
In roerige tijden is het belangrijk dat werknemers en werkgevers om de tafel gaan zitten over hoe dit impact heeft op de bedrijfsvoering en op de loonontwikkeling. Lonen moeten volgens werkgevers mee-ademen met de economie: bij gestegen kosten is het niet per se logisch om de lonen ook te laten stijgen, aldus werkgeversorganisaties AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland.
Dat zeggen ze in de Arbeidsvoorwaardennota 2023. Hoe lonen kunnen groeien, verschilt per sector en zelfs per individuele situatie, stellen de organisaties. ‘De basis voor de loonruimte wordt vormgegeven door de verhouding tussen de arbeidsproductiviteitsgroei, de kostenstijgingen waarmee een onderneming te maken heeft en de ruimte die er is om dit door te berekenen aan de afzetmarkt.’ Daarom zijn er grote verschillen en hoe ver het loon in staat is om te stijgen laat zich daarom volgens werkgevers niet vangen in een formule.
Stijgende loonkosten
Loonkosten voor ondernemers stijgen en volgens berekeningen van het CPB zullen de loonkosten met gemiddeld 4,7 procent toenemen in 2023. De verwachte inflatie in hetzelfde jaar ligt lager, waardoor cao-lonen meer in de pas gaan lopen met de gestegen kosten voor levensonderhoud. Behalve de structurele loonkosten nemen ook incidentele loonkosten toe, bijvoorbeeld door eenmalige uitkeringen om personeel te ondersteunen of bonussen voor nieuw personeel die bedrijven aanbieden om de arbeidskrapte te pareren.
Winstdeling
In de nota opperen de werkgeversorganisaties dat winst- of resultatendeling (RAB) een manier is om passende loonvormen te onderzoeken. Dat zijn geen structurele uitgaven en de kosten worden lichter wanneer het bedrijfseconomisch minder goed gaat. ‘Voor de hoogte van de RAB is het belangrijk om vooraf duidelijke doelstellingen te formuleren en daar een (gestaffelde) beloning aan te koppelen. Deze doelstellingen kunnen bestaan uit meer dan winst alleen, zoals doelen op het gebied van duurzaamheid en klanttevredenheid. Daardoor profiteren werkenden automatisch wanneer de organisatie deze doelstellingen behaalt.’
Inflatie niet direct doorberekenen
DNB waarschuwde vorige maand in een rapport dat werkgevers niet automatisch moeten kiezen voor een looncorrectie gebaseerd op de inflatie, omdat dat een loonprijsspiraal teweeg kan brengen, waardoor de inflatie verder toeneemt volgend jaar. De stijging moet gelijkstaan aan de som van de arbeidsproductiviteitsgroei en de binnenlandse prijsstijging.
Voor veel bedrijven is een correctie op basis van de inflatiecijfers dit jaar geen optie. De verhoogde kosten kunnen niet altijd worden doorberekend in de afgezette goederen of diensten, vooral wanneer er wordt geconcurreerd met Europese producten uit landen waar de inflatie lager is omdat de energiecrisis een kleinere impact heeft dan in Nederland. Met hogere loonkosten dalen de marges richting verliesgevendheid.
Lees ook: Dit zijn de fiscale mogelijkheden voor een inflatiebonus
Overlegclausule cao
Daarom is het volgens de arbeidsvoorwaardennota van belang dat werkgevers en werknemers overleggen over welke maatregelen passend zijn in deze tijden. Loonafspraken kunnen naar omstandigheden omhoog of omlaag worden bijgesteld in de overlegclausule van de cao. De werkgevers opperen om de looptijd daarvan te verkorten, omdat de kosten onvoorspelbaar zijn en met veel onzekerheid zijn omgeven.
‘Er is vaak kritiek op cao’s dat het rigide boeken zijn die de wendbaarheid van werkgevers beperken, maar dit kan ook anders,’ zo staat te lezen in de nota. ‘Door het afspreken van minimumbepalingen is het namelijk mogelijk om positief af te wijken van de cao zonder dat overleg nodig is. Veel (sector)cao’s bevatten deze zogeheten minimumbepalingen. Hierdoor ontstaat meer wendbaarheid voor werkgevers.’