
De consumentenprijzen lagen in oktober 16,8 procent hoger dan een jaar eerder; iets lager dan in dezelfde maand vorig jaar. In september was de geldontwaarding 17,1 procent in vergelijking met dezelfde maand een jaar eerder.
Dit zijn de Europese cijfers over Nederland. De reguliere inflatiecijfers van het Centraal Bureau voor de Statsitiek worden op 8 november gepubliceerd en die vallen in de regel iets lager uit. Deze Nederlandse consumentenprijsindex (CPI) kijkt naar een prijspakket van goederen en diensten die door een gemiddeld Nederlands huishouden worden aangeschaft. De Europese index daarentegen kijkt naar een mix van industriële goederen.

Ook heeft het CBS naar een viertal specifieke gebieden gekeken van deze Europese index. Ze vormen samen de totale bestedingen waar deze berekening onderzoek naar doet: industriële goederen exclusief energie, energie inclusief motorbrandstoffen, voedingsmiddelen, dranken en tabak, en diensten. Daarin is duidelijk dat het grootste aandeel van de prijzenindex energie inclusief brandstof betreft, en dat dit onderdeel ook verantwoordelijk is voor het zakken van de inflatie.
Daarnaast doet het statistiekenbureau momenteel onderzoek naar de energieprijzen en het precieze aandeel daarvan in de inflatie, omdat een aantal huishoudens nog een vast contract heeft. Dat maakt de werkelijke inflatiecijfers lager dan wat er de afgelopen maanden is gecommuniceerd. Binnenkort worden de eerste resultaten van de onderzoek gepubliceerd.