
Ondernemingen die op huurkorting hopen voor de periode waarin beperkende maatregelen van kracht waren, moeten daarbij rekening houden met de Tegemoetkoming Vaste Lasten. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat een bedrijf alleen recht heeft op korting van het huurbedrag dat ná aftrek van TVL overblijft.
Dat meldt het FD op basis van een uitspraak in een zaak van de verhuurder tegen Swissôtel, dat eerder huurkorting vanwege de corona-impact afdwong bij de rechtbank in Amsterdam. De verhuurder ging daarop in beroep. Het Gerechtshof bepaalt dat de rechtbank de korting onjuist heeft berekend. De TVL werd daarbij meegeteld bij de omzet om de huurkorting te bepalen en in het kort geding kreeg Swissôtel een korting van 50 procent.
TVL bedoeld voor huur
Maar het Hof vindt dat, omdat de subsidie is bedoeld voor onder meer huur en energie, het bedrag specifiek moet worden ingezet voor de huur. Het hotel heeft alleen recht op de huurkorting die ná aftrek van de TVL overblijft en dat is 32.547 euro per maand op een huur van 87.481 euro, zo berekent Vastgoedmarkt, een veel kleinere korting dan de vermindering die in kort geding werd vastgesteld. Daarmee daalt de huurkorting van ongeveer 290.000 euro naar 65.000 euro.
Hogere TVL: geen korting
Dit jaar kreeg het hotel een hoger bedrag aan coronasteun, doordat de regels werden verruimd door de aanhoudende lockdown die in december startte. De subsidie ging naar 100 procent van de vaste lasten in plaats van de eerdere 85 en de maximumbedragen werden verhoogd. Door deze versoepeling heeft Swissôtel volgens de uitspraak van het Hof dit jaar geen recht op huurkorting.
Bodemprocedure huurkorting
‘De rechtspraak beweegt mee met bedoeling die het kabinet en Tweede Kamer met de steunpakketten hadden,’ zegt advocaat Tomas Steenmetser namens de verhuurder in het FD. ‘Die is gedurende de pandemie veranderd vanwege lengte, duur en impact van de crisis.’ Swissôtels-advocaat David van Dijk ziet dat het Hof tot een andere conclusie komt dan de rechtbank, ‘maar ik moet nog zien of dat doorwerkt in de bodemprocedures die over huurkorting gevoerd worden.’