
De wet excessief lenen bij eigen vennootschap stelt een grens op het bedrag dat grootaandeelhouders bij de eigen onderneming kunnen lenen zonder daar belasting over te betalen. Cm: legt uit hoe het zit.
De afgelopen jaren leende de aanmerkelijkbelanghouders steeds meer geld van de eigen vennootschappen, van 55 miljard euro in 2016 tot 58 een jaar later. Aanmerkelijkbelanghouders hoeven geen belasting te betalen wanneer geld wordt geleend van de eigen vennootschap, alleen als het opgenomen geld als loon of dividend wordt uitgekeerd volgt een heffing. Door bedragen van de vennootschap te lenen, in plaats van meer loon te genieten of dividend te laten uitkeren, vindt op dat moment geen belastingheffing plaats over het door de vennootschap uitgeleende bedrag, terwijl de aanmerkelijkbelanghouder in privé al wel over uit zijn vennootschap afkomstige financiële middelen beschikt. Op deze manier kunnen grootaandeelhouders ontwijken.
Klein deel leent 30 miljard euro
Wat het kabinet ook tot actie bewoog, was de wetenschap dat slechts een klein aantal grootaandeelhouders de helft van die miljarden leende en dus opvallend veel geld uit de vennootschap onttrekken; tien procent was goed voor een totaalbedrag van zo’n 30 miljard euro. Daarvan hadden 11.000 grootaandeelhouders een lening van meer dan een half miljoen euro uitstaan bij de eigen onderneming.
Grens van een half miljoen
Om deze reden komt het kabinet met de nieuwe wet. De Tweede Kamer heeft met het voorstel ingestemd, waardoor het na goedkeuring door de Eerste Kamer in officiële wetgeving wordt omgezet. De ‘Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en -afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap’ (ook wel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’) zorgt ervoor dat aanmerkelijkbelanghouders te maken krijgen met een heffing als de schulden van de aanmerkelijkbelanghouder aan zijn eigen vennootschap meer dan 500.000 euro bedragen.
Maatregels voor alle schulden, behalve eigenwoningschuld
De grens van een half miljoen euro geldt als startpunt. Daarna wordt de grens verhoogd met de hoogte van de schuld waarover al eerder belasting is betaald. Dit voorkomt dat jaarlijks hetzelfde gedeelte wordt belast. De maatregel geldt voor alle schulden van de aanmerkelijkbelanghouder. Een uitzondering is er voor leningen die zijn aangegaan voor de financiering van de eigen woning. Deze uitzondering geldt als een recht van hypotheek op de eigen woning is verstrekt aan de vennootschap. Voor de eigenwoningschulden die zijn aangegaan voor 31 december 2022 geldt de uitzondering ook zonder het verstrekken van dit recht van hypotheek.
Schuldenpositie verkleinen
Dat levert overigens niet direct miljarden op voor de staatskas, zo valt te lezen in de Memorie van toelichting bij het nu goedgekeurde wetsvoorstel. ‘De maatregel werkt naar verwachting preventief doordat de aanmerkelijkbelanghouder de heffing als gevolg van deze maatregel zal willen voorkomen en zijn schuldenpositie onder de 500.000 euro zal willen brengen en houden.’ Daarom heeft het kabinet rekening gehouden met dit neveneffect bij de raming van wat deze wet oplevert. Het kabinet verwacht dat zo’n 20.000 aanmerkelijkbelanghouders hun schuldpositie in kaart zullen brengen naar aanleiding van deze maatregel.
Aanmerkelijkbelanghuishoudens
De maatregel richt zich op aanmerkelijkbelanghuishoudens; de grootaandeelhouder, zijn partner en daarmee verbonden personen. ‘Leningen van de eigen vennootschap aan deze groep kunnen onder de maatregel vallen. Leningen aan verbonden personen kunnen onder omstandigheden aan de aanmerkelijkbelanghouder worden toegerekend. Er is dus gekeken naar het totale leenbedrag en de verdeling daarvan over aanmerkelijkbelanghuishoudens.’ Naar verwachting krijgt, gezien de verdeling van grote leningen bij een kleine groep, drie procent van zulke huishoudens te maken met de maatregel.