
Environmental, social and governance (ESG) staat overal op de agenda, zo ook op Europees niveau. De Europese Commissie heeft op 23 februari 2022 een voorstel voor een richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) gepubliceerd. Dit richtlijnvoorstel beoogt negatieve effecten op mensenrechten en het milieu aan te pakken.
De impact van het voorstel is groot: het voorstel bevat verplichtingen op het gebied van mensenrechten en milieu voor grotere ondernemingen die gevestigd of actief zijn binnen de EU. Deze verplichtingen zien niet alleen op de eigen activiteiten van de onderneming, maar ook op de activiteiten van dochterondernemingen, en activiteiten uitgevoerd door entiteiten waarmee de onderneming een vaste zakelijke relatie heeft. Op deze manier dient ESG een belangrijke plek in te nemen in de handelswijze van ondernemingen, en kan ESG niet eenvoudig (meer) worden omzeild.
Toepassingsbereik Corporate Sustainability Due Diligence Directive
Het richtlijnvoorstel is van toepassing op ondernemingen die bepaalde drempelwaarden overschrijden, en die gevestigd of actief zijn binnen de EU. Europese ondernemingen die meer dan 500 werknemers, en een wereldwijde netto omzet van meer dan 150 miljoen hebben, of meer dan 250 medewerkers, en een wereldwijde netto omzet van 40 miljoen hebben, waarbij 50 procent van deze omzet gegenereerd wordt in een of meer risicosectoren, vallen onder het bereik van het richtlijnvoorstel. Het richtlijnvoorstel is ook van toepassing op niet-Europese ondernemingen die een omzet genereren binnen de EU van meer dan 150 miljoen euro of een omzet genereren binnen de EU van meer dan 40 miljoen euro, waarbij minimaal 50 procent van deze omzet wordt gegenereerd in een of meer risicosectoren. De verwachting is dat het richtlijnvoorstel van toepassing zal zijn op ongeveer 13.000 ondernemingen binnen en 4.000 ondernemingen buiten de EU.
Verplichtingen Corporate Sustainability Due Diligence Directive
Op grond van het huidige richtlijnvoorstel wordt een veelvoud aan (internationale en Europese) verdragen, verklaringen, overeenkomsten en convenanten ter bescherming van de mens en het milieu van toepassing op ondernemingen. Deze bevatten veelal algemene principes, met name gericht op overheden. Dit zorgt ervoor dat de exacte verplichtingen en concrete handvatten voor ondernemingen beperkt aanwezig zijn.
Op een onderneming die valt binnen het toepassingsbereik van het richtlijnvoorstel, rust de verplichting om potentiële en daadwerkelijke negatieve gevolgen voor mensenrechten en milieu in verband met eigen activiteiten, die van dochteronderneming(en), en activiteiten in de waardeketen, die worden uitgevoerd door entiteiten waarmee de onderneming een vaste zakelijke relatie heeft, vast te stellen, te voorkomen, in te perken, te beëindigen, of tot een minimum te beperken.
Zorgvuldigheidsverplichting: 6 stappen
Deze algemene zorgvuldigheidsverplichting valt uiteen in zes stappen die een onderneming dient te nemen:
- Stap 1. De eerste stap is dat zorgvuldigheidsverplichtingen (due diligence) in het beleid moeten worden geïntrigeerd, en een separaat ‘zorgvuldigheidsbeleid’ moet worden vastgesteld. Dit beleid moet onder andere een beschrijving van de aanpak van zorgvuldigheid op korte en lange termijn bevatten. Daarnaast dient een onderneming over een gedragscode te beschikken die moet worden nageleefd.
- Stap 2. Vervolgens dient het bedrijf passende maatregelen te nemen om potentiële en daadwerkelijke nadelige gevolgen voor mensenrechten en milieu te identificeren.
- Stap 3. De derde stap betreft de aanpak van potentiële en daadwerkelijke nadelige gevolgen. Zodra deze gevolgen zijn geïdentificeerd, dient een onderneming op passende wijze te reageren om de gevolgen te voorkomen, te beperken, en zo nodig te verhelpen. Hierbij kan worden gedacht aan het opstellen en uitvoeren van een preventief actieplan en het trachten contractuele garanties te krijgen van zakelijke relaties.
- Stap 4. Ten vierde dienen bedrijven een klachtenprocedure op te tuigen. Deze klachtenprocedure is bedoeld voor de gevallen waarin gerechtvaardigde zorgen bestaan over potentiële en daadwerkelijke nadelige gevolgen van de bedrijfsvoering voor mensenrechten en milieu.
- Stap 5. De vijfde stap ziet op het monitoren van de implementatie en de doeltreffendheid van het vastgestelde zorgvuldigheidsbeleid en de getroffen maatregelen. Ten minste eens per 12 maanden dient de onderneming beoordelingen uit te voeren om de doeltreffendheid van de stappen 2 en 3 te verifiëren.
- Stap 6. Ten slotte schrijft het richtlijnvoorstel voor dat ondernemingen jaarlijks (extern) dienen te communiceren over alle relevante informatie omtrent het door hen gevoerde zorgvuldigheidsbeleid, alsmede de processen en activiteiten die worden uitgevoerd om potentiële en daadwerkelijke nadelige gevolgen op te sporen, en aan te pakken.
Status van het richtlijnvoorstel
Alhoewel nog verschillende stappen moeten worden doorlopen voordat het richtlijnvoorstel formeel wordt vastgesteld en geïmplementeerd, verdient het de opmerking dat het voorstel in een behoorlijk tempo tot stand is gekomen, en dat de inhoud en strekking van het voorstel breed gedragen worden. Om de druk op te voeren op Europa, hebben diverse lidstaten besloten om vooruitlopend op de definitieve richtlijn nationale wetgeving te introduceren. Wij verwachten dan ook dat de definitieve richtlijn er behoorlijk snel zal komen.
Iedereen krijgt met ESG te maken
ESG is niet langer een onderwerp dat vrijblijvend geldt voor bepaalde ‘vooruitstrevende’ ondernemingen. Elke onderneming heeft al, en zal alleen maar meer, te maken krijgen met ESG. Een goede ontwikkeling wat ons betreft. Dit betekent echter wel dat ondernemingen kritisch(er) zullen moeten kijken naar de uitvoering van de eigen activiteiten, maar ook naar de activiteiten van vaste zakelijke relaties. Zeker wanneer je vraagtekens kan plaatsen bij de manier waarop deze relatie de werkzaamheden uitvoert. Daarnaast verdient het aandacht om in nieuwe contracten alvast na te denken hoe men om zal gaan met het naleven van ESG-verplichtingen.
Auteurs: Arnout Rodewijk en Daniëlle Kronenburg zijn advocaat bij HVG Law LLP (arnout.rodewijk@hvglaw.nl en danielle.kronenburg@hvglaw.nl)
Dit artikel is verschenen in cm: 2022, afl. 7.
Lees hier meer artikelen uit de rubriek Ondernemingsrecht
