
De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in juli gemiddeld 27,9 procent hoger dan dezelfde maand een jaar eerder. Die stijging is minder groot dan in juni. Toen waren de prijzen ruim 30 procent hoger dan een jaar eerder.
De toename van de prijzen is nog steeds erg hoog, zo meldt het CBS. Behalve de oorlog in Oekraïne speelt de prijsstijgingen door het herstel na de coronacrisis en de groeiende vraag een rol in de prijsontwikkeling. De stijging van de afzetprijzen in de industrie hangt sterk samen met de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. In juli kostte een vat ruwe North Sea Brent ongeveer 102 euro. Dat was ruim 62 procent meer dan een jaar eerder.
Dieptepunt
Tegelijkertijd is de stemming van Nederlandse ondernemers een stuk pessimistischer dan vorige maand. Het vertrouwen ging van 8,4 in juli naar 4,6 in augustus. Dat is overigens wel boven het gemiddelde. Nadat het ondernemersvertrouwen daalde naar een dieptepunt in april 2020, met een waarde van -28,7, steeg het naar een hoogtepunt in november 2021, met een indexwaarde van 12,7. Het langjarige gemiddelde is 1,0.
Toename productie
Het aantal ondernemers dat verwacht dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen was groter dan het aantal ondernemers dat een afname van de productie verwacht. Maar in bijna alle bedrijfstakken was het producentenvertrouwen in augustus lager dan een maand eerder. Net als in de voorgaande maanden waren de ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie verreweg het meest positief. In diverse andere bedrijfstakken sloeg het optimisme om in pessimisme.