
Als u van mijn leeftijd bent, heeft u nog meegemaakt dat zakelijke kilometers belastingvrij vergoed mochten worden tot ‘het bedrag van de aan dat reizen verbonden kosten’. Omdat de hoogte van de kilometerprijs onder meer afhankelijk is van de aanschafprijs van de auto, de leeftijd van de auto, de gebruikte brandstof en het aantal kilometers dat per jaar met de auto wordt gereden, moest de werkgever per werknemer jaarlijks precisiewerk leveren. Precisiewerk dat vandaag de dag tot opstand zou leiden.
In 1990 kwam er een eind aan het gemillimeter per werknemer. Zakelijke kilometers konden voortaan tegen een forfaitair bedrag vergoed worden. Dat bedrag bedroeg aanvankelijk 44 cent maar steeg in korte tijd naar 60 cent.
Bij de introductie van de euro in 2002 volgde een laatste verhoging. Het forfait ging van 27 eurocent (omgerekend 60 cent) naar 28 eurocent per kilometer. Kort daarna was het uit met de pret.
Het bedrag van 28 cent beoogde alle autokosten te dekken. In 2003 besloot de regering het kilometerforfait voortaan te beperken tot de gemiddelde variabele kosten van een middenklasse-auto. Tot de variabele kosten behoorden in ieder geval de brandstofkosten en kosten voor reparatie, onderhoud en banden. Met ingang van 2004 leidde dat tot een kilometerforfait van 18 cent. Het forfait steeg in 2006 naar 19 cent, maar daarna vond er geen verhoging meer plaats.
Schade aan persoonlijke zaken
Als een werknemer zijn auto beschadigt tijdens een dienstreis en zijn werkgever vergoedt de schade, dan is het nogal zuur als die vergoeding belast wordt. Nu kent de Wet LB een vrijstelling voor vergoedingen van door de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking geleden schade aan persoonlijke zaken. Zou de schade aan een auto die is opgelopen tijdens een zakelijke rit ook onder die vrijstelling kunnen vallen?
Tot 2004 was het antwoord op die vraag eenduidig: nee dat kan niet, want de Hoge Raad heeft geoordeeld dat met het forfait van 60 cent (de procedure ging over 1996) de integrale autokosten gedekt worden, dus ook de kosten van een verzekering die de schade had kunnen dekken. In dit systeem past het niet dat met toepassing van de vrijstelling voor vergoedingen voor schade aan persoonlijke zaken, boven de vrije forfaitaire kilometervergoeding, andere autokosten (van welke aard ook) onbelast zouden kunnen worden vergoed, aldus de Hoge Raad.
Het zou goed kunnen dat het antwoord op de vraag nu anders luidt. Bij de verlaging van de kilometervergoeding is het forfait afgestemd op de gemiddelde variabele kosten. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat een vergoeding voor schade aan de privéauto van een werknemer vrijgesteld is op grond van de vrijstellingsbepaling voor schade aan persoonlijke zaken.
Onbelaste reiskostenvergoeding wordt vanaf 2024 verhoogd
Maar dit terzijde, terug naar het kilometerforfait. In 2019 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin de Kamer de regering verzocht onderzoek te doen naar modernisering van de reiskostenvergoeding, inclusief de ‘hernieuwde indexatie’ van de kilometervergoeding. Het duurde even, maar op 15 december 2021 bleek dat verzoek toch niet aan dovemansoren te zijn gericht. In (de budgettaire bijlage van) het coalitieakkoord Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst kondigen de coalitiepartijen aan dat de onbelaste reiskostenvergoeding vanaf 2024 zal worden verhoogd.
De precieze tariefsverhoging wordt nog uitgewerkt ‘binnen de taakstellende budgettaire derving van 200 miljoen euro in 2024 en 400 miljoen per jaar vanaf 2025’. Die uitwerking zal echter niet veel om het lijf hebben. De staatssecretaris schreef al in 2008 ‘dat elke verhoging van de onbelaste kilometervergoeding met een cent ruim 100 miljoen euro derving’ betekent. Als u van mijn leeftijd bent, kunt u nog hoofdrekenen.
Auteur: Henk Verploegh
Belastingdienst, op persoonlijke titel