
Bedrijven uit Nederland en andere EU-landen die overheidsopdrachten buiten de Europese Unie willen uitvoeren, moeten betere toegang krijgen tot die aanbestedingen. Dat is het doel van het Internationaal Aanbestedingsinstrument dat op 1 september in werking is getreden. Het instrument is erop gericht dat EU-ondernemers evenveel kans maken op een opdracht als niet-EU-bedrijven waardoor een gelijk speelveld ontstaat.
Onderzoek bij beperkingen
Als de Europese Commissie vermoedt dat landen buiten de EU (derde landen) bij aanbestedingen beperkingen opleggen aan EU-bedrijven, kan de Commissie hier onderzoek naar doen. Vervolgens gaat de Commissie met het betreffende land in gesprek om de belemmeringen weg te nemen.
Maatregelen
Als dit niet tot een oplossing leidt, kan de EU maatregelen nemen om het derde land hier alsnog toe te bewegen. De Commissie maakt het dan moeilijker voor bedrijven uit dat land om een overheidsaanbesteding in de EU te winnen. Het Internationaal Aanbestedingsinstrument (International Procurement Instrument, IPI) zorgt ervoor dat aanbestedende diensten (zoals provincies, waterschapen en het Rijk) een fictieve scoreopslag opleggen op inschrijvingen uit het derde land. Als een bedrijf uit dat land meedoet aan een overheidsaanbesteding in de EU wordt de prijs waarvoor het bedrijf de dienst of het product aanbiedt verhoogd. Hierdoor wordt het aanbod van dit bedrijf onaantrekkelijker dan de inschrijvingen van EU-bedrijven die dezelfde opdracht willen gaan uitvoeren.
Uitsluiting
Als de aanbesteding op kwaliteit wordt gegund, mag de scoreopslag maximaal 50 procent zijn. Wanneer enkel op prijs wordt gegund, wordt de fictieve opslag verdubbeld. In bepaalde gevallen kan de EU ook besluiten om bedrijven uit het derde land uit te sluiten van aanbestedingen. Aanbestedende diensten moeten een maatregel toepassen als aanbestedingen boven bepaalde opdrachtwaarden uitkomen. Voor werken en concessies geldt de verplichting vanaf 15 miljoen euro. Bij aanbestedingen voor goederen en diensten vanaf 5 miljoen euro.
In de komende periode wordt via een technische wijziging van de Aanbestedingswet geregeld dat aanbestedende diensten het instrument verplicht toepassen. Ook werkt de overheid aan voorlichtingsmateriaal zodat aanbestedende diensten en ondernemers weten wat concreet van hen wordt verwacht.