
De discussie over het al dan niet vereisen van een risicobeheersingsverklaring in de jaarverslaggeving woedt voort. In maart spreken diverse partijen met betrokken ministeries over de verklaring omtrent risicobeheersing (VOR). Minister van Financiën Kaag is voorstander, mits de VOR betekenisvol, uitvoerbaar en controleerbaar is.
De kwartiermakers Toekomst Accountancysector pleitten in hun nieuwste voortgangsrapport opnieuw voor de in control-statement. Werkgeversvereniging VNO-NCW heeft aangegeven een stap te willen zetten en spreekt daar binnenkort over met diverse partijen. ‘Voor mij is bij het ontwikkelen van een VOR een aantal elementen van belang,’ schrijft minister Kaag in een brief over de voortgang van de kwartiermakers. ‘Een VOR moet betekenisvol zijn voor de gebruikers, uitvoerbaar voor de ondernemingen en controleerbaar door de accountant.’
Kwaliteit verslaggeving
De minister vond bij het vierde voortgangsrapport een wettelijke verankering van de VOR niet nodig en wachtte onder meer de overwegingen van de Monitoringscommissie af. De kwartiermakers zijn de mening toegedaan dat een eventuele VOR meerwaarde zou hebben in het verbeteren van de verslaggeving van bedrijven. ‘Wij kunnen slechts herhalen dat wij ervan overtuigd zijn geraakt dat een verplichting voor ondernemingen tot het afgeven van een in control statement ten goede zal komen aan duurzame kwaliteitsverbetering in de gehele verslaggevingsketen,’ zeggen de kwartiermakers in het vijfde voortgangsrapport.
Corporate Governance Code
De minister vroeg eerder aan de Monitoringscommissie Corporate Governance Code om te kijken naar de mogelijkheden om de eis voor een VOR op te nemen in de Corporate Governance Code. Ook accountantsvereniging NBA pleitte hiervoor, maar in de actualisatie is een dergelijke verklaring niet opgenomen. De Commissie vindt het debat hierover te controversieel en zo’n wijziging zou een te grote verandering zijn ten opzichte van de vorige versie van de Code. De NBA reageerde daar teleurgesteld op.
VOR nader onderzocht
Minister Kaag nu: ‘Ik onderschrijf dat de eerste schakel in de keten, dus de onderneming of instelling waarvan de externe accountant de jaarrekening controleert, een belangrijke rol en taak heeft om zekerheid te verschaffen over de mate waarin deze risico’s beheerst.’ De aanbevelingen van het rapport ‘Versterking Verantwoordingsketen’ met onder meer het advies om een VOR te introduceren is uitgebleven en de afzwaaiende Monitoringscommissie, die het einde van haar zittingstermijn heeft bereikt, beveelt de nog aan te wijzen nieuwe Monitoringscommissie aan om de VOR die nog niet in de Code is opgenomen verder te onderzoeken.