
In de Miljoenennota en het Belastingplan 2023 is een breed pakket om de samenleving te ondersteunen aangekondigd. Dit wordt grotendeels betaald door middel van lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven. Cm: zet 4 fiscale veranderingen op een rij.
1. Verlaging schijfgrens Vbp
De eerste schijf over de vennootschapsbelasting gaat omlaag van 395.000 naar 200.000 euro. Dat betekent dat meer ondernemers het hogere tarief van 25,8 procent gaan betalen. Deze schijf was vorig jaar juist verhoogd, zodat het ondernemersklimaat in Nederland gunstiger werd voor het mkb. Dat zat een aantal Kamerleden al niet lekker, omdat de vrees bestond dat meer bedrijven zouden splitsen om gebruik te maken van het lage tarief.
2. Verhoging tarief eerste schijf Vbp
Het tarief in de eerste schijf gaat omhoog van 15 naar 19 procent. Deze verzwaring raakt het kleinbedrijf het hardst, hoewel het kabinet belooft dat enkele van de baten die deze verhoging opleveren terugvloeien naar het mkb. Zo wordt de Aof-premie voor kleine werkgevers lager en wordt de WKR uitgebreid.
3. Versnelde afbouw zelfstandigenaftrek
Het kabinet blijft inzetten op het verkleinen van de fiscale verschillen tussen werknemers in vaste dienst en zzp’ers. Daarom wordt de zelfstandigenaftrek al enkele jaren afgebouwd. Dat zou naar 5000 euro gaan in 2030, maar wordt versneld ingevoerd. In het coalitieakkoord is afgesproken om af te bouwen naar 1200 euro in 2030. Maar de aftrek gaat nog sneller omlaag, van 6310 euro dit jaar naar 900 euro in 2027.
4. Premiedifferentiatie Box 2
Ook volgt er in 2024 een differentiatie van de premie voor het aanmerkelijk belang (Box 2). Dat betekent dat dga’s te maken krijgen met twee premies. Voor box 2 geldt vanaf dat jaar een tarief van 24,5 procent tot een inkomen van 67.000 euro. Over het meerdere betaalt hij 31 procent.
