
Het Belastingplan 2023 bevat een belangrijk deel van de ondersteuning van de koopkracht (ruim 17 miljard) euro. Tegelijkertijd moet met dit pakket werken lonender worden, door de lasten op arbeid en de lasten op vermogen meer in balans te brengen. Bedrijven gaan meer vennootschapsbelasting betalen over hun winst en komt er een versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek.
Koopkracht
In de Prinsjesdagstukken presenteert het kabinet een uitzonderlijk groot pakket koopkrachtmaatregelen met een omvang van 17,2 miljard euro, waarvan 5 miljard euro structureel. Onderdeel van dit pakket zijn maatregelen die gericht kwetsbare groepen en middeninkomens ondersteunen, zoals de verhoging van de arbeidskorting naar maximaal 500 euro netto per jaar en de verlaging van de eerste schrijf inkomstenbelasting. Deze maatregelen zorgen ervoor dat werken lonender wordt.
Arbeid en vermogen meer in balans
Er worden meerdere maatregelen voorgesteld om de belastingdruk op arbeid en vermogen structureel meer in balans te brengen. Het gaat om wijzigingen in het vpb-tarief, een versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek en het afschaffen van de doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s). Dit levert 5 miljard euro op met als doel het verkleinen van de verschillen in belastingdruk tussen werknemers en ondernemers , die de afgelopen jaren meer uit elkaar is gegroeid.
Box 3
Daarnaast wordt in box 3 het heffingvrij vermogen verhoogd naar 57.000 euro. Bij een groter vermogen dient er meer belasting te worden betaald en het tarief van die belasting wordt jaarlijks verhoogd tot 34 procent in 2025. Daarnaast wordt de schenkingsvrijstelling eigen woning verlaagd in 2023 en per 2024 afgeschaft. Het algemene tarief in de overdrachtsbelasting wordt verhoogd van 8 naar 10,4 procent voor woningbeleggers of bij de aanschaf van een bedrijfspand.
Structurele maatregelen voor het mkb
De opbrengst van deze lastenverzwaringen wordt deels teruggesluisd in structurele maatregelen waar het midden- en kleinbedrijf (mkb) van profiteert. Er wordt structureel 600 miljoen euro uitgetrokken om de werkgeverslasten van bedrijven te verlagen en investeringen aantrekkelijker te maken. De aanpassingen in box 2 in 2024 helpen daarbij, een lagere Aof-premie voor kleine werkgevers, en de Energie-investeringsaftrek (EIA), Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Werkkostenregeling worden uitgebreid. Uiteindelijk profiteert bovendien ook het mkb van een lastenverlichting bij huishoudens, omdat de bestedingsruimte van de consument – die zo onder druk staat – wordt vergroot.
Vereenvoudiging
In het wetsvoorstel Belastingplan 2023 worden belangrijke stappen gezet om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Voorgesteld wordt de volgende 4 regelingen af te schaffen: de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), de middelingsregeling, de fiscale oudedagsreserve (FOR) en de gebruikelijk-loonregeling voor start-ups. Het aanpakken en afschaffen van belastingconstructies levert oplopend tot € 550 miljoen op. Het kabinet komt daarnaast voor de zomer van 2023 met een aanpak fiscale regelingen waarin verdere stappen staan om negatief geëvalueerde fiscale regelingen af te afschaffen of te vereenvoudigen.
Klimaat
Het klimaatvraagstuk en de energietransitie hebben een centrale plaats in het beleid van dit kabinet Milieubelastingen spelen een belangrijke rol om klimaatvriendelijk gedrag te stimuleren. Wegens de huidige hoge energieprijzen gaat een geplande verhoging van de belasting op vervuilende energie (aardgas) en verlaging van belasting op elektriciteit een jaar later in; vanaf 2024. Het kabinet blijft daarmee structurele maatregelen nemen om te verduurzamen. Ook andere structurele maatregelen voor het klimaat zitten in dit Belastingplan. Zo wordt het aantal dispensatierechten van de bestaande CO2-heffing industrie verlaagd, zodat industriële bedrijven gestimuleerd worden om extra CO2 uitstoot te reduceren. Daarnaast wordt per 1 januari 2023, in aanvulling op de bestaande CO2-heffing, een minimum CO2-prijs voor de industrie geïntroduceerd, die zorgt voor een bodem in de prijs die industriële bedrijven voor al hun emissies betalen. Het tarief van de vliegbelasting wordt per 1 januari 2023 verhoogd naar € 26,43. Verder wordt het makkelijker om zonnepanelen aan te schaffen door het verlagen van de BTW naar 0%. Tot slot zet het kabinet ook aanvullende stappen in de mobiliteit. De grondslag van de bpm voor bestelauto’s wordt per 2025 omgevormd van cataloguswaarde naar CO2-uitstoot, terwijl tegelijkertijd de vrijstelling voor ondernemers wordt afgeschaft.
Box 3
Met het rechtsherstel en de overbruggingswetgeving voor box 3 die in dit Belastingplan zit, wordt uitgegaan van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden en dichter aangesloten op het werkelijke rendement daarop, in plaats van een fictieve verdeling. Hierdoor wordt al zo goed mogelijk aangesloten bij het werkelijk behaalde rendement van een belastingplichtige. Dit betekent dat spaarders vanaf 2021 vrijwel geen belasting meer betalen in box 3 (bij huidige lage rentestanden). Het rechtsherstel en de overbruggingswetgeving zijn daardoor rechtvaardiger dan het oude stelsel.
De afgelopen maanden heeft het kabinet in kaart gebracht of en zo ja hoe het mogelijk is om mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 een vorm van compensatie te bieden. Daarbij is gekeken naar de mogelijkheden de eventuele compensatie zoveel mogelijk te richten op de kleine spaarder. Er is de keuze gemaakt om de niet-bezwaarmakers niet te compenseren. Volledige compensatie kost 4,1 miljard euro, waarvan meer dan de helft terecht zou komen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan 200.000 euro. Voor het kabinet ligt de prioriteit bij de bestaanszekerheid van mensen die nu al moeite hebben de rekeningen te betalen en er is daarom gekozen voor een omvangrijk koopkrachtpakket.
