Een reorganisatie kan grote gevolgen hebben voor een organisatie. Je kunt er allerlei termen aanhangen: herstructureringen, modernisering, privatiseringen, herindeling, maar het komt altijd neer op verandering. Zowel op het moment van reorganiseren als bij een mogelijke latere vervreemding of verhanging van vennootschappen, is het belangrijk goed rekening te houden met de verschillen tussen diverse fiscale faciliteiten.
Als een onderneming moet reorganiseren komt dit meestal door problemen. Deze problemen zijn vaak bedrijfseconomisch van aard, zoals financiële problemen. Maar ook problemen binnen de organisatie kunnen de oorzaak zijn, zoals een hoog verloop onder het personeel of een slecht opgezette managementstructuur. Vaak gaat het om een combinatie van verschillende oorzaken. Uiteindelijk is vaak de conclusie dat het financieel niet meer mogelijk is op dezelfde voet verder te gaan. Het doorvoeren van een reorganisatie is dan noodzakelijk: wordt er niet gereorganiseerd, dan zal het bedrijf dat op de lange termijn vaak niet overleven.
Reorganisatie
Een reorganisatie is letterlijk het opnieuw organiseren van een onderneming. De tot dan toe normale gang van zaken wordt verlaten en wordt ingeruild voor een andere manier van werken. Dit heeft tot gevolg dat er werknemers overbodig kunnen zijn of dat deze overgeplaatst worden omdat ze op een andere plaats beter tot hun recht komen. Hierdoor wordt reorganisatie vaak als iets negatiefs gezien. Toch hoeft niet elke reorganisatie tot ontslag van werknemers te leiden. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van technologische ontwikkelingen, waardoor de huidige organisatie niet meer aan de eisen voldoet. Ook wanneer een onderneming is overgenomen, waardoor bepaalde functies overbodig zijn geworden, hoeft dit niet direct tot ontslag te leiden, vaak zijn er elders in de organisatie andere functies beschikbaar.
Lees ook: Verkoopklaar maken onderneming nog ondergeschoven kindje
Juridische basis voor reorganisatie
Een onderneming mag in principe zonder meer besluiten tot een reorganisatie, zeker indien er geen ontslagen zullen vallen. Een ondernemer kan immers zelf beslissen wat er gebeurt binnen zijn organisatie. Maar hoe groter de organisatie hoe groter de gevolgen. Ook als er sprake is van personeel heeft de werkgever verregaande macht om een reorganisatie door te voeren. De werkgever heeft immers een zogenaamd ‘instructierecht’, waarmee hij werknemers kan ‘verplichten’ om aan redelijke instructies te voldoen. Als die redelijke instructies inhouden dat de werknemers vanaf nu machines moeten gebruiken bij hun werkzaamheden, dan zullen zij dat moeten doen. Mocht er personeel ontslagen worden dan kan de onderneming ervoor kiezen een sociaal plan op te stellen. In een sociaal plan kan de onderneming gezamenlijke regelingen en voorzieningen voor het achterblijvende en vertrekkende personeel vastleggen. Een sociaal plan is niet wettelijk verplicht, maar in cao’s zijn hier vaak afspraken over gemaakt. Als een onderneming een ondernemingsraad heeft dient deze ook ingelicht te worden over de plannen. Als het gaat om een collectief ontslag (20 mensen of meer) dan moet de onderneming dit melden bij haar medewerkers, maar ook bij het UWV en eventuele vakbonden.
Fiscaal reorganiseren
Als een onderneming besluit te gaan reorganiseren dient er uiteraard ook rekening gehouden te worden met de fiscale aspecten. Gelukkig zijn er binnen de Wet op de vennootschapsbelasting een aantal faciliteiten die kunnen worden ingezet om op een fiscaal vriendelijke manier te reorganiseren.
In de praktijk komt het er vaak op neer dat er bij een reorganisatie onderdelen of vermogensbestanddelen van de onderneming verplaatst moeten worden. Aangezien volgens de wetgeving transacties altijd een zakelijke grondslag moeten hebben spreekt het voor zich dat hier een zakelijke prijs voor bepaald moet worden. Wanneer u gaat reorganiseren zit u er niet op te wachten geconfronteerd te worden met eventuele winstnemingen. Wat met name dus speelt is de voorkoming van belastingheffing over stille reserves/goodwill bij overdrachten tussen bv’s. Het is dus goed om hier bij stil te staan.
Welke opties zijn er:
- belastingvrije overdracht binnen fiscale eenheid (art. 15 Wet Vpb);
- bedrijfsfusie (art. 14 Wet Vpb);
- juridische (af)splitsing (art. 14a Wet Vpb);
- juridische fusie (art. 14b Wet Vpb).
Deze faciliteiten hebben gemeenschappelijk dat – mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan – een afrekening over in overgedragen vermogensbestanddelen aanwezige meerwaarden achterwege blijft. Er zijn echter ook belangrijke verschillen.
Binnen fiscale eenheid
Bij een fiscale eenheid worden de resultaten van de dochtermaatschappij(en) toegerekend aan de moedermaatschappij. De dochtermaatschappij houdt niet op te bestaan, ook fiscaal niet, maar is niet meer zelfstandig aangifteplichtig. Fiscaal gezien ontstaat er dus een belastingplichtige.
Aangezien er sprake is van een belastingplichtige is het voordeel dat er bij een fiscale eenheid vermogensbestanddelen, die stille reserves bevatten, binnen die fiscale eenheid fiscaal geruisloos overgedragen kunnen worden. De overnemende vennootschap neemt dus de boekwaarde en de bijbehorende belastingclaim over. Wel geldt er dan een sanctietermijn. In beginsel is deze zes jaar. Als de overdrager of de overnemer binnen een termijn van zes jaar na de overdracht wordt ontvoegd, vindt alsnog heffing over de doorgeschoven meerwaarde plaats. Zes jaar is best lang dus denk goed na voordat u overgaat tot actie. Als hoofdregel geldt dat de winst die wordt behaald bij overdracht van de onderneming belast is met vennootschapsbelasting. Ofwel een afrekeningsmoment over stille reserves, fiscale reserves of bijvoorbeeld goodwill.
Maar let op: voor de heffing wegens ontvoeging binnen de sanctietermijn bestaat geen uitweg in de vorm van tegenbewijs dat er zakelijke overwegingen waren voor de reorganisatie binnen fiscale eenheid. Dit is een verschil met de andere reorganisatiefaciliteiten.
Bedrijfsfusie
De termijn wordt verkort tot drie jaar als de overdracht in de vorm van ‘bedrijfsfusie’ binnen fiscale eenheid heeft plaatsgehad. Een bedrijfsfusie wordt ook wel een uitzakking genoemd. De werkmaatschappij draagt een deel van haar onderneming over aan een nieuw opgerichte dochtervennootschap. Dit moet gebeuren tegen de waarde in het economisch verkeer. In ruil voor overdracht van de onderneming krijgt de (oude) werkmaatschappij aandelen in de dochtervennootschap uitgereikt. De dochtervennootschap wordt dan de nieuwe werkmaatschappij en de oude werkmaatschappij wordt de holding.
Het voordeel van een bedrijfsfusie is dat deze herstructureringsfaciliteit in de uitvoering relatief eenvoudig is. Het vereist kort gezegd een inbrengbeschrijving waarop de over te dragen onderneming wordt beschreven naar een toestand niet ouder dan zes maanden. Daarmee kunnen de akte van inbreng en de akte van oprichting of akte van aandelenemissie gepasseerd worden.
Splitsen
Een andere manier om te herstructureren is door middel van de juridische splitsing. Er bestaat de mogelijkheid om bv’s onder algemene titel te splitsen in meerdere nieuwe bv’s. Als dat het geval is, is er sprake van een zogenaamde zuivere splitsing. De bestaande bv verdwijnt en de aandeelhouders worden in dezelfde verhouding aandeelhouder van de nieuwe bv’s. Ook is het mogelijk om een deel van een bestaande bv af te splitsen. Bij deze vorm van afsplitsing blijft de oude bv bestaan, in de praktijk wordt dit toegepast om bijvoorbeeld de onderneming en het vastgoed van elkaar te scheiden.
Ook bestaat er een zogenaamde ‘ruzie’ splitsing, een zuivere splitsing waarbij één bv met meerdere aandeelhouders wordt gesplitst in meerdere bv’s, met elk één eigen aandeelhouder. In plaats van meerdere aandeelhouders in één bv, ontstaan er dus meerdere personal holdings met elk één aandeelhouder. Deze variant kan uitstekend worden gebruikt om alsnog een holdingstructuur te vormen. Het is overigens niet noodzakelijk dat er sprake is van ruzie tussen de aandeelhouders. Wel is het zo dat de gewenste splitsing ‘niet in overwegende mate mag zijn gericht op het uitstellen of ontgaan van belastingheffing’. Een zakelijke herstructurering kan dan ook geen reden zijn voor een inspecteur om het afgeven van een beschikking voor de splitsing te weigeren. Mocht de inspecteur een andere mening hebben dan is er alsnog sprake van ruzie, alleen dat is niet de oorsprong van de ruziesplitsing.
Juridische fusie
Wanneer een onderneming vennootschappen wil samenvoegen dan kan de juridische fusie een oplossing zijn. Bij een juridische fusie vindt er een samensmelting plaats tussen meerdere rechtspersonen. Dit onder overgang van algemene titel. Dat wil zeggen dat bezittingen, rechten en schulden op grond van een notariële akte overgaan naar een andere rechtspersoon, zonder dat daarvoor afzonderlijke leveringshandelingen nodig zijn. De aandeelhouders van de betreffende vennootschappen worden van rechtswege aandeelhouder in de verkrijgende vennootschap. Dit biedt praktische voordelen, zo hoeven contracten niet volgens de daarvoor geldende regels te worden overgedragen en schulden hoeven niet opnieuw te worden aangegaan. Een juridische fusie kan ruisend, dus met directe belastingheffing over eventueel aanwezige meerwaarden in de onderneming, of geruisloos, hierbij wordt de winst nog niet direct in aanmerking genomen. Hierbij geldt overigens ook dat een geruisloze juridische fusie niet in overwegende mate gericht mag zijn op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Er dient dus een zakelijk motief voor de voorgenomen fusie te zijn.
Uiteraard is het juridisch fuseren en splitsen van vennootschappen fiscaal gezien zeer specialistisch werk en afhankelijk van feiten en omstandigheden. Laat u daarom altijd goed adviseren en schroom niet om in vooroverleg met de belastingdienst te gaan om de voor de onderneming gewenste structuur te bewerkstelligen. Hiermee verkrijgt u vooraf zekerheid over de vraag of een latere verkoop van aandelen na de bedrijfsfusie/afsplitsing in overwegende mate gericht zou zijn op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing.
Want als de reorganisatie heeft plaatsgevonden door een bedrijfsfusie of afsplitsing buiten fiscale eenheid, geldt namelijk wel een tegenbewijsregeling. Als er dan binnen de genoemde termijn van drie jaar een vervreemding plaatsvindt, dan moet aannemelijk gemaakt worden dat aan de bedrijfsfusie zakelijke motieven ten grondslag lagen. Belastingheffing blijft dan, ondanks de verkoop van aandelen binnen drie jaar, achterwege als de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de bedrijfsfusie of afsplitsing ‘niet in overwegende mate was gericht op het ontgaan of uitstel van belastingheffing’.
Zoek de optimale structuur
Zowel op het moment van reorganiseren als bij latere vervreemding of verhanging van vennootschappen is het belangrijk goed rekening te houden met de verschillen tussen diverse faciliteiten en met de geldende sanctietermijnen. Laat u zich daarbij goed adviseren. Dit kan een kostbaar traject zijn maar de gevolgen kunnen minstens zo kostbaar zijn. Van groot belang is dat een onderneming ingeval van een bedrijfsfusie of afsplitsing vooraf zekerheid van de belastingdienst kan krijgen. Maak hier gebruik van om de optimale structuur te realiseren.
Auteur: B.A. Middeldorp AA RB is adviseur bij Trivent accountants en belastingadviseurs
Dit artikel is verschenen in cm: 2022, afl. 7.
