Zevenentwintig steden in Nederland willen een zero-emissie zone in te stellen. De bevoorrading van de centra van die steden mag dan niet langer plaatsvinden met bestelbussen of vrachtwagens op diesel of benzine, maar moet via elektrisch transport gebeuren. Dit leidt tot een nieuwe investerings- en financieringsaanpak, waarbij externe effecten steeds vaker intern doorberekend worden. Welke bijdrage kan de controller hierbij leveren?