De 30%-regeling is er voor werknemers die van buiten Nederland komen en tijdelijk in Nederland werken. Voldoen ze aan de voorwaarden? Dan betalen ze over maximaal 30 procent van hun loon geen belasting. Zo compenseert de overheid hen voor de extra kosten die zij maken om in Nederland te kunnen werken. Wat houdt deze regeling exact en wat zijn de voorwaarden van een dergelijke regeling? En welke haken en ogen zitten hieraan? Cm: zet het voor u op een rijtje.
Vele branches worden geraakt door de krapte op de arbeidsmarkt. Momenteel is de krapte misschien wel groter dan ooit tevoren, maar het is een terugkerend fenomeen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Om dit probleem op te lossen zoekt een deel van de ondernemingen over de landsgrenzen naar geschikt personeel. Een (tijdelijke) verhuizing naar Nederland brengt echter veel kosten met zich mee. Om van Nederland toch een interessant vestigingsland te maken, heeft de Nederlandse overheid daarom de 30%-regeling in het leven geroepen.
Wat is de 30%-regeling?
De regeling houdt in dat een werkgever aan bepaalde werknemers 30 procent van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking kan verstrekken als vrije vergoeding voor de extraterritoriale kosten. Let op, het gaat hierbij enkel om het loon uit een tegenwoordige dienstbetrekking. Wat zijn deze extraterritoriale kosten? Hierover later meer. De belastingvrije vergoeding kan op twee manieren worden berekend, namelijk:
- De werkgever mag 30 procent van het loon van de werknemer, inclusief de vergoeding, belastingvrij verstrekken. Van het salaris inclusief vergoeding (100%) wordt 30 procent berekend; deze 30 procent wordt belastingvrij uitbetaald.
Voorbeeld: het loon inclusief de vergoeding is 80.000 euro. De onbelaste vergoeding van extraterritoriale kosten is maximaal 30% x 80.000 = 24.000 euro. - De werkgever mag er ook voor kiezen om maximaal 30/70 van het loon exclusief de vergoeding als belastingvrije vergoeding uit te betalen.
Voorbeeld: het loon exclusief de vergoeding is 80.000 euro. De onbelaste vergoeding van extraterritoriale kosten is maximaal 30/70 x 80.000 = 34.285 euro.
Beide berekeningsmethoden geven dus nogal een verschil in het bedrag dat aan een werknemer belastingvrij mag worden uitbetaald. Terwijl in beide situaties wordt uitgegaan van 80.000 euro als loonbedrag.
Het is overigens niet verplicht altijd het maximale bedrag (30%) aan belastingvrije vergoeding uit te betalen. Een werkgever kan er ook voor kiezen om minder belastingvrij te verstrekken. Let wel op, al het meerdere wordt in beginsel belast.
Wat zijn extraterritoriale kosten?
Extraterritoriale kosten zijn de extra kosten van tijdelijk verblijf in het buitenland in verband met het verrichten van arbeid in dat land. Het is daarbij van belang dat er onderscheid gemaakt wordt tussen extraterritoriale kosten en kosten die als vrije vergoeding verstrekt kunnen worden of die eventueel als belast loon moeten worden aangemerkt.
Voorbeelden van extraterritoriale kosten zijn:
- de extra kosten voor levensonderhoud door een hoger prijspeil in Nederland dan in het land van herkomst, zoals extra uitgaven voor woonlasten en boodschappen;
- de kosten voor een kennismakingsreis, inclusief de kosten voor het gezin;
- de eerste huisvestingskosten. Let op: enkel de huisvestingskosten die boven 18 procent van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking uitkomen kunnen aangemerkt worden als extraterritoriale kosten;
- de kosten voor opslag van het deel van de boedel dat niet wordt verhuisd;
- de reiskosten naar het land van herkomst;
- de extra kosten voor (belasting) adviseur(s).
Het is niet nodig te bewijzen dat de verstrekte belastingvrije vergoeding voor extraterritoriale kosten ook daadwerkelijk gebruikt wordt voor deze kosten. Met andere woorden: de belastingvrije vergoeding zou ook ergens anders voor kunnen worden gebruikt. Dit is aan de werknemer zelf.
30%-regeling of gerichte vrijstelling?
Als de werkgever naast de 30%-vergoeding nog meer loon wil uitbetalen, is dat gedeelte loon voor de loonbelasting. Het is wel mogelijk om dit loon aan te wijzen als eindheffingsloon, dit deel valt vervolgens echter onder de werkkostenregeling. Er zijn situaties denkbaar dat de werkelijke kosten hoger zijn dan de 30 procent vergoeding van het loon. Dan is het beter om gebruik te maken van de gerichte vrijstellingen in de werkkostenregeling in plaats van de 30%-regeling. De werkgever moet dan wel een administratie bijhouden.
Onbelast vergoeden als gerichte vrijstelling
Als de werkgever gebruikmaakt van de 30%-regeling, kan hij daarnaast ook de volgende kosten onbelast vergoeden of verstrekken (als gerichte vrijstelling):
- verhuiskosten naar Nederland;
- kosten voor kennismaking bij het bedrijf in Nederland;
- kosten voor het aanvragen of omzetten van een tewerkstellingsvergunning;
- schoolgelden voor de kinderen van de uitgezonden werknemers, er dient wel sprake te zijn van een internationale school.
Ook werknemers die buiten de 30%-regeling vallen, kunnen in aanmerking komen voor een vrije kostenvergoeding. Aan buitenlandse werknemers waarop de 30%-regeling niet van toepassing is, kunnen bij het einde van de dienstbetrekking onder de werkkostenregeling remigratiekosten belastingvrij worden vergoed. Let dus goed op of u voor de 30%-regeling gaat of dat u ervoor kiest het onder te brengen onder de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling.
Welke werknemers?
Werkgevers mogen niet zomaar elke werknemer uit het buitenland onder de 30%-regeling scharen. Hieraan zijn verschillende voorwaarden verbonden. Er moet sprake zijn van een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is. Om schijnconstructies tegen te gaan, moet deze werknemer in de 24 maanden voorafgaand aan de dienstbetrekking in Nederland minimaal 16 maanden op meer dan 150 kilometer van de grens met Nederland woonachtig zijn geweest.
Maar wanneer is er sprake van een specifieke deskundigheid? Omdat deze vraag op individueel niveau voor de wetgever niet te controleren is, geldt in de eerste plaats een salariseis. De werknemer moet bij het aangaan van het dienstverband een jaarloon hebben van minimaal 39.467 euro (2022).
Een uitzondering is gemaakt voor jonge werknemers (jonger dan 30 jaar) die aan een instelling voor wetenschappelijk onderwijs een mastertitel hebben behaald. Hiervoor is er een verlaagde salariseis van 30.001 euro (2022). Voor werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen en voor medische specialisten in opleiding is bepaald dat men mag veronderstellen dat er sprake is van een specifieke deskundigheid. Voor hen geldt dan ook helemaal geen salariseis. Voldoet een werknemer aan de salariseis, dan voldoet hij in principe ook aan de schaarste-eis.
Toetsen of voldaan is aan de schaarste-eis gaat aan de hand van de volgende drie factoren: het niveau van de opleiding, functie en bijbehorende ervaring en er wordt gekeken naar de verhouding van de in Nederland geldende maatstaven voor een bepaalde beloning vergeleken met die in het land van herkomst.
Aanvraagprocedure
Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling, moeten de werkgever en de werknemer een gezamenlijk verzoek indienen bij de belastingdienst. Er wordt een beschikking afgegeven door de inspecteur als het verzoek wordt ingewilligd. Deze beschikking bewaart u in de loonadministratie. Zorg er wel voor dat het verzoek tijdig wordt ingediend, er geldt hier namelijk een viermaandstermijn vanaf de eerste dag van het dienstverband. Wisselt de werknemer van werkgever en voldoet hij nog steeds aan de voorwaarden, dan betekent dit dat er een nieuw verzoek ingediend moet worden.
Looptijd?
De regeling is flink versoberd de afgelopen jaren. Tot 2012 was de maximale looptijd 10 jaar. In 2012 is deze periode ingekort tot maximaal acht jaar. En vanaf 1 januari 2019 is de maximale looptijd teruggebracht naar vijf jaar. De verlaging van acht naar vijf jaar geldt ook voor alle afgegeven 30%-regelingen die vóór 1 januari 2019 zijn toegekend. Hierin zit wel een overgangsperiode, let hier dus op.
Daarnaast kan een werknemer ook gekort worden voor de perioden waarin hij in de afgelopen 25 jaar in Nederland werkte, dan wel in Nederland verbleef. De reden voor deze korting is dat Nederlanders die enkele jaren buiten Nederland wonen en werken bij terugkomst aanspraak op de 30%-regeling zouden kunnen maken. Beperkt verblijf in Nederland voor bijvoorbeeld vakantie is geen probleem (maximaal zes weken) en beperkte arbeid (maximaal 20 dagen per jaar) is wel toegestaan en zal niet tot een verkorting zorgen.
Naleving van de eisen?
Gedurende de looptijd van de regeling vindt aan de hand van permanente toetsing plaats of er nog wordt voldaan aan de eisen van de 30%-regeling. Het gaat dan met name om het betaalde salaris, dit mag namelijk niet onder het minimum uitkomen.
Na afloop van de 30%-regeling?
De regeling eindigt op de einddatum die op de beschikking staat, of omdat tijdens een permanente toetsing blijkt dat niet meer aan de eisen wordt voldaan. De werknemer wordt in Nederland vanaf dat moment belast over zijn wereldinkomen en wereldvermogen. Dat kan flinke gevolgen hebben voor het netto-inkomen van de werknemer.
Voordelen van de regeling
Het grootste voordeel is uiteraard de onbelaste vergoeding van 30 procent. Daarnaast wordt de werknemer gedurende de looptijd van de regeling aangemerkt als ‘partieel buitenlands belastingplichtige’ voor de inkomstenbelasting. Oftewel, de werknemer wordt enkel over zijn box 1-inkomen als binnenlands belastingplichtige belast. Voor de overige twee boxen wordt de werknemer als buitenlands belastingplichtige belast. Dit betekent dat de werknemer bijvoorbeeld geen belasting over zijn box 3-vermogen hoeft te betalen.
Nadelen
30 procent van het loon wordt onbelast uitgekeerd, maar 70 procent van het brutoloon wordt wel belast. Dit belastingvrije voordeel heeft nadelige gevolgen voor de hoogte van bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering, of de hoogte van de hypotheekrenteaftrek. Beide hebben namelijk het brutoloon als uitgangspunt. Er kunnen ook gevolgen zijn voor de hoogte van een eventuele transitievergoeding, aangezien daarvoor ook een lager brutosalaris in aanmerking genomen wordt. Mocht de werknemer (of zijn gezin) na aftrek van eventuele aftrekposten in aanmerking komen voor toeslagen dan werkt een lager brutosalaris wellicht toch als een voordeel.
Kortom
Als u over de landsgrenzen op zoek gaat naar personeel met een specifieke deskundigheid is de 30%- regeling zeer interessant en wellicht ook concurrerend. De regeling is de afgelopen jaren versoberd en wellicht gaat dit in de toekomst weer gebeuren. Zorg er in ieder geval voor dat u tijdens de looptijd aan de eisen voldoet, dan komt u achteraf niet voor verrassingen te staan.
Auteur: Bas Middeldorp AA RB is adviseur bij Trivent accountants en belastingadviseurs (b.middeldorp@trivent.nl)
Dit artikel is verschenen in cm: 2022, afl. 2.