Medewerkersparticipatie is een goed middel om de betrokkenheid te verhogen, maar dat moet een organisatie wel goed inregelen. Werknemersparticipatie kan op veel verschillende manieren worden vormgegeven. De economische, fiscale en juridische uitwerkingen verschillen nogal per methode. Cm: zet het voor u op een rij.
Medewerkersparticipatie kan een manier zijn om medewerkers langdurig betrokken te houden bij en in het belang van de onderneming. Zo’n regeling neerzetten is altijd maatwerk. Financieringsexpert Tim de Leeuw, Crowe Foederer beaamt dat. ‘Er is een aantal uitgangspunten. Van lang binden en boeien, belonen voor bijzondere prestaties van een individu tot aan belonen voor de prestaties van het bedrijf als geheel. Een bonus is afhankelijk van de individuele prestatie. Winstdeling is afhankelijk van het resultaat van het bedrijf. Daarbij moet je dus de doelstellingen van het bedrijf en van het individu duidelijk en transparant maken.

‘Je kunt daarbij, als tegenwicht voor het nemen van te grote risico’s, een claw-backclausule inbouwen. De bonus wordt dan teruggevorderd als er te veel risico wordt genomen om de bonus maar te behalen. In al deze gevallen is het verstandig om na te denken over het vertrek van de medewerker, bij wederzijds goedvinden, ziekte of ontslag. Wat gebeurt er dan? Bonussen en winstdeling lopen fiscaal gezien voor de werknemer door box 1 en voor werkgevers door de P&L.’
Stock Appreciation Rights
Hoe zit het met Stock Appreciation Rights (SAR)? Die kwamen onlangs in het nieuws toen onlinesupermarkt Picnic ze voor de jaarrekening over het hoofd had gezien. De Leeuw: ‘Het is een instrument waarmee je als bedrijf je medewerkers wilt mee laten profiteren van de beoogde waardestijging van de onderneming. Het betreft hier een relatief gezien eenvoudige overeenkomst tussen de onderneming en de werknemers, waar geen vennootschappelijke verhouding aan vastzit. Oftewel geen aandeelhoudersrechten. Het voordeel is ook dat er geen financiële inleg van werknemers is vereist. Daar waar dat voor aandelen en opties wel geldt.’
Keep it simple, adviseert De Leeuw. ‘Maak de regeling niet te moeilijk. Vaak begint het neerzetten van de SAR met een waardebepaling en welke methodiek je daarvoor wilt gebruiken. Bijvoorbeeld de discounted-cashflowmethode of vijf keer de Ebitda als waarderingsmethode. Let wel op dat je daarbij de invloed van de waarderingen op de balans nu en in de toekomst meeneemt.’ Guus van Houts, corporate finance expert bij Crowe Foederer: ‘Het kan vervelend worden wanneer werknemers de SAR willen uitoefenen en er dan te weinig cash aanwezig is om dat te doen.’
Wanneer is de cash out?
De Leeuw: ‘Dat vraagt van u als werkgever dat u dit instrument monitort. Hoeveel en wanneer is de cash out? Daarnaast speelt hier ook dat je moet weten wat er gebeurt als een werknemer goed- of kwaadschiks de onderneming verlaat. Bijvoorbeeld dat je bij vertrek verplicht bent om de aandelen aan te bieden. Fiscaal gezien zit je met deze regeling in box 1 volgens het pay-as-you-earnprincipe. Is het nettobedrag aanzienlijk, dan wordt het in box 3 belast. Dat is ook afhankelijk van het vermogen van de werknemer.’

Door het loonpoortje
Fiscalist Michael Dekkers vult De Leeuw aan. ‘Fiscaliteit volgt normaal gesproken de business, maar dat gaat bij bijzondere beloningsvormen lang niet altijd op. Als je aan de slag gaat met medewerkersparticipaties of bijzondere beloningsvormen, dan ontkom je er niet aan om in een vroeg stadium stil te staan bij de fiscaliteit. Bonussen vallen in essentie in box 1 en gaan door het loonpoortje. Afhankelijk van de grootte van het netto voordeel gaat dit daarna ook naar box 3 waar inkomen uit sparen en beleggen wordt belast. Bij de SAR wordt het al snel iets complexer. De bonusuitkering wordt afhankelijk van de waardeontwikkeling van de aandelen en meestal afhankelijk gesteld van een tijdsbepaling.
In beginsel komt de SAR dus in box 1 bij uitkeren, maar het gevaar is dat er al eerder een belaste aanspraak ontstaat waarna een vermogensrecht in box 3 terechtkomt. Dat kan ongewenst zijn als de werknemer nog geen cash heeft ontvangen. Je moet daarom goede afspraken over de SAR-regeling aan de voorkant maken om dat te voorkomen. De bonus, de winstdeling en de SAR zijn in beginsel aftrekbaar van de vennootschapsbelasting. Bij de SAR is er wel een aftrekbeperking bij werknemers wiens loon meer is dan 598.000 euro (bedrag 2022).’

de business, maar dat gaat bij bijzondere
beloningsvormen lang niet altijd op’
Stemrechtloze aandelen of letteraandelen
Hoe zit het met de fiscale behandeling van aandelen en certificaten? Box 3 is voor belangen van minder dan vijf procent, box 2 voor belangen van vijf procent en meer, en box 1 voor lucratieve belangen, vertelt Dekkers. Daarnaast moet goed gekeken worden naar de techniek: ‘Als je bijvoorbeeld stemrechtloze aandelen of letteraandelen gaat gebruiken, moet goed worden bekeken of deze voor de aanmerkelijk-belangregeling als een aparte soort worden gezien. Als dat zo is, kun je alsnog als werknemer een aanmerkelijk belang hebben van meer dan vijf procent van die soort. En dus zo in box 2 terechtkomen in plaats van in box 3.’
De lucratief-belangregeling is ingevoerd om belasting te kunnen heffen in box 1 over bepaalde excessieve voordelen die aan werknemers en opdrachtnemers toekomen en bedoeld zijn als beloning. ‘Dat lucratief belang is ruim geformuleerd. Als de belastinginspecteur er bijvoorbeeld in slaagt aan te tonen dat de te verwachten rendementen niet in verhouding staan tot het geïnvesteerde kapitaal of het gelopen risico, valt de regeling onder deze regeling. Daarom kan het in bepaalde gevallen van belang zijn om vooraf af te stemmen met de belastingdienst of de participatieregeling als lucratief belang wordt aangemerkt.’
Actualiteit rondom box 3
De Belastingdienst legt tot nader order geen aanslagen op voor vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting. Dat is het gevolg van een vernietigend arrest van de Hoge Raad over box 3. Volgens de hoogste rechter van ons land is het systeem dat sinds 2017 geldt namelijk in strijd met Europese grondrechten. Dat zijn hoofdbrekens voor de kersverse staatssecretaris van Financiën, Marnix van Rij. Hij schrijft aan de Tweede Kamer dat er met man en macht wordt gewerkt aan ‘een werkbare oplossing voor de uitvoering’ van het arrest van de Hoge Raad. Tot die tijd worden er geen definitieve aanslagen opgelegd.

Wanneer belastbare waarde opnemen?
Rens van Oers, expert in loonheffingen, vult zijn collega’s aan. ‘De loonheffing is voor elke vorm van medewerkersparticipatie op hoofdlijnen gelijk’, stelt hij. ‘Er is wel een aantal aandachtspunten. Het gaat daarbij voor alle soorten van medewerkersparticipatie in de kern om twee zaken. Als eerste: Welke waarde moet worden belast? Als tweede: Wat is het belastbare moment? Oftewel: Wanneer moet de belaste waarde worden opgenomen in de salarisadministratie? Heel generiek is daarbij leidend de waarde in het economisch verkeer. Maar dat is bij een beursgenoteerd bedrijf makkelijker dagelijks af te lezen dan bij een niet-beursgenoteerd bedrijf. Dat maakt dat je bij de laatste bedrijven moet zorgen dat de waardering zo goed mogelijk aansluit bij het verkrijgingstijdstip. Een eventuele tegenprestatie van een werknemer, bijvoorbeeld als deze deels de verkrijging zelf financiert, is aftrekbaar. De Belastingdienst waardeert meestal op basis van de discounted-cashflowmethode. Voorafgaande afstemming en vastlegging met de belastingdienst over de wijze van waarderen is sterk aan te raden. Dat om discussies achteraf te voorkomen.’
Niet in de problemen laten komen
Het is eveneens verstandig om de medewerker als gevolg van de participatie niet in de problemen te laten komen. ‘Stel, hij heeft een cashflow issue om de verschuldigde belasting te kunnen betalen. Dan zijn er twee oplossingen. De eerste is sell to cover tax, waarbij een deel van bijvoorbeeld de te verkrijgen aandelen direct wordt verkocht. Eigenlijk heel onwenselijk, want je wilde de medewerker aan je binden en nu worden er minder aandelen verkregen omdat hij gedwongen wordt te verkopen. Het alternatief is loonheffing pas later op de werknemer te verhalen. Dan treedt wel een eventueel risico op van kwalificatie door de Belastingdienst als onzakelijke personeelslening. Met een extra heffing tot gevolg. Dat is vaak het standpunt van de Belastingdienst als het gaat om financiering van medewerkersparticipaties.’

medewerkersparticipatie op hoofdlijnen gelijk.
Kernvragen zijn: welke waarde moet worden belast? En wat is het belastbare moment?’
Afspraken maken
Voor organisaties is het verder belangrijk om de afspraken rondom deelname aan een medewerkersparticipatieplan goed vast te leggen. Dit in verband met hoe en wanneer waardering plaatsvindt, maar ook bijvoorbeeld hoe om te gaan met participaties als werknemers de organisatie verlaten, inclusief mogelijke differentiatie voor ‘good leavers’ en ‘bad leavers’. Zo kan je bijvoorbeeld voorkomen dat een ex-werknemer nog aandelenbezit heeft bij de ex-werkgever. Tevens is het vastleggen van de afspraken en uitleg over de gevolgen van participatie erg belangrijk in het kader van de communicatie richting werknemers die potentieel deel kunnen gaan nemen om zo verrassingen of discussies gaandeweg te voorkomen.
Wetsvoorstel start-ups
In het belastingplan 2022 is een wetsvoorstel aangekondigd voor startups. Van Oers: ‘Daarbij zouden werknemers van start-ups bij verkrijging van aandelenopties de keuzemogelijkheid krijgen om niet bij uitoefening van een optie en de verkrijging van de aandelen, maar pas bij feitelijk kunnen verhandelen oftewel verkoop van de verkregen aandelen belasting te betalen. Dat is dus een heffingsuitstelregeling. Echter, in november 2021 is dit wetsvoorstel alweer ingetrokken. Het ministerie onderzoekt de haalbaarheid van een dergelijke regeling en of het ook niet breder dan alleen voor start-ups zou moeten gelden. In dit jaar wordt hier meer duidelijkheid over verwacht.’
Meer binding met key werknemers
Medewerkersparticipatie kan ook een belangrijk onderdeel van het verkoopklaar maken van de onderneming zijn. Het zorgt voor meer binding met key-werknemers. Daarnaast: werknemersparticipatie kan op veel verschillende manieren worden vormgegeven. De economische, fiscale en juridische uitwerkingen verschillen nogal per methode. Dus begin op tijd en laat je helpen waar nodig.
Auteur: Ronald Bruins
Dit artikel is verschenen in cm: 2022, afl. 4.