
Een onderneming die een voorschot NOW-1 ontvangt, moet deze terugbetalen omdat het loon van de referentiemaand veel hoger ligt dan de steunperiode. Dat komt door eindafrekening van bonussen in die maand. De cijfermatige onderbouwing wordt niet nader onderzocht door UWV die besluit in de definitieve vaststelling geen NOW toe te kennen. Een rechtbank vernietigt dat besluit.
Een werkgever die een eindafrekening uitbetaalde in januari 2020 heeft daardoor een te hoge loonsom in de referentiemaand voor de eerste NOW. Daarop vordert UWV de tegemoetkoming op basis van deze cijfers terug. De accountant van de onderneming dient een verklaring in dat de referentiemaand niet representatief is vanwege het uitbetaalde variabele loon. De minister belooft namelijk dat deze elementen door de uitkeringsinstantie kan worden uitgefilterd. Maar UWV doet geen verder onderzoek naar de cijfers en besluit geen NOW toe te kennen.
Niet representatief
De minister van Sociale Zaken kondigt in maart 2021 aan dat variabele beloningen ertoe leiden dat de referentiemaand van januari niet representatief kan zijn en daarom de loonsom aangepast kan worden. ‘De minister had het bezwaar en de aanvullende stukken van eiseres binnen de geest van de regeling dienen te onderzoeken,’ aldus de rechtbank. ‘De betrokken belangen zijn niet zorgvuldig afgewogen. Bij eiseres is het vertrouwen gewekt dat zij op steun van de minister mocht rekenen.’
Niet uit polisadministratie
In het besluit om geen NOW toe te kennen, staat dat uit de polisadministratie niet blijkt dat in de lonen uit de referentiemaand extra beloningen zijn belast onder de tabel bijzondere beloningen. Deze moeten apart vermeld in de loonaangifte, omdat ze anders niet zichtbaar zijn. In de accountantsverklaring is dit wel uitgelegd en ook ter zitting kon de ondernemer onderbouwen hoe de beloning van januari 2020 was samengesteld. Daarbij stelt de rechtbank ook vast dat de minister in de bezwaarfase ruimte zou zien om maatwerk te leveren.
Nader onderzoek
‘In het bestreden besluit heeft de minister niet onderzocht wat de invloed van de in januari 2020 uitgekeerde bonussen, die zijn toe te rekenen aan het jaar 2019, is geweest op de loonsom in januari 2020, terwijl eiseres daartoe in de bezwaarfase wel objectieve en verifieerbare gegevens heeft ingediend,’ zegt de rechtbank. ‘Het had op de weg van de minister gelegen daar nader onderzoek naar te doen en indien nodig nadere stukken op te vragen.’ De rechtbank verklaart het beroep tegen het UWV-besluit dan ook gegrond en vernietigt het besluit.