieke karakter van FaaS weer, de waarde van de langere levensloop en de betere conditie van de producten.
Financiering transitie is lastig
In dit onderzoek komt naar voren dat met name voor kleinere producenten van kantoormeubelen en voor start-upondernemingen de financiering van de transitie een probleem kan zijn. Bij de grotere producenten van kantoormeubelen speelt dit probleem minder of niet. Deze producenten zijn vaak al langer klant en dus bekend bij de bank, waardoor de kantoormeubelen als onderpand worden geaccepteerd voor de financiering. Bovendien hebben veel van de grotere ondernemingen naast de circulaire of duurzame lijn nog een lineaire lijn in gebruik, die zij geleidelijk afbouwen, maar die de mogelijkheid tot het verkrijgen van financiering vergemakkelijkt: er is sprake van een geleidelijke overgang met de lineaire lijn als buffer achter de hand.
True-priceberekening
De kantoormeubelfabrikanten zelf geven aan het jammer te vinden dat sociale impact (zoals de verschaffing van werkgelegenheid door productie op korte afstand van het bedrijf) en milieu-impact (bijvoorbeeld vermindering van CO2-gebruik en besparing van water) nog niet of nauwelijks door banken worden meegenomen bij het maken van een risicoanalyse. Daarnaast zijn ze ervan overtuigd dat deze factoren en de overige kosten (externaliteiten) voor het sluiten van de cirkel op termijn wel in een true-priceberekening moeten worden opgenomen en een positieve bijdrage zullen laten zien aan de waardecreatie.
Eerste stap van de banken
Banken kunnen een belangrijke rol spelen door op te treden als aanjagers van de transitie van een lineaire naar een circulaire economie. Zij kunnen dit doen door het verschaffen van kapitaal aan bedrijven in transitie naar een circulaire economie. In juli 2018 hebben de ABNAMRO, de Rabobank en de ING-bank een gezamenlijk document opgesteld waarin zij hun plannen om dit nader vorm te geven hebben opgeschreven: Circular Economy Finance Guidelines.
Samen optrekken
Dit is een positieve eerste stap in de goede richting. Er zal echter nog een flink aantal vervolgstappen moeten worden gezet om de financiering van circulaire businessmodellen los te trekken en de financiële rapportage erover inzichtelijk te maken. Hiervoor is nodig dat er niet vanuit het lineaire economisch denken naar financieringsoplossingen en rapportagevoorschriften wordt gezocht voor circulaire businessmodellen, maar dat deze oplossingen echt op het circulair denken gebaseerd zijn. Dit verbetert het inzicht in de risico’s van circulaire businessmodellen, maar ook de kansen die daaruit voortvloeien en zal de financiering ervan helpen vergemakkelijken. Hierin zullen ook de toezichthouder en de regelgever moeten meebewegen. Alleen dan kan de transitie van de lineaire naar de circulaire economie succesvol worden voortgezet.
De 10 R’en
- Refuse. Maak het product overbodig.
- Rethink. Gebruik het product intensiever
- Reduce. Reduceer het verbruik van grondstoffen tijdens de productie.
- Reuse. Hergebruik het product in zijn geheel in dezelfde functie door een andere gebruiker.
- Repair. Vanuit duurzaamheidsoogpunt is het beter om goed onderhoud en reparatie uit te voeren dan materialen af te danken en nieuwe materialen te gebruiken.
- Refurbish. Herstel of vernieuw onderdelen door ze op te knappen. Niet alles hoeft nieuw te zijn.
- Remanufacture. Maak nieuwe producten van oude producten of onderdelen hiervan.
- Repurpose. Hergebruik producten met een ander doel.
- Recycle. Verwerk en hergebruik materialen.
- Recover. Herwin energie uit materialen. Verbranding zonder energieterugwinning en storten horen niet in een circulaire economie.
Meer lezen?
- Achterberg, E., Hinfelaar, J., & Bocken, N. (2016). Master circular business with the value hill. Circle Economy.
- ABN AMRO, ING en Rabobank. (2018, juli). Circular Economy Finance Guidelines
- KPMG, Copper en Kennedy en van der Laan. Circulaire verdienmodellen.
Onderzoek
De docent/onderzoekers en de lector van de Hogeschool Rotterdam Business School voerden gesprekken met vertegenwoordigers van enkele toonaangevende bedrijven die actief zijn in de kantoorinrichting. Hier is men bezig met verduurzaming/circulariteit, wat in diverse concepten wordt uitgewerkt. Ook is gesproken met drie medewerkers van banken die zich bezighouden met duurzame financiering.
Auteurs: Drs. Dea Knol-Veldhuizen, Ellen Boslooper MSc en dr. Maaike Lycklama à Nijeholt zijn verbonden aan de Hogeschool Rotterdam.
Dit artikel is verschenen in cm: 2021, afl. 7.