Het is best een gevleugelde uitspraak: ‘Ik kan er een boek over vol schrijven’, maar velen laten het bij het uitspreken van die woorden. In een recente uitspraak van de Hoge Raad ging het echter om een medewerkster die wel degelijk de daad bij het woord had gevoegd en een boek had geschreven over haar ervaringen in een ROC-school. De vraag die de Hoge Raad voorgelegd kreeg, was of en in hoeverre bij de ontbinding van haar arbeidsovereenkomst sprake kon zijn van inmenging op de vrijheid van meningsuiting en welke gevolgen dat kon hebben.
De werkneemster in kwestie maakt onderdeel uit van een groot onderwijsteam pedagogisch werk, bestaande uit ongeveer vijftig medewerkers onder leiding van een onderwijsmanager en daarboven een onderwijsdirecteur. Medio 2018 kondigt de medewerkster aan een boek te willen schrijven over haar ervaringen met gepersonaliseerd onderwijs, een in het afgelopen jaar in gang gezette onderwijsvernieuwing. De onderwijsdirecteur en het hoofd voorlichting zeggen daar positief tegenover te staan.
Grenzen aan boek
De onderwijsmanager stuurt echter nog wel een e-mail dat, anders dan de docente veronderstelt, ze het boek niet volledig in vrijheid kan schrijven, maar dat er grenzen zijn die voortvloeien uit de verplichtingen van goed werknemerschap, de gedragscode en de privacywetgeving. Er wordt respect verwacht en de vertrouwensband tussen docent en student, en medewerkers onderling mag niet worden geschaad. Ook wordt gewezen op de vertrouwelijkheid van bepaalde informatie.
De docente stort zich, ondanks de e-mail, vol energie op het schrijven van het boek. Een jaar later wordt ‘Wanneer krijgen we weer les? De opmerkelijke praktijk van gepersonaliseerd onderwijs’ gepresenteerd. Er volgt onrust over de inhoud van het boek en een aantal collega’s beklaagt zich over de wijze waarop zij, in hun ogen tot de persoon herleidbaar, in het boek zijn neergezet. Ze voelen zich niet meer prettig bij de samenwerking met de werkneemster. Er volgen gesprekken tussen de directie en het personeel.
Beroep tegen schorsing
De onderwijsdirecteur geeft na ziekmeldingen van de werkneemster op enig moment aan dat het in de gegeven omstandigheden ongewenst is dat ze in het team terugkeert en weer aan het werk gaat. Het heeft de voorkeur dat de werkneemster haar werkzaamheden tijdelijk neerlegt, zodat er geen ordemaatregel ‘in het belang van de instelling’ opgelegd hoeft te worden. De werkneemster is niet bereid dit te doen en tekent beroep aan tegen later alsnog uitgesproken schorsingen.
Het ROC verzoekt om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over te gaan op grond van de zogenoemde g-grond (verstoorde arbeidsverhouding). De Kantonrechter gaat hierin mee onder toekenning van een transitievergoeding, maar zonder een gevraagde extra billijke vergoeding.
In hoger beroep wordt het vonnis van de Kantonrechter bekrachtigd: ontbinding van op grond van een verstoorde arbeidsverhouding is gerechtvaardigd en herstel van de arbeidsovereenkomst ligt niet in de rede. Wel wordt een billijke vergoeding toegekend bovenop de transitievergoeding.
Niets te maken met vrijheid van meningsuiting
Het Gerechtshof stelt in diens vonnis dat, anders dan de werkneemster vindt, de verstoorde arbeidsverhouding niets te maken heeft met de vrijheid van meningsuiting. Dat ze die heeft, staat buiten kijf en het ROC perkt die volgen het Gerechtshof ook niet in. Met bij de keuze haar mening te ventileren in anekdotische stijl, waarbij dagelijkse werksituaties en uitingen van collega’s vrij precies zijn beschreven, en de wijze waarop ze haar collega’s heeft geportretteerd, had ze zich moeten realiseren dat dit verdere samenwerking moeilijk zou maken. Ze heeft dit zelfs ingecalculeerd, zoals blijkt uit interviews. Er kan van het ROC dan ook niet worden gevergd om de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
Beslissing vernietigd
Volgens de Hoge Raad valt de publicatie van het boek inderdaad onder de vrijheid van meningsuiting. Niet alleen een publicatieverbod maar ook sancties van strafrechtelijke, arbeidsrechtelijke, privaatrechtelijke of tuchtrechtelijke aard kunnen een inperking hiervan inhouden. Volgens rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens moet bij de beantwoording van de vraag of er een causaal verband aanwezig is tussen een uiting en een sanctie worden gelet op het geheel van gebeurtenissen vanaf de uiting van de medewerkster tot aan het opleggen van de sanctie. Kort gezegd, tellen alle belemmeringen dus mee van welke aard dan ook. De Hoge Raad vernietigt de beslissing van het Gerechtshof, maar daarbij tegelijkertijd overigens ook het onderdeel van de toekenning van de billijke vergoeding bovenop de transitievergoeding. Die beslissing hing immers samen met een toegekende ontbinding.
Voor wie geschreven?
Zoals wel vaker, heeft ook deze uitspraak vele mogelijke gezichtspunten. Sommigen zullen de werkneemster wellicht een prachtige principiële heldin vinden. Het pleidooi om nu gewoon eens een keer les te gaan geven, spreekt velen ook wel aan. Dat is ook wel terecht. Volgens deze stroming is het welhaast hilarisch dat onderwijs kan bestaan uit ’s ochtends even bij elkaar komen en het de leerlingen vervolgens gewoon zelf te laten uitzoeken. Van enige praktische begeleiding of aansturing is nauwelijks sprake.
De werkdruk binnen dat onderwijs wordt voor de docenten vervolgens meer veroorzaakt door allerlei vormen van werkoverleg. Een kritische doch betrokken blik en kritiek daarop zijn prima. Voorkomen moet bovendien ook worden dat de vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt van collega’s die niet tegen verandering zijn, maar vooral voor verbetering. De vraag is alleen voor wie het boek nu precies werd geschreven. Gebeurde dat echt vanuit betrokkenheid van de werkneemster of ging het de docente erom te tonen hoe goed ze het allemaal door had? Er kan bovendien verschil in perceptie zijn tussen collega’s over de gang van zaken op een werkvloer.
De uitspraak kent uiteindelijk geen winnaars. De werkneemster mag dan wel het boek zonder ontslag publiceren, maar de sfeer wordt er vast niet beter op. Hoe lang zal het duren voor ze op zoek gaat naar een nieuwe baan?
Auteur: Mr. M. (Marco) Rijsdijk
Dit artikel is verschenen in F&A Actueel 2022, afl. 14.