Onlangs is de editie 2022 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) verschenen. Cm: bespreekt de belangrijkste wijzigingen, voor zover niet specifiek voor bijzondere bedrijfstakken.
In de editie 2022 zijn geen ontwerp-richtlijnen opgenomen. De ontwerp-richtlijn waarin enige verduidelijkingen worden gegeven voor de verwerking van kosten van groot onderhoud is deze zomer omgezet in een definitieve richtlijn. Deze definitieve richtlijn is opgenomen in de editie 2022.
Verkoop van testproducten
Bij het zelf ontwikkelen van materiële vaste activa kan het voorkomen dat bij het testen van bijvoorbeeld een nieuwe machine producten worden gemaakt die verkoopbaar zijn. Voorheen gold dat de verkoopopbrengsten van dergelijke ‘testproducten’ in mindering kwamen op de kostprijs van het zelfontwikkelde materiële vaste actief. Inmiddels is onder IFRS geregeld dat deze opbrengsten in de winst-en-verliesrekening moeten worden verwerkt. In de RJ is nu geregeld dat een keuze kan worden gemaakt tussen beide verwerkingsmethoden.
Omzetspecificatie bij middelgrote rechtspersonen
In de voor boekjaar 2022 voor het eerst geldende nieuwe richtlijn voor opbrengstverantwoording is opgenomen dat in de toelichting de omzet moet worden gesplitst in de belangrijkste categorieën, zoals opbrengsten uit levering van goederen, verlening van diensten of op grond van licenties. Voor middelgrote ondernemingen bestaat echter een wettelijke vrijstelling om de omzet niet te vermelden in de winst-en-verliesrekening, maar deze met bepaalde kosten samen te voegen tot een post ‘bruto bedrijfsresultaat’. Door deze bepaling in de richtlijn zou dan alsnog de omzet uit de jaarrekening blijken. Om dit te voorkomen, is in de editie 2022 toegevoegd dat middelgrote ondernemingen kunnen volstaan met het specificeren van de omzetcategorieën in percentages in plaats van in bedragen. Dus bijvoorbeeld dat 80 procent van de omzet voortvloeit uit levering van goederen en 20 procent uit dienstverlening.
Toelichting bij pooling of interest
Daarnaast is een verduidelijking doorgevoerd rond de toelichting bij toepassing van de ‘pooling of interest’-methode. Deze methode geldt bij de verwerking van samensmeltingen van belangen. Dat zijn samenvoegingen van ondernemingen waarbij niet eenduidig kan worden aangewezen welke onderneming de overnemende partij is en welke de overgenomen onderneming. Bijvoorbeeld als twee ongeveer even grote ondernemingen fuseren en geen van de aandeelhouders overheersende zeggenschap verkrijgt. De jaarrekening van de gefuseerde onderneming wordt dan gebaseerd op de bestaande boekwaarden van de activa en verplichtingen zoals die bij aanvang van het boekjaar waren. Deze methode kan ook worden gekozen bij overnames onder gemeenschappelijke leiding, zoals het binnen een groep verhangen van groepsmaatschappijen.
In de toelichting werd verlangd om voor elk van de partijen enige resultaatposten te vermelden voor de periode voorafgaand aan ‘de datum van voeging’. In de praktijk was het onduidelijk of met die datum de transactiedatum werd bedoeld of het begin van het boekjaar, omdat vanaf dat moment de cijfers worden samengevoegd. Deze toelichtingseis is nu aangepast: de resultaatposten moeten worden uitgesplitst voor het vergelijkende boekjaar. De uitsplitsing van de resultaten binnen het boekjaar tot de fusiedatum wordt aanbevolen. Daarnaast moet de beginbalans worden uitgesplitst naar beide partijen en wordt een dergelijke splitsing naar de stand per fusiedatum aanbevolen.
Man-vrouwverdeling
Op grond van een wetswijziging moeten grote bv’s en nv’s vanaf boekjaar 2022 in het bestuursverslag de man-vrouwverdeling binnen het bestuur (in ruime zin) en de raad van commissarissen bespreken, waaronder ook het streefcijfer. Anders dan in eerdere wetgeving is er geen algemeen geldend streefcijfer, maar wordt dit door het bestuur bepaald. Voor grote groepsmaatschappijen geldt veelal een vrijstelling.
Boekjaar 2023
De ontwerp-richtlijn over de verduidelijking van de effectieve-rentemethode bij de verwerking van leningen (RJ-Uiting 2022-6) zal naar verwachting dit najaar middels een RJ-uiting definitief worden gemaakt, al dan niet met enige aanpassingen op basis van ontvangen commentaren. De nieuwe RJ-bepalingen gelden in principe vanaf boekjaren aanvangend op of na 1 januari 2023, maar eerdere toepassing is toegestaan. Dat lijkt met name aantrekkelijk voor de toelichting van omzet bij middelgrote ondernemingen.
Auteur: Dr. B. (Bart) Kamp RA
Dit artikel is verschenen in F&A Actueel 2022, afl. 13.