
Onder de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is de transitievergoeding na beëindiging van een dienstverband sinds 2020 niet alleen voor vaste werknemers, maar ook voor tijdelijke contracten. Maar van de transitievergoeding voor uitzendkrachten blijkt in de praktijk weinig terecht te komen.
Dat meldt vakbond FNV. Uit een recente peiling onder 200 werknemers bleek 86 procent geen transitievergoeding te hebben ontvangen. In 2020 werd dezelfde peiling onder 240 werknemers gehouden en bleek al dat 80 procent van de ondervraagden geen transitievergoeding hadden ontvangen.
Alles over transitievergoeding:
‘Niet lang genoeg in dienst’
Zelfs als er expliciet om werd gevraagd, zijn uitzendbureaus er stil over, zegt de vakbond. Zo stellen ze bij vragen hierover dat de werknemer niet lang genoeg in dienst is geweest voor een dergelijke vergoeding. Maar onder de WAB begint de teller te lopen vanaf de eerste dag van de inwerkingtreding van het dienstverband. Die vergoeding bedraagt 1/3 van het maandsalaris per gewerkt jaar en wordt pro rato berekend over de gewerkte periode, zonder afronding.
In eigen zak
‘Uitzendbureaus hanteren een piepsysteem. Zolang niemand erom vraagt, krijgt hij of zij niets,’ stelt de FNV. ‘En steekt het uitzendbureau de transitievergoeding in eigen zak. Als er afscheid van je wordt genomen door het uitzendbureau krijg je allerlei informatie, maar er wordt met geen woord gerept over de transitievergoeding.’ Volgens het onderzoek doet zich dit voor bij alle uitzendbureaus (zie grafiek hieronder).
50 miljoen euro
De organisatie schat dat er minimaal 50 miljoen euro te weinig transitievergoeding wordt uitbetaald, op basis van 100.798 uitzendkrachten die in 2020 in de ww terechtkwamen. De vakbond roept daarom uitzendkrachten op om bij niet ontvangen transitievergoeding de uitzendbureaus te verzoeken om die alsnog uit te betalen. Ook wijst FNV erop dat de vergoeding tot drie maanden na het einde van het dienstverband nog zijn op te eisen via de rechter.
