
Met de Voorjaarsnota zijn de fiscale plannen van het kabinet verder duidelijk geworden. Cm: zet 26 fiscale wijzigingen die zijn aangekondigd met een korte toelichting op een rij.
Nog voor het zomerreces debatteert de Tweede Kamer over de fiscale plannen. Aan de hand daarvan worden ze in de aanloop naar Prinsjesdag verder verfijnd. Omdat de coalitie geen meerderheid heeft in de Senaat, werden de plannen eerst binnenskamers besproken met oppositiepartijen. Daaruit rolde een lijst met voorlopige plannen. Het Belastingplan 2023 bevat vooralsnog deze 26 veranderingen:
1. Afschaffing inkomensafhankelijke combinatiekorting
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) verdwijnt per 1 januari 2025, maar is wel beschikbaar voor ouders van kinderen die voor deze datum zijn geboren. Het kabinet wil van deze regeling af vanwege de herziening van kinderopvangtoeslag. De vergoeding voor opvang wordt rechtstreeks betaald aan kinderopvangorganisaties. Met deze regeling moet het aantrekkelijker worden voor ouders om te werken.
2. Afschaffing middelingsregeling
De middelingsregeling is bedoeld als tegemoetkoming voor het nadeel van belastingplichtigen met sterk wisselende inkomens als gevolg van het progressieve tarief in box 1. Een evaluatie in 2018 concludeerde echter dat deze regeling beperkt doelmatig is. Met het vereenvoudigen van het belastingstelsel is dit daarom een van de regelingen die sneuvelen.
3. Beperking 30%-regeling
Onder de 30%-regeling kunnen werknemers uit het buitenland die in Nederland komen te werken maximaal dertig procent van hun loon onbelast ontvangen. Deze regeling wordt beperkt tot de Wet normering topinkomens, ook bekend als Balkenende-norm, die in 2022 is vastgesteld op 216.000 euro. Er is de komende drie jaar een overgangsregeling.
4. Twee box 2-tarieven
In 2024 komen er twee box 2-tarieven om de belasting te verhogen voor aanmerkelijkbelanghouders met een hoger inkomen dan de schijfgrens. Zo wordt de belastingdruk meer gelijkgetrokken met het toptarief in box 1. Over het box 2-inkomen tot en met 67.000 euro wordt het tarief 26 procent. In de schijf daarboven wordt het tarief 29,5 procent.
5. Afbouw algemene heffingskorting
De afbouw van de algemene heffingskorting (AHK) wordt afhankelijk van het verzamelinkomen; ook het inkomen uit het aanmerkelijk belang (box 2) en inkomen uit sparen en beleggen (box 3) worden bepalend voor de hoogte van de AHK. Belastingplichtigen met een laag of nihil inkomen uit werk en woning en daarnaast een hoog inkomen uit aanmerkelijk belang en/of sparen en beleggen gaan door deze maatregel meer belasting betalen.
6. Afschaffing fiscale oudedagsreserve
Onder de fiscale oudedagreserve (FOR) mag een ondernemer onder voorwaarden jaarlijks een deel van de winst fiscaal gefaciliteerd reserveren voor een oudedagsvoorziening. In het nieuwe pensioenstelsel wordt de ruimte al vergroot om een oudedagsvoorziening op te bouwen. De FOR is daarmee overbodig en wordt afgeschaft.
7. Verlaging doelmatigheidsmarge
Aanmerkelijkbelanghouders die ook in hun onderneming werken, moeten zich een loon geven dat gebruikelijk is voor het niveau en de verrichte arbeid. De hoogte van dat loon is niet altijd eenvoudig vast te stellen en daarom hanteert de Belastingdienst een marge van 25 procent met vergelijkbare dienstbetrekkingen. Dat wordt verlaagd naar 15 procent, waardoor aanmerkelijkbelanghouders meer in box 1 gaan betalen.
8. Afbouw zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek die al in de Belastingplannen van 2020 en 2021 werd afgebouwd, wordt versneld afgebouwd. Het kabinet wil daarmee het verschil tussen zelfstandigen en werknemers verder verkleinen. Vanaf 2023 wordt in stappen afgebouwd naar 1.200 euro in 2030.
9. Verlaging Vpb-schijfgrens
Om verliezen goed te maken, moeten meer ondernemers hogere vennootschapsbelasting betalen. He schijfgrens tussen het hoge tarief en lage tarief gaat daarom omlaag van 395.000 euro naar 200.000 euro. Meer bedrijven gaan zo 25,8 procent betalen. Onder de 200.000 euro is het tarief 15 procent.
10. Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning in 2024
Schenkingen aan personen tussen de 18 en 40 jaar voor het kopen of verbouwen van een woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning dan wel voor de aflossing van de eigenwoningschuld of een restschuld van de vervreemde eigen woning zijn vrijgesteld tot 106.671 euro. De schenkingsvrijstelling voor de eigen woning (vrijstelling EW) vervalt per 1 januari 2024.
11. Gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups vervalt
Het belastbare loon van grootaandeelhouders van innovatieve startups mag met de huidige fiscale regels worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon, zodat de liquiditeitspositie van startups verbetert. Maar deze versoepeling van de gebruikelijkloonregeling voor innovatieve start-ups vervalt per 1 januari 2023.
12. Btw-tarief lachgas
De levering van lachgaspatronen valt momenteel onder het lage btw-tarief van 9 procent. Het kabinet vindt dat onwenselijk, omdat lachgaspatronen in de praktijk ook worden gebruikt als recreatief middel en daarom valt het onder 21 procent. Om het beleid aan te sluiten op de wijziging van de Opiumwet, bevat het Belastingplan 2023 herstelwetgeving met betrekking tot het btw-tarief van lachgas.
13. Nultarief btw zonnepanelen
Er komt een nultarief voor de btw op zonnepanelen voor woningen. Dat zorgt ervoor dat btw niet meer drukt op de aanschaf en installatie van zonnepanelen. Ook hoeft de Belastingdienst niet langer de aanmeldingen en btw-aangiften van deze particuliere zonnepaneelhouders te verwerken, waardoor de uitvoeringsdruk wordt verlicht.
14. Verhoging tarief overdrachtsbelasting
Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting gaat verder omhoog dan eerder aangekondigd. Momenteel is het tarief 8 procent, maar in plaats van een verhoging van één procentpunt wil het kabinet verhogen naar 10,1 procent. Zo moet er meer ruimte ontstaan voor starters en doorstromers op de koopwoningmarkt.
15. Verhoging vliegbelasting
Het kabinet wil vliegen op korte afstand ontmoedigen door de vliegbelasting verhogen. Die drukt relatief zwaar op tickets voor goedkope vluchten naar locaties binnen Europa. In het huidige voorstel wordt de vliegbelasting per vertrekkende persoon 28,58 euro, maar daar komt in augustus nog een correctie op.
16. Aanscherping CO2-heffing industrie
De CO2-uitstoot van de industrie moet per het Klimaatakkoord in 2030 14,3 Mton CO2 lager zijn. Om dat te bereiken is deze heffing in 2021 ingegaan. De hoeveelheid vrijgestelde uitstoot wordt met nieuwe regelgeving verminderd met 4 Mton voor de industrie. Ook neemt de reductiefactor de komende jaren af, waardoor de vrijgestelde uitstoot verder afneemt.
17. Afschaffing vrijstelling bpm bestelauto’s ondernemers
De bpm-vrijstelling voor bestelauto’s van ondernemers komt te vervallen, waardoor het reguliere belastingtarief ook gaat gelden voor bedrijven. Dat geldt overigens voor bestelauto’s die fossiele brandstoffen gebruiken; de vrijstelling voor emissievrije bestelauto’s blijft bestaan.
18. Onbelaste reiskostenvergoeding naar 20 á 20,5 cent
De eerder aangekondigde verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding gaat in 2023 al in. Al vele jaren is een bedrag van 19 cent per kilometer fiscaal vrijgesteld. Met het vrijmaken van een budget van 200 miljoen euro komt volgens de huidige prijzen en planning de vergoeding uit op 20 á 20,5 cent per kilometer.
19. Verhoging tabaksaccijns
Een pakje sigaretten kost in 2024 ongeveer 10 euro. Om dat te bereiken worden de tabaksaccijnzen twee keer verhoog, met een procentpunt volgend jaar en een procentpunt in 2024.
20. Verhoging verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
De verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wordt in 2023 verhoogd met 11,37 euro per hectoliter alcoholvrije drank. Een jaar later komt daar 22,67 euro bij. Mineraalwater is uitgezonderd van deze verhoging. Om ervoor te zorgen dat voor lichte bieren hetzelfde tarief blijft gelden als voor frisdrank, wordt het laagste tarief op bier met dezelfde bedragen verhoogd.
21. In welke bijzondere situaties wordt géén invorderingsrente in rekening gebracht
Er is momenteel een beperkte reeks situaties waarin geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht. Dat gaat om situaties waarin bijzonder uitstel van betaling is verleend. De invorderingswet wordt aangepast om sneller in te kunnen spelen op omstandigheden waarbij geen invorderingsrente in rekening moet worden gebracht, in plaats van dat dit enkel geldt voor specifieke situaties.
22. Verhoging energiebelasting bij hoog verbruik
De tarieven in de hoge verbruiksschijven van gas en elektriciteit worden verhoogd. De wijzigingen van de tariefstructuur bij gas en elektra wordt momenteel nog verder uitgewerkt.
23. Verlaging tarieven Opslag Duurzame Energie
De tarieven in de tweede en derde schijf van de Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie (ODE) worden vanaf 2023 verlaagd (zie ook punt 26). Ook deze maatregel wordt momenteel nog verder uitgewerkt.
24. Wijzigingen energiebelasting
In de periode 2023 – 2028 verhoogt de regering het tarief van de eerste schijf gas in de energiebelasting met 5,23 cent per m3. Het tarief van de eerste schijf elektriciteit wordt in dezelfde periode juist verlaagd, met 5,23 cent per kWh. De mutaties per jaar in centen zijn als volgt:

25. Verhoging belastingvermindering energiebelasting
De gestegen energierekening bij huishoudens moet worden gedrukt door het belastingdeel structureel te verlagen. De belastingvermindering in de energiebelasting wordt met naar verwachting 27,47 euro per elektriciteitsaansluiting verhoogd.
26. Afschaffing ODE
Met de ontkoppeling van ODE en duurzaamheidssubsidie SDE++ heeft de ODE ten opzichte van de energiebelasting geen functie meer en de ODE-tarieven worden daarom geïntegreerd in de tarieven energiebelasting. De Wet ODE wordt per 2024 formeel afgeschaft.