Linda Hoebe is sinds augustus 2020 financieel directeur bij Koninklijke Auping dat zijn complete assortiment matrassen circulair wil maken. En het cruciale deel van de techniek om dat te doen ook nog eens, tegen een kleine vergoeding, beschikbaar maakt voor de sector. ‘Ook wij zijn nog volop aan het pionieren.’
Want, zo zegt de financieel directeur er achteraan, er bestaat niet één pad in circulair worden, zijn en blijven. ‘Alhoewel wij al sinds eind 2018 een matras hebben dat volledig circulair is en waarbij alle materialen kunnen worden hergebruikt, voelen we ons nog niet per se dé expert in circulariteit of duurzaamheid. Net zoals voor veel bedrijven is het een zoektocht. En die is voor elk bedrijf anders.
‘In die zoektocht loop je tegen uitdagingen aan. Zoals het feit dat onderdelen van conventionele matrassen verlijmd waren, waardoor de materialen bij het uit elkaar halen vervuild waren met lijmresten en daardoor niet geschikt voor het terugbrengen naar virgin materials. Daarvoor hebben we een techniek ontwikkeld om de materialen schoon uit elkaar te halen.’
Meer weten? Kom naar de Nationale Controllersdag
Op donderdag 16 juni gaat Linda Hoebe tijdens de Nationale Controllersdag in gesprek met Jeroen Smit over de duurzame dromen en ambities van familiebedrijf Auping. Bekijk hier het programma of schrijf u hier in.
Die uitvinding stelt Auping in licentie voor een klein bedrag beschikbaar aan andere leveranciers. Hoebe: ‘Waarom ook niet, als je er binnen je kostprijs voldoende dekking voor vindt. Wij kunnen toch niet voor de hele wereld matrassen maken en hiermee helpen we collega’s duurzamer te worden. Bovendien realiseer je zo’n systeemverandering niet in je eentje. Samenwerken is heel belangrijk in de circulaire economie. Er is ook een welbegrepen eigen belang. Hoe meer materassen circulair worden, hoe meer materiaal we als grondstoffen kunnen krijgen vanuit verwerkende bedrijven die hierin gespecialiseerd zijn. Ook voor hen moet de businesscase rondkomen.’
35 miljoen matrassen
Auping wil zijn assortiment uiterlijk in 2030 volledig circulair hebben gemaakt. Hoebe: ‘In Nederland worden er jaarlijks 1,5 miljoen en in de Europese Unie 35 miljoen matrassen weggegooid. Die belandden vaak in de verbrandingsoven met grote milieuproblemen tot gevolg. Dat kan niet de bedoeling zijn. Vandaar dat we zochten naar een manier om de kringloop te sluiten.’
Die zoektocht begint niet bij finance, zegt Hoebe er meteen eerlijk achteraan. ‘Veel eerder bij R&D waar ze op zoek gaan naar materialen die duurzaam zijn of bij Innovatie waar ze kansen zien voor toekomstgerichte productproposities. Of bij het inkoopteam dat in gesprek gaat met toeleveranciers of bij Marketing omdat het merk zo vooruitstrevend is. Wel natuurlijk allemaal vanuit onze strategie die gebaseerd is op ‘groei, groen en met de groep’. Dat laatste betekent dat we de reis van ons bedrijf samen met onze stakeholders willen oppakken. En dus ook een sociale impact willen hebben. We streven ernaar om uiterlijk in 2030 alleen nog circulaire bedden en matrassen te produceren. Dat heeft de aandacht voor de oorsprong en kwaliteit van de grondstoffen die we kiezen verder verscherpt.’
Piketpaaltjes neerzetten
Hoebe constateert dat de richtlijnen voor key performance indicatoren in circulariteit minder ver zijn ontwikkeld, dan die voor bijvoorbeeld omzet. ‘Dat maakt het ook moeilijker om piketpaaltjes neer te zetten, omdat het nog een zoektocht is. Dat neemt niet weg dat we duidelijk de ambitie van 2030 uitspreken. Waarbij we natuurlijk onze producten ‘doormeten’. Wat zit er in dat er niet meer in zou moeten zitten als je volledig circulair wilt zijn?’
Naast closing the loop, vertelt Hoebe ook over de twee andere pilaren van maatschappelijk verantwoord ondernemen: de energietransitie en de sociale impact. ‘De energietransitie kun je in scope 1, 2 en 3 indelen. De splitsing van de drie scopes komt uit het Green House Gas Protocol, de internationale standaard om broeikasgasemissies te kwantificeren. Scope 1 is daarbij de directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen in de organisatie. Die zijn makkelijk om in kaart te brengen en die heb je zelf onder controle. Dus daar kun je makkelijk stappen zetten, bijvoorbeeld door zonnepanelen te plaatsen of minder energie te verbruiken in het productieproces.’
Niet de kennis in pacht
Scope 2 omvat de indirecte uitstoot van CO2 door opwekking van zelf gekochte en verbruikte elektriciteit of warmte. ‘Daar kun je je inkoop aansturen op meer ingekochte groene energie of je kunt zelf groene energie opwekken.’ Scope 3 is de moeilijkste om te raken, stelt Hoebe. ‘Dat gaat over de indirecte uitstoot van CO2. Het betreft dan uitstoot door bronnen die niet in ons bezit zijn en waar we dus ook geen directe invloed op kunnen uitoefenen. Denk aan hoe consumenten hun matras weggooien. Daar kunnen we ze wel proberen te wijzen op milieuvriendelijke alternatieven, maar of ze die ook daadwerkelijk kiezen is vers twee.’
Aan de social impact-kant is Auping nog aan het onderzoeken wat het bedrijf zou moeten meten. ‘We claimen niet de kennis in pacht te hebben. Allerminst. Zo meten we bij social impact zaken als medewerkerstevredenheid, veiligheid op het werk en diversiteit, maar vraag is wat we meer moeten gaan meten om positieve impact te kunnen realiseren. Ook hier pionieren we nog. Welke meetinstrumenten en doelen zet je hiervoor neer?’
Business as a force for good
Dat neemt niet weg dat Auping al wel de B Corp-status heeft. B Corp staat voor Benefit Corporation. Het label B Corp van de non-profit organisatie B Lab is een certificering voor bedrijven die worden beoordeeld op de impact op sociale en milieuaspecten. ‘Het zijn bedrijven die als motto hebben using business as a force for good,’ zegt Hoebe.
‘Hiermee kunnen we goed snappen waar we staan in onze bijdrage aan en ontwikkeling naar een betere wereld. We zochten een objectieve methode en kwamen uit bij B Corp, de meest intensieve certificering die er tot nu toe is. Die methode hoort bij de manier waarop we in de wereld staan. Als Auping spannen we ons al heel lang in om zo verantwoord mogelijk te produceren, met minimale schade aan de omgeving. We zamelen sinds 2012 oude matrassen in en werken al jaren aan de circulaire economie.
‘Zo’n B Corp-certificering helpt om circulair en verantwoord werken ook daadwerkelijk objectief te borgen en toetsbaar te maken. Dat wat we doen, leggen we steeds beter en strakker vast. Bovendien opent de certificering voor ons een internationaal netwerk van gelijkgestemden, waar we van kunnen leren. Dat is een heel andere wereld dan de prijsgerichte beddenmarkt.’
Familiewaarden
Dat de zoektocht naar hét circulaire matras op korte termijn minder rendement oplevert, accepteert het bedrijf. De familie Auping heeft nog steeds het grootste deel van de aandelen in handen. Hoebe: ‘Begrijp me wel goed, we moeten rendement maken, want anders kun je innovatieve trajecten zoals deze niet bekostigen. Maar de aandeelhouders weten dat het tijd kost om een heel assortiment aan matrassen te ontwikkelen dat volledig circulair is. Ze vinden het eveneens belangrijk vanuit familiewaarden dat we de aarde netjes doorgeven aan de volgende generatie en dat wij als Auping maatschappelijk relevant blijven. Dit is echt wel een andere insteek dan bij financiering door private equity.’
Initiatieven borrelen op
Dat de zoektocht inspireert, ziet Hoebe elke dag. ‘Als je uitstraalt dat je in circulariteit nog zoekende bent, dan trekt dat medewerkers aan die met ons die zoektocht willen aangaan. Zeker jonge mensen die hier een purpose in zoeken en vinden. Dat enthousiasme heb je ook nodig om oplossingen te vinden. Op die manier gaat circulariteit in de haarvaten van je organisatie zitten. Je ziet dan telkens nieuwe initiatieven opborrelen, van onderop.
‘We kregen onlangs materialen terug waar we niet meteen wisten waar we deze opnieuw konden inzetten. Een collega van ons had connecties bij een opleidingsinstituut en die konden de stoffen goed gebruiken om mee te oefenen. We zijn erg hands-on op het gebied van duurzaamheid. Dat neemt niet weg dat we ons verhaal nóg beter voor het voetlicht willen brengen dan nu gebeurt. We zijn dan ook onze CSR-rapportage aan het vernieuwen, waarbij we ook de Europese richtlijn voor duurzaamheidsverslaggeving CSRD invoegen. Het is goed dat die standaard er komt en dat duurzaamheid zich ook Europees settelt, zodat je bedrijven kunt vergelijken op het gebied van duurzaamheid. Dat maakt ook mogelijk dat we onszelf meer gaan benchmarken om te zien waar er kansen liggen die we nog onbenut hebben gelaten.’
Geen goeroe
Wat moeten financials beslist weten van circulariteit? ‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik ben geen goeroe en ook al zijn we bij Auping koploper op het gebied van circulariteit, we zijn nog volop aan het pionieren. Wat ik wel weet is dat Finance een belangrijke rol kan spelen. Als Finance hebben we in nauwe verbinding met product development en de operatie becijferd welke bezettingsgraad we nodig hebben voor de machinelijn van onze circulaire matrassen. Als Finance zitten we dan tussen een vast geloof in circulariteit en het kapot rekenen van initiatieven in. We willen onderbouwing en geloof, om het zo te zeggen.
‘Je ziet daarmee ook dat de rol van financials, en dus ook die van controllers en cfo’s, breder wordt. Want je moet meerekenen aan businessmodellen waarbij het belangrijk is hoe duurzaam de keten is. Je moet ineens niet alleen over omzet of kosten rapporteren, maar ook bijvoorbeeld over fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden of materialengebruik in de keten. Sterker nog, over die cijfers willen we ook nog eens een assurance hebben. Dat vraagt om andere tools, maar ook meer kennis van financials om dit op te kunnen pakken.’
Over Linda Hoebe
Linda Hoebe (1967) begon op 1 augustus 2020 als financieel directeur bij Koninklijke Auping. Zij heeft veel ervaring in de retail en werkte onder andere bij Vendex KBB (de toenmalige moedermaatschappij van onder andere Hema, V&D en Bijenkorf) en als CFO bij Claudia Sträter en MS Mode. Voor Auping werkte ze als CFO bij Rivièra Maison dat naast eigen winkels en een webshop ook een groothandel heeft en B2B-projecten inricht. Hoebe is van huis uit registeraccountant en ze werkte in het begin van haar carrière in de controlepraktijk van KPMG.
