
Met de komst van het Belastingplan 2023 is duidelijk geworden wat de nieuwe tarieven van de vennootschapsbelasting zijn. Meer ondernemers gaan het hoge tarief betalen en het lage tarief gaat omhoog.
De schijf voor het hoge tarief van de vennootschapsbelasting (Vpb) gaat met het nieuwe Belastingplan omlaag. Op deze manier betalen meer ondernemers het hoge tarief. Dat was voorheen 25 procent, maar is dit jaar gestegen naar 25,8 procent. De verlaging van de schijfgrens moet het Rijk 1,3 miljard euro opleveren. De grens gaat omlaag van 395.000 euro naar 200.000 euro.
Tarief eerste schijf
Daarnaast gaat het tarief in de eerste schijf omhoog. Het lage tarief is nu 15 procent en dat wordt 19 procent. Deze verzwaring raakt het kleinbedrijf het hardst, hoewel het kabinet belooft dat enkele van de baten die deze verhoging opleveren terugvloeien naar het mkb. Zo wordt de Aof-premie voor kleine werkgevers lager en wordt de WKR uitgebreid. Onder meer MKB-Nederland en VNO-NCW hebben bezwaren geuit tegen dit plan.
Lees ook: 4 lastenverzwaringen voor ondernemers in 2023
Overleg parlement
Het plan is nog niet goedgekeurd, er volgt nog een overleg op 31 oktober en een plenaire behandeling in de Tweede Kamer op 8 en 9 november. De dag daarna wordt er gestemd en vervolgens is het de beurt aan de Eerste Kamer om de fiscale plannen van volgend jaar te bespreken. Op 1 januari moeten de nieuwe tarieven dan van kracht zijn.
Schijven aangepast
In het Belastingplan 2022 werd de grens voor de eerste Vpb-schijf juist verhoogd van 295.000 euro naar 395.000 euro. De Tweede Kamer verwachtte al dat deze maatregel teruggedraaid zou moeten worden, omdat de vrees bestond dat meer bedrijven zich zouden opsplitsen om minder belasting te hoeven betalen. Het ministerie van Financiën zou dit jaar evalueren of dat ook het geval zou zijn en eventueel de schijfgrens weer aanpassen. Maar nu wordt hij dus zelfs veel lager dan vorig jaar het geval was.
Samenvatting
- De schijfgrens daalt naar 200.000 euro, waardoor meer ondernemers het hoge tarief betalen.
- Het lage tarief stijgt ook, van 15 naar 19 procent.
- De plannen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.