
Rechtbank Gelderland heeft recent geoordeeld dat de belastingdienst de vaste kostenvergoedingen voor werknemers van een accountantskantoor tussen 2014 en 2018 terecht tot het eindheffingsloon van de WKR heeft gerekend. De fiscus heeft hiervoor een naheffingsaanslag opgelegd.
Het kantoor vergoedde kosten van persoonsgebonden lidmaatschappen van businessclubs, die deels een niet-zakelijk karakter hebben. De rechtbank oordeelde dat een vaste kostenvergoeding onder de WKR uitsluitend onder de gerichte vrijstelling kan worden gebracht indien er vooraf een onderzoek is gedaan naar de aard en omvang van de kosten. Het is aan de werkgever om dit onderzoek vast te leggen ter onderbouwing van de loonadministratie.
Zorg voor een goede onderbouwing
Deze uitspraak toont wederom aan dat het belangrijk is om vaste kostenvergoedingen onder de WKR vooraf naar aard en omvang te onderbouwen. Het is aan de werkgever/inhoudingsplichtige om deze onderbouwing te bewijzen aan de fiscus.
Auteurs: Mr. Geert de Jong en mr. Almer de Beer, Bureau Vaktechniek Fiscaal van Grant Thornton Accountants en Adviseurs (BVTFiscaal@nl.gt.com).
Dit artikel is verschenen in cm: 2022, afl. 7.