
Controllers krijgen de komende jaren nog meer te maken met niet-financiële informatie over onder meer de milieu-impact van bedrijfsactiviteiten. Dat is een eis van toezichthouders, overheden, beleggers en banken die van toepassing is op een steeds breder scala aan ondernemingen.
Er komt een aantal nieuwe richtlijnen op bedrijven af om te rapporteren over duurzaamheid. Een flink aantal ondernemers moet bijvoorbeeld voldoen aan standaarden van de nieuwe Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Deze richtlijn zou al kunnen gaan gelden voor boekjaar 2023. De wettelijke instrumenten om duurzaamheid af te dwingen zorgen voor groenere financiële portfolio’s en een duurzaam bedrijfsleven, maar het oerwoud aan regelgeving geeft financials veel hoofdbrekens.
ESG voor controllers
De duw naar duurzaam ondernemen levert – positief of negatief – hoe dan ook een interessant ondernemersklimaat op. Op duurzaamheidscongres Nationaal Sustainability Congres in Hilversum eerder deze maand zijn veel kleine groene bedrijven te vinden. De verzameling exposanten is een gemêleerde groep van ondernemers met een duurzaam product tot startups met een ESG-platform. Met de toename van de rapportage-eisen van niet-financiële informatie, neemt ook het aantal providers, standaarden, frameworks en platforms toe.
Nog niet zo lang geleden draaide het voeren van een ESG-strategie (environmental, social, en governance) als optie voor langetermijnwaardecreatie. Met steeds strengere regelgeving als katalysator is bijvoorbeeld een focus op duurzaamheid geen nice to have meer, maar bedrijfskritiek geworden. Niet alleen CO2-uistoot moet nu meetbaar zijn, wetgevers en stakeholders eisen meer concrete gegevens over duurzaamheidsdoelen, het verantwoord ondersteunen van personeel en over de bedrijfscultuur.
Lees ook: Controller gaat van trendwatcher tot duurzaamheidsrapporteur
Roep om duurzaamheid
Bedrijven gebruiken ESG-criteria om te zien welke gegevens gemeten moeten worden, om bijvoorbeeld in compliance te zijn met Europese richtlijnen. De nieuwe CSRD is relevant voor controllers in veel meer beursgenoteerde bedrijven dan bij de oude NFRD het geval was. Standaardengroep EFRAG buigt zich momenteel over een technische richtlijn waaraan zulke rapportage moet voldoen. Hetzelfde geldt voor de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), die een nieuw classificatiesysteem voor beleggingsfondsen optuigt. Er moest in eerste instantie nog in hoofdlijnen worden gerapporteerd over de duurzaamheid van producten (grijs, lichtgroen of donkergroen), maar een gedetailleerder voorstel voor de nieuwe Regulatory Technical Standards moet in 2022 worden geïmplementeerd.
Niet alleen vanuit wetgevers neemt de druk toe. Voor stakeholders, van klanten tot partners, wordt het voeren van een sociaal en milieubewust bedrijf met duurzame normen en waarden een must. Meer dan de helft van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven laat de beloning voor het top inmiddels afhangen van bereikte ESG-doelen, zo bleek onlangs uit onderzoek van GRC-provider Diligent. En onderzoek van Deloitte laat zien dat een derde van consumenten inmiddels bepaalde producten niet meer koopt, omdat ze niet duurzaam zijn.
Fragmentatie standaarden
Er is een grote groei aan standaarden om aan rapportage-eisen te voldoen. Deels is dat omdat er verschillende compliance-eisen zijn, deels omdat het per sector nogal uitmaakt welke kpi’s worden gemeten en deels omdat verschillende botsende initiatieven dezelfde basisproblemen proberen op te lossen. Met het creëren van oplossingen, wordt de fragmentatie alleen maar groter. Het doet een beetje denken aan de beroemde XKCD-strip over het bestrijden van standaarden met nóg een standaard.
Inmiddels zijn er 650 verschillende rapportagestandaarden, weet Ingrid Thijssen op het recente duurzaamheidscongres te melden. Frida Emilsson, medeoprichter van ESG-platform Worldfavor en ook spreker tijdens dit congres, denkt dat het meer een kwestie is van specifieke sectorstandaarden dan van universele standaarden die elkaar bijten. ‘Sommige standaarden zijn voor rapportage, sommige zijn heel breed, sommige zijn sectorspecifiek, sommige specifiek op een bepaalde meting – bijvoorbeeld CO2-uitstoot – en alle frameworks hebben allemaal een eigen doel.’
Als voorbeeld van harmonisatie haalt ze GRI aan. ‘Het Global Reporting Initiative is heel uitgebreid wat betreft het hele ESG-spectrum. SASB is dat ook, maar is meer gericht op de financiële sector. Die zou je misschien eerder hebben gezien als een beetje elkaar in de weg zittend, maar nu werken deze twee samen.’
Verscheidenheid frameworks

Dan is er ook nog een groot verschil in de eisen van rapportageframeworks. Om terug te keren naar de SFDR, deze Europese duurzaamheidsrichtlijn voor beleggingsfondsen is vrij high-level ingericht. Eerder dit jaar beklaagde de AFM zich er nog over dat veel beleggingsinitiatieven die zich als groen omschrijven deze bewering slecht onderbouwen. De SFDR is een poging van de Europese Commissie om greenwashing van fondsen te voorkomen.
‘Het gaat hier meer om doelen. Maar bedrijven kunnen andere frameworks, bijvoorbeeld de GRI, gebruiken om die doelen te bereiken. De kpi’s daarvan geeft bedrijven concrete handvatten.’ En hier komen de ESG-platforms om de hoek kijken. Zij leveren in feite een database waar bedrijven hun duurzaamheidsinformatie kunnen parkeren om vervolgens te kiezen welke datapunten nodig zijn om compliancy te bewijzen in het geval van richtlijn X en regelgeving Y.
Van app-mislukking naar ESG-platform
De makers van Wordfavor hadden in 2013 eigenlijk een plan om een app te bouwen voor consumenten, vertelt medeoprichter Emilsson. Met die app zouden klanten een winkel binnen kunnen gaan en zien wat de milieu-impact zou zijn van producten die ze kochten. Dat zou kopers in staat stellen om te stemmen met de portemonnee aan de hand van de duurzaamheid van bedrijven. Maar het drietal makers liep tegen een probleem aan: geen enkel bedrijf kon de klimaatimpact goed meten.
Het grootste deel van die impact komt uit de keten, weet de Worldfavor-coo. Fabrikanten, leveranciers, distributeurs, dochterondernemingen, et cetera, dragen allemaal een steentje bij aan de klimaatimpact van een product. Dat was, vooral bijna tien jaar geleden, niet inzichtelijk te krijgen. Ook al waren bedrijven al wel meer aan de slag met ESG-criteria, een gestandaardiseerd framework ontbrak en er was ook geen manier voor ondernemers om deze informatie onderling te delen. Zelfs duurzame ondernemingen hadden slecht zicht op wat er verder in de keten gebeurde.
Dat werd toen het idee: in plaats van die consumenten-app om klimaatimpact te zien, bouwde het bedrijf een platform waar organisaties hun ESG-gegevens kunnen delen. ‘Zie het als een LinkedIn voor ESG-informatie,’ zegt Emilsson. Als dat uitwisselplatform eenmaal bestond, zou een volgende ontwikkelaar die een dergelijke app zou willen bouwen wél aan de benodigde broninformatie kunnen komen. Inmiddels is Worldfavor aan het uitbreiden in Europa en op hard weg om dat originele doel om ESG-informatie vindbaar te maken te bereiken.
650 standaarden, één dataset
Emilsson spreekt over rapportagemoeheid, omdat bedrijven in een oerwoud van complianceregels met de handen in het haar komen te zitten over hoe en wat gerapporteerd moet worden. Wat zij en haar collega’s snel beseften, was dat de uitdaging niet eens zozeer ligt aan specifieke regelgeving, maar aan een stap eerder: de gegevens die nodig zijn om compliancy te bewijzen. ‘Eigenlijk hebben we het over één universele set aan datapunten en die moet je als het ware filteren naar deze frameworks toe,’ legt ze uit. ‘Het gaat om dezelfde data, dezelfde kpi’s, maar bekeken vanuit de lens van specifieke regelgeving.’
Organisaties die in meerdere landen opereren, krijgen te maken met een kluwen aan overlappende en soms conflicterende regelgeving. Voor rapportagedoeleinden kan dit een nachtmerrie zijn. In diverse ESG-platforms worden verschillende regelgevingen automatisch gelinkt, zodat bedrijven de benodigde stukken informatie eenvoudig kunnen aanpassen op basis van de beschikbare universele brondata. Dat betekent dat duurzaamheidsrapportage sterk wordt vereenvoudigd, of het nu om eisen gaat van de Europese CSRD, milieurapportage-eisen van Chinese beurswaakhond CSRC of de Britse regels van de TCFD.
Duurzaamheid fondsen
De AFM onderzocht dit jaar nog hoe het zat met de duurzaamheid van beleggingsfondsen aan de hand van de prospectussen van bedrijven. De financiële waakhond zet vraagtekens bij de zelfverklaarde duurzaamheid van organisaties, omdat niet goed gedefinieerd of gekwantificeerd is hoe deze duurzaamheid zich dan uit. Ook is een meerderheid van de onderzochte fondsen niet duurzaam, maar blijkt dat nergens specifiek uit. Met wetgeving SFDR moeten fondsen dat explicieter benoemen, wat de werkelijke duurzaamheid van een fonds transparant maakt voor beleggers.
Dat werkt door naar beursgenoteerde bedrijven. De fondsen hebben specifieke informatie nodig volgens de SFDR en grotere ondernemingen moeten zulke gegevens sowieso rapporteren onder de CSRD. Niet alle ondernemingen krijgen te maken met die richtlijn, vooral mkb’s en kleine beursgenoteerde bedrijven lopen bijvoorbeeld niet tegen deze regelgeving aan, maar het doorwerkeffect in de keten zorgt ervoor dat een grotere reeks Nederlandse bedrijven moet rapporteren op duurzaamheid.
Vraag om groen
En is het niet vanwege overheidsregels, rapportagestandaarden als IFRS of eisen van beleggers dan is het wel vanwege eisen van kredietverleners. Ook banken hebben namelijk te maken met afspraken gemaakt die ervoor zorgen dat ze de duurzaamheid van hun portfolio’s onder de loep nemen. Omdat investeren in een ‘bruine’ onderneming meer risico met zich meebrengt, kijken banken ook scherper naar verduurzaming. Dat heeft tot gevolg dat ondernemingen die voor een krediet aankloppen bij een bank sneller een lening kunnen lospeuteren als ze een groen ondernemingsplan hebben.
Al deze ontwikkelingen betekenen dat rapporteren op niet-financiële informatie alleen maar belangrijker wordt. Bedrijven moeten aan de slag met ESG-data en controllers krijgen hoe dan ook te maken met rapportagestandaarden die niet alleen beschrijven hoe bepaalde informatie moet worden gecommuniceerd maar ook eisen stellen aan de kwantificatie van beweringen. Daardoor zal de term ‘ESG-platform’ ongetwijfeld vaker langskomen de komende jaren.