
De thuiswerkvergoeding wordt geïndexeerd in 2023. Nibud berekende dat de kosten nu zo’n 3 euro per dag zijn in plaats van 2. Volgens de inflatiecorrectie van het ministerie van financiën komt het nieuwe bedrag op 2,13 euro uit.
Dat schrijft staatssecretaris Van Rij in antwoord op Kamervragen. De vergoeding dit jaar is 2 euro per dag en dat is gebaseerd op eerdere berekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) die keek naar energieverbruik, koffie en thee, toiletpapier en meer kosten die mensen thuis maken die normaliter onder kantoorkosten vallen. Op basis van CBS-cijfers kwam de organisatie in maart 2022 uit op een dagprijs van 3,05 euro. ‘De gemiddelde kosten om thuis te werken bedragen ongeveer 3 euro per werkdag per persoon. Dat is 1 euro meer dan het advies dat we hebben gegeven in het rapport van juli 2021,’ aldus de budgetorganisatie.
2,13 euro
Volgens Van Rij wordt het huidige bedrag gecorrigeerd voor inflatie. ‘In de wet is vastgelegd dat dit bedrag vervolgens jaarlijks wordt geïndexeerd aan de hand van de tabelcorrectiefactor. Daarmee wordt rekening gehouden met de inflatie. Dit zal bij de onbelaste thuiswerkvergoeding voor het eerst per 1 januari 2023 plaatsvinden. De tabelcorrectiefactor komt naar verwachting uit op 1,063, waardoor de vrijstelling per 1 januari 2023 – zonder rekening te houden met eventuele afronding – verhoogd zal worden naar € 2,13.’
Evaluatie WKR
Op Prinsjesdag moet duidelijk worden of en hoe werknemers op eventueel andere wijze worden gecompenseerd voor de hogere energierekening en koopkrachtverlies. De nieuwe thuiswerkvergoeding wordt in 2023 of 2024 geëvalueerd op effectiviteit van de regeling in een evaluatie van de werkkostenregeling. Er is kritiek op de complexiteit van de regeling, onder meer vanwege de wisselwerking met de reiskostenvergoeding en de administratieve last voor bedrijven.