
De onbelaste kilometervergoeding gaat van 19 cent omhoog naar 21 cent vanaf volgend jaar. De geplande verhoging van 2024 wordt daarmee naar voren gehaald.
Uit de onlangs gepubliceerde Voorjaarsnota blijkt dat de onbelaste kilometervergoeding volgend jaar al omhooggaat. Oorspronkelijk was een uitgave van 200 miljoen euro gepland in 2024, maar dat is in de Voorjaarsnota naar voren gehaald op verzoek van de Tweede Kamer. Elke cent meer op de kilometervergoeding zou de staat zo’n 130 miljoen euro kosten, dus de verhoging zou dan uitkomen op een totaal van ongeveer 21 cent. Naar verwachting stijgt de onbelaste kilometervergoeding het jaar daarop naar 23 cent per kilometer.
Lees ook: De kilometervergoeding: klopt uw rekenmethode nog?
Meer dan 19 cent
Momenteel kunnen werkgevers 19 cent per kilometer onbelast vergoeden voor de kilometers die werknemers afleggen naar de werkplek, of dat nou per auto, fiets, te voet of openbaar vervoer is. Ze mogen werknemers meer betalen, bijvoorbeeld omdat de daadwerkelijke kosten van autogebruik veel hoger liggen, en een meerderheid doet dat ook, zo blijkt uit onderzoek van het ministerie van Financiën. Het meerdere valt echter niet onder de vrijstelling.
Vergoeding staat al jaren vast
De vergoeding staat al zeventien jaar vast op 19 cent per kilometer, terwijl de roep om verhoging al jaren klinkt. Vorige ministers hielden de boot af, ondanks de al jaren stijgende kosten van gebruik. De vergoeding is al lange tijd niet meer kostendekkend. Maar volgens eerdere ministers trok een verhoging een zware wissel op de Staat, omdat hiermee ook de vergoedingen stijgen voor niet-automobilisten. Bovendien, zo was het argument, wilde voorgaande regeringen het gebruik van de fiets en OV stimuleren. Mede om deze reden is de fiets van de zaak terug van weggeweest.