
Als een werknemer privé meer dan 500 kilometers rijdt met een zakelijke auto, moet deze waarde van het privégebruik bij het loon worden bijgeteld. Maar hoe verwerkt u dat precies in de aangifte?
De Belastingdienst legt het uit in een handreiking. Het privégebruik van de auto moet bij het loon worden geteld als een werknemer per jaar meer dan 500 kilometer privé rijdt. Per loontijdvak telt de werkgever een tijdsevenredig deel van de bijtelling privégebruik auto bij het loon. Bij de werknemersgegevens in de aangifte loonheffingen vermeldt u het loon waarover u de loonheffingen hebt berekend. Daarnaast vult u de volgende gegevens in:
- In de rubriek ‘Waarde privégebruik auto’ vermeldt u de waarde van het privégebruik auto vóór aftrek van de eigen bijdrage voor privégebruik auto van de werknemer.
- In de rubriek ‘Werknemersbijdrage privégebruik auto’ vermeldt u de eigen bijdrage van de werknemer voor het privégebruik auto.
Bedrag bijtelling
De bijtelling bij het loon vanwege privégebruik van de auto, is het verschil tussen de bedragen van de waarde privégebruik auto en de werknemersbijdrage privégebruik auto. De werknemersbijdrage mag u alleen in de aangifte invullen als u de rubriek ‘Waarde privégebruik auto’ hebt gevuld.
De bijtelling voor het privégebruik auto mag per kalenderjaar niet negatief zijn. De eigen bijdrage van de werknemer mag in een aangiftetijdvak hoger zijn dan de waarde privégebruik auto. Maar dit mag per kalenderjaar niet hoger zijn dan de waarde privégebruik auto. Dus in een individuele aangifte mag het saldo negatief zijn, maar cumulatief per jaar niet.
Geen bijtelling
Het is ook mogelijk dat er geen bijtelling van toepassing is, omdat een werknemer de auto alleen zakelijk gebruikt en geen privékilometers maakt. Dan gebruikt u een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ of ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ van de Belastingdienst, een collectieve afspraak met de Belastingdienst of een ander bewijsmiddel. Lees voor meer informatie de handreiking hier op Forum Salaris.